zondag 19 januari 2020

'Volendam kunstenaarsdorp'

Volendammer vissers - Georg Hering, 1917 - Zuiderzeecollectie

Volendam is een eenvoudig vissersdorp dat op de meeste landkaarten niet voorkomt, maar voor kunstenaars is het beslist een bezoek waard, omdat de inwoners net als die van Marken hun gewoonten en tradities uit de goede oude tijd hebben bewaard. Deze opeenhoping van armoedige huisjes behoort tot de stad Edam, die hooguit een mijl verwijderd ligt en ondanks de nabijheid van een belangrijke stad en de geringe afstand die hen van de hoofdstad scheidt, lijken deze dappere mensen meer vervreemd van wat er zich in Europa afspeelt dan de bewoners van Nieuw-Caledonië. Voor hen ligt de grens van de wereld bij datgene wat het oog waarneemt; en als men ze ziet, twijfelt men er niet aan dat ze afstammen van de onverschrokken zeevaarders die de wereldzeeën bevoeren en langs alle kusten de vlag van de Verenigde Provinciën toonden.
Op oosterse wijze samengeklonterd in groepjes van zes of acht, zwijgend, rokend, onbewogen, onverschillig met een vage, ondefinieerbare blik lijken ze meer op fatalistische Turken dan op Hollandse vissers. Het zijn niet alleen de wapperende broeken, de muilen en de bontmuts, die sterk op een tulband lijken, die deze illusie wekken. Het is overigens niet de enige gelegenheid dat we deze eigenaardige kenmerken zien, waarmee de bewoners van de Zuiderzeekusten op die van de Bosporus lijken.

Zo schrijft Henry Havard in 1873 over Volendam in zijn boek 'Pittoreske reis langs de dode steden van de Zuiderzee'. Met dit kleurrijke verslag heeft hij Volendam uit de vergetelheid gehaald en werd het rond 1900 een kunstenaarsdorp waar  plein-air schilders uit Nederland maar ook, Duitsland, Engeland en Amerika aan het werk gingen. Die kunstenaars, waar behalve schilders ook fotografen en beeldhouders bij hoorden, vonden allemaal een warm onthaal in Hotel Spaanders. Leendert Spaanders, zijn vrouw en dochters hebben het wervende werk van Harvard volop voortgezet. Dat Volendam nu een toeristische hotspot is vindt z'n oorsprong in hun voor die tijd moderne campagne-activiteiten. Zo liet Spaanders door heel Europa prentbriefkaarten verspreiden, zorgde hij ervoor dat er artikelen in Amerikaanse bladen verschenen en nam zijn dochters in klederdracht mee over de grenzen naar openingen van tentoonstellingen.

Over de ontwikkelingen die het ontstaan van Volendam als  'landelijke' kunstenaarskolonie en andere plaatsen zoals bijvoorbeeld Laren en Katwijk aan Zee in de hand gewerkt hebben gaat het werkelijk schitterende boek 'Volendam kunstenaarsdorp' van Brian Dudley Barrett en André Groeneveld als 'fysiek' boek alleen nog tweedehands verkrijgbaar. Maar gelukkig is het ook op internet als te downloaden document beschikbaar. En in het tijdschrift Land of water, jrg 3 (11/2009) heeft Barrett het boek samengevat: Volendam het magentadorp van Holland.

Een echt inkijkje in het Volendamse leven van zo'n ruime eeuw terug biedt het artikel van de kunstenaar Otto van Tussenbroek, die er verblijf heeft gehouden.
Zijn beschrijving van het 'kuische' niet tonen van het haar door Volendamse meisjes en Harvards Volendammers als fatalistische Turken doet me wel een beetje gniffelen als ik denk aan de politieke keuze van een flink deel van de hedendaagse Volendammers.

Ivar Kamke (1882-1936)
Poseren op het Spieringpad (circa 1905)
En mocht gij eens in Volendam zijn en een aardig meisje zien, zet haar dan eens tegen het licht en zie eens, zie goed hoe prachtig door het kanten mutsje met de zijstukken het profiel zich afteekent en vraag haar eens de ‘hul’ af te zetten en zich te toonen in het dof-zwarte onderkapje dat nauw om het hoofd sluit, tien tegen één dat zij kleuren zal. Mogelijk is zij er toe te bewegen, maar ik geloof niet dat u dit gelukken zal, om ook dát mutsje af te zetten en gij zult verwonderd zijn om het jongenskopje, dat te voorschijn komt, want het haar is kortgeknipt recht van voren halverwege het voorhoofd en recht-af van achter halverwege de hals, waar het ietwat omgekruld is. Het geldt in Volendam als onkuisch eenig haar te toonen van voren onder de kanten ‘hul’ uit. 's Lands wijs 's lands eer!

Volendam als ‘sketching-ground’,
door Otto van Tussenbroek. Elseviers Geïllustreerd Maandschrift. Jaargang 26(1916)