Evangeliarum van Egmond. Reims, derde kwart negende eeuw. Eerste afbeelding van mensen uit wat nu Nederland is. Rond 975 kwam het boek in bezit van Dirk II van Holland, die er een kostbare versierde band om liet zetten. Hij gaf het vervolgens ten geschenke aan de Abdij van Egmond. Bij die gelegenheid liet hij twee miniaturen toevoegen, die de schenking vastleggen. Op de linker afbeelding zien we hoe Dirk en zijn vrouw het boek op het altaar van de kloosterkerk neerleggen, op de rechter smeken ze tot de H. Adalbert om voorspraak bij Christus. |
Een serie online-lezingen over ontstaan en ontwikkeling van het Graafschap Holland verzorgd door Historizon tussen 1 april en 20 mei 2021.
1.
Historisch overzicht van het Graafschap Holland van 1000 tot 1581
Prof. Dr. Dick E.H. de Boer
Graaf Dirk III van West-Frisia hief zonder toestemming van zijn leenheer tol op de Merwede. De keizer gebood hem daarmee te stoppen maar daar piekerde hij niet over. Dirk III overwon het veel sterkere leger van keizer Hendrik II in de Slag bij Vlaardingen.
Het boek gaat niet alleen in op de politieke achtergrond, maar beschrijft ook het dagelijks leven in de vroege middeleeuwen: van handel en economie, scheepvaart, landschap en veenontginningen, tot mode, voedsel, behuizing en religieus leven
van de
graven van Holland
1203 - 1581
2.
Ontwikkeling van de taal. Hoe klonk het Oud Hollands
Dr. Peter-Alexander Kerkhof
Dr. Peter-Alexander Kerkhof
Omstreeks het jaar 1000 ging het Hollandse kustgebied door een belangrijke taalkundige en culturele transformatie. De boerengemeenschappen die van oudsher aan de Hollandse kust woonden, spraken toen een taal die in veel opzichten de voorouder van het latere Oudfries genoemd kan worden. Taalkundigen gaan er echter vanuit dat deze kustbewoners in de elfde en vroege twaalfde eeuw een taalwissel van dit vroege Oudfries naar het Oudnederlands maakten. In de lezing ging het ondermeer over de volgende vragen:
Hoe weten de taalkundigen dat precies?
Ging daar een situatie van historische tweetaligheid aan vooraf en zijn hier sporen van te vinden?
En hoe verhoudt zich dit tot wat historici over de vroege geschiedenis van het graafschap Holland zeggen?
Peter-Alexander Kerkhof maakte een reconstructie van de taal die in de elfde eeuw werd gesproken in het toenmalige ‘Rotterdam’.
Inleiding tot het Oudnederlands
Wanneer werd het Oudnederlands gesproken?
Waar werd het Oudnederlands gesproken?
Wat voor sporen zijn er van deze taal overgebleven.
Hoe heeft het ongeveer geklonken?
Waar werd het Oudnederlands gesproken?
Wat voor sporen zijn er van deze taal overgebleven.
Hoe heeft het ongeveer geklonken?
3.
Van West-Frisia tot Holland:
Van West-Frisia tot Holland:
Friezen, Franken en Noormannen aan de wieg van het graafschap Holland
Prof. Dr. Marco Mostert
Prof. Dr. Marco Mostert
In het lange eerste millennium van onze jaartelling was 'Nederland' steeds een grensgebied tussen de belangrijkste machtssferen in het westen van Europa en hun buren. De inwoners van de delta van Rijn, Maas en Schelde ondervonden overigens weinig last van deze positie in de marge van de beschaving. Ze deelden graag in de cultuur van bijvoorbeeld de mediterrane beschaving.
In de marge van de beschaving vertelt het verhaal van dit eerste millennium van onze jaartelling in die gebieden die later 'Nederland' zouden vormen. Er was nog geen politieke eenheid. Er was ook geen 'volk' dat zich als Nederlands beschouwde. Men identificeerde zich met de eigen verwanten, met de streek, met de eigen religie. Hoe leefden de mensen in deze marge van de beschaving? Hoe voorzagen ze in hun levensonderhoud? Hoe werd de macht uitgeoefend? Wat geloofden ze? Wat dachten ze? Wat wist men van de wereld elders? En wat waren de verschillen tussen de bewoners van de delta in de Romeinse tijd, de Frankische en Karolingische tijd, en in de tijden na het jaar 1000, toen de samenleving hier voor het eerst schuchtere, maar duidelijk stedelijke trekken begon te vertonen naast de nog eeuwenlang overwegend agrarische trekken?
4.
Handel en scheepvaart in Holland, 1000 - 1500
Ad van der Zee
De opkomst van Holland als maritieme natie in de loop van de veertiende en vijftiende eeuw, over controle door de Hollandse graven over de riviermondingen, de binnenvaartroute ‘route binnen dunen’ en de relatie met de Hanze.
Holland 1000 jaar geleden - interactieve plaat |
- Controle van de riviermondingen door de graven
- Tol heffen van langsvarend verkeer
- Nadruk op oost-west verbindingen
- Geen of nauwelijks eigen handel en zeescheepvaart
Route binnen dunen
IJ
Spaarne
Haarlemmer en Leidse meer
Woud-/Heimanswetering
Gouwe
IJssel
>> Maas/Merwede
>> Schelde
Handelsvaart 1250-1450
- Route binnen dunen als noord-zuid-verbinding binnen Holland
- Holland wordt een knooppunt van internationale handelsroutes
- Dordrecht en Amsterdam groeien uit tot emporium
- Handelsconflicten zijn geen uitzonderingen
Scheepvaart in Holland rond 1450
- Deelname Hollanders aan internationale handelsnetwerken
- Omvangrijke vloot: koggeschepen, crayers, balengiers en buizen
- Amsterdam begint in Holland hét maritieme centrum te worden
- Eigen oorlogsschepen in ontwikkeling
- Langzaam ontstaan van een maritieme identiteit
5.
Ontwikkeling van het landschap en de invloed van de St. Elisabeths vloed (1421)
Prof. Dr. Hans Renes
De Groote Waard in 1421 |
Sint Elisabethsvloed 1421 Meester van de Heilige Elisabeth-Panelen |
Zwakke punten:
Rivierwater
Water uit achterland
Steeds meer water uit het zuidwesten
Maaivelddaling
Oorzaken maaivelddaling in veengebieden
* Turfwinning
* Zoutwinning
* Oxidatie
Darinck delven - schilderij uit 1540 |
In gebieden waar het veen doordrenkt was geweest met zeewater en daardoor rijk aan natrium was kon zout gewonnen worden. De naam voor een dergelijke laag veen die zich onder zeeklei of zand bevindt is darink. De darink werd uitgegraven en verbrand in een speciale oven. Aan de overgebleven as werd water toegevoegd en uitgekookt, waarna zout overbleef. Dit proces heet selnering of zelnering, een naam waar het Latijnse woord sal, dat 'zout' betekent, in te herkennen is.
In de 13e eeuw werd de moernering een bloeiende industrie in de Lage Landen. Het in Zeeland en westelijk Noord-Brabant gewonnen zout kon gemakkelijk concurreren met steenzout en het vond in de Vlaamse steden een gewillig afzetgebied.
Zoutproductie uit veen vond ook plaats in het noorden van Noord-Holland (zoals Wieringen) en in Friesland en Groningen (Oost-Dongeradeel, het Lauwersmeergebied en ten noorden van Kommerzijl).
De zouthandel bracht grote rijkdom aan steden als Zierikzee, Reimerswaal, Steenbergen en Dordrecht. In het geval van Reimerswaal betekende de moernering haar uiteindelijke ondergang, omdat door het vele weggegraven darink de zee bij een dijkdoorbraak vrij spel had.
Moernering zorgde voor maaivelddaling die al in de 12e eeuw de ontwatering van het bedijkte oudland in Zeeland bemoeilijkte.
Het darink delven leidde er in 1421 toe dat de Sint-Elisabethsvloed grote verwoesting aan kon richten.
(tekst overgenomen van Wikipedia op 7/5/21)
6.
Politieke en religieuze nagedachtenis graven van Holland
Sanne Frequin
Tombe van Philippe Pot, koninklijke rentmeester van Bourgondië onder Louis XI, in de kapel van Saint-Jean-Baptiste in de abdij van Cîteaux, ten zuiden van Dijon, Frankrijk. (c. 1477 en 1480) |
Religieuze nagedachtenis
Aansporing om te bidden voor het zielenheil van de overleden waarmee de tijd in het vagevuur verkort kan worden
Politieke nagedachtenis
Met pracht en praal en heraldiek
de invloed en de macht van de heersende persoon/familie/dynastie zichtbaar maken.
Abdij van Egmond
Abdij van Egmond, Abraham Rademaker, 1722 – 1733 |
De Friese graaf Dirk I stichtte in het huidige Egmond-Binnen een klooster voor vrouwen. Dit kort nadat hij van de Westfrankische koning Karel de Eenvoudige in 922 de kerk van Egmond had gekregen. Hij liet het gebeente van Adelbert van Egmond opgraven en naar het klooster overbrengen. Graaf Dirk II wilde een abdij en rond 950 na Christus verhuisden de nonnen naar Bennebroek om plaats te maken voor Benedictijner monniken uit Gent. Zo ontstond de Sint-Adelbertusabdij of in de volksmond: de Abdij van Egmond.
Petronilla, gravin van Holland, bestelde dit timpaan voor boven de ingang van het benedictijnenklooster van Egmond-Binnen. Zelf staat ze rechts en haar zoon, graaf Dirk VI, staat links. Beiden richten zich tot de apostel Petrus met de woorden die op de rand staan:
‘O poortwachter van de hemel, laat deze gelovige, voor u knielende schare binnen en verzoen hen met de hemelkoning.’
Abdij van Rijnsburg
Ruïne abdij van Rijnsburg, JP Visser Bender - 1812 |
Petronilla van Saksen (die van het Egmondse timpaan), stichtte in het begin van de 12e eeuw bij de kerk een klooster voor nonnen, dat behoorde tot de orde van de Benedictinessen. Op 15 september 1133 werd de kerk gewijd door bisschop Andries van Kuik van Utrecht. De nieuwe abdijkerk vervulde tevens de functie van parochiekerk. Nadat in 1130 de abdij door de Benedictinessen in gebruik was genomen, werden de Hollandse graven waarschijnlijk in deze abdijkerk begraven. Daarvoor, vanaf het einde van de tiende eeuw, werden zij in de abdij van Egmond begraven.
Abdij van Middelburg
Het hele verhaal over de zoektocht naar rooms-koning Willem in Zeeuwse Ankers
Graftombe Jacoba van Beieren
De graftombe van Margaretha van Brig, Albrecht van Beieren en Jacoba van Beieren, schildering op perkament uit ca. 1580. |
De inmiddels verdwenen middeleeuwse graftombe van gravin Jacoba van Beieren (1401-1436) en haar grootouders stond in de grafelijke kapel op het Haagse Binnenhof. Het volledige verhaal over de tombe valt te lezen op de site van Erfgoed Leiden en omstreken.
De aflevering van de serie 'De strijd op het Binnenhof' waarin Sanne Frequin ingaat op het leven en de graftombe van Jacoba van Beieren.