Schrijfster Nicolien Mizee. © Foto Merlin Daleman |
NRC-recensie van Janet Luis, 8 mei 2015
Familie om bij te lachen en te huilen
De plot doet er hier niet wezenlijk toe. Mizee moet het vooral hebben van haar aanstekelijke stijl en woordkeuze: de tegendraadse observaties, de snedige dialogen, de soms onthutsend directe formuleringen. Marly verbaast zich erover dat de aantrekkelijke Rob niet allang tien andere vrouwen heeft. ‘Of zouden die aan vleeshaken op zolder hangen?’ denkt ze er dan naadloos achteraan. Een paar hoofdstukken verderop blijkt er iets mis te zijn met zijn hart, zodat er ingegrepen moet worden. Ik heb nooit eerder zo’n korte, zakelijke samenvatting van een open hart-operatie gelezen: ‘Ze lieten Rob vijf graden afkoelen, zaagden hem open, verlegden een aantal leidingen en warmden hem weer op.’ Mizee weet aan bijna alles een afstandelijke, licht onthechte toets mee te geven die enorm op de lachspieren werkt. Alleen al de gortdroge weergave van de parkeersessies met een huurauto maken het lezen van De halfbroer de moeite meer dan waard. Of de beschrijving van het interview met de opgeblazen schrijver Waldemar Prins, die geen kritiek duldt op zijn veel te gedetailleerde biografie over zekere Tolbert, ‘die je nog met geen stormram door de brievenbus zou krijgen.’