zondag 28 januari 2024

Theo van Doesburg in Leiden

Theo van Doesburg en Lena Milius in het atelier aan het Kort Galgewater in Leiden
Op de achtergrond een nog onvoltooide De kaartspelers. April 1917.

De Stijl is 100 jaar geleden opgericht in Leiden. Oprichter Theo van Doesburg woonde in Leiden. Maar waar woonde Theo van Doesburg? Van Doesburg, pseudoniem van Christian Emil Marie Küpper, woonde van 1917 tot 1921 in Leiden. In het bevolkingsregister zien we dat hij op veel verschillende adressen heeft gewoond: Da Costastraat, Stadhouderslaan, Morsweg en Haarlemmerstraat. In die tijd werkte hij in zijn atelier aan het Kort Galgewater 3.  (Erfgoed Leiden en omstreken)



Ik lees momenteel 
Ik sta helemaal alleen. Biografie Theo van Doesburg
Sjoerd van Faassen & Hans Renders

Geen aangenaam mens was hij, maar wel een veelzijdige, gedreven en ook tragische figuur. De biografen van Theo van Doesburg weten de kunstenaar en drijvende kracht achter De Stijl op waarde te schatten in een leesbaar, levendig portret.

Aleid Truijens

dinsdag 2 januari 2024

Leda en de Zwaan

Helena op een schilderij van Gaston Bussière (1862-1928)

Vrijwel alles aan Helena is omstreden, en dat begint al met haar afkomst. Ze groeit op als de dochter van Tyndareos, koning van Sparta, en zijn gemalin Leda. Het gros van de bronnen, vanaf Homeros althans, omschrijft haar echter als een dochter van Zeus. In Euripides' tragedie Helena noemt ze Tyndareos haar vader, maar vertelt erbij dat Zeus de gedaante zou hebben aangenomen van een zwaan die voor een arend vluchtte en zo met een list in Leda's bed was beland. Dit roept een aantal vragen op, zelfs voor wie gewend is aan de vreemde kronkels van de Griekse mythologie. Is Leda ontvankelijker voor een verleidelijke zwaan dan voor een verleidelijke man?

Dát is nog eens een niche-pornocategorie. Of toch niet: het beeld van Leda en haar zwanige minnaar heeft zich door de eeuwen heen in een grote populariteit mogen verheugen bij beeldend kunstenaars. Tintoretto, Leonardo da Vinci en Michelangelo hebben versies van het verhaal uitgebeeld, al bestaan van de laatste twee alleen nog kopieën. 


Tintoretto's zwaan kijkt buitengewoon ingenomen met zichzelf terwijl Leda vergeefs haar vogelverliefdheid voor haar dienstmaagd tracht te verbergen. Haar hand rust op de vleugel van de zwaan, alsof ze de rest van zijn lijf probeert te laten doorgaan voor een extravagant kussen. 



Da Vinci's Leda kijkt neer op de vier baby's (onder wie Helena) die uit een hoopje gebroken eierschalen aan haar voeten komen kruipen; aan haar gezichtsuitdrukking te zien heeft ze flinke spijt van haar gedartel in het dons. 


Alleen bij Michelangelo spreekt uit het tafereel een intimiteit met een echte seksuele lading: de zwanenhals steekt tussen Leda's omhelzende dijen omhoog en het tweetal kijkt elkaar liefdevol aan, snavel aan mond.



Een schitterend fresco van hetzelfde tafereel is in 2018 teruggevonden in de Via del Vesuvio in Pompeji. Het verhaal van Leda en de zwaan was bij de Romeinen zo populair dat ze het op hun massaal geproduceerde olielampen afbeeldden. De muurschildering in Pompeji laat zien hoe een uitgesproken louche ogende zwaan aanschurkt tegen Leda, die nogal bezorgd uit haar wijd geopende bruine ogen kijkt. De poot van de zwaan rust op haar naakte linkerdij; archeologen gaan ervan uit dat de afbeelding een slaapkamerwand heeft gesierd. Tja, waar anders?


Uit:
De kruik van Pandora - Natalie Haynes
Vrouwen in Griekse mythen

maandag 1 januari 2024

De Urker kotters


Eerst de zee en nu de netten
 nam men aan de Urkers af,
 en zo delft men schopje voor schopje,
 langzaam aan des vissers graf

Overmaat van flinke paling,
 en nu jaagt men ons naar huis,
 gaat de hele vloot naar honk toe,
 zwaarder wordt dan nog ons kruis.

Was ik zelf een Urker visser,
 of ik kwaad deed of wel goed,
 sterven zou ik op mijn netten,
 badend in mijn paupersbloed.

Mariap van Urk (1932)

Terwijl in het begin van de twintigste eeuw de Urker kotters concurreerden met de Volendammer kwakken, Spakenburgse botters en Wieringer aken, werden in Den Haag de plannen voor afsluiting en drooglegging van de Zuiderzee steeds concreter. De vissers verenigden zich in protest, want het bestaan op zee kon weliswaar spartaans zijn, een toekomst zonder Zuiderzee maakte wel erg onzeker. Het verzet richtte zich niet eens zozeer tegen de afsluiting zelf. De vissers wilden vooral dat het Rijk serieus rekening hield met de economische en sociale gevolgen voor de vissersbevolkingen. 


Na de invoering van de Zuiderzeewet merkten de vissers al snel de gevolgen van de naderende afsluiting. Leveranciers van schepen, netten en zeilen waren huiverig om nog nieuwe kredieten te verstrekken en de vissers zelf waren bang om zich nog in de schulden te steken. In 1925 kwam er een Zuiderzeesteunwet die de schade voor de getroffen vissers moest compenseren. De steun kwam bepaald niet overeen met de verwachtingen van de vissers. Zo was er geen enkele schadeloosstelling voor de waardevermindering van schepen en netten in het vooruitzicht, terwijl hun materiaal voor veel vissers het enige bezit was. De woede bij de bewoners aan de Zuiderzee was groot. Ze hamerden op royalere steunmaatregelen. Mondjesmaat verruimde de regering de Zuiderzeesteun, maar de vissers hielden er een bittere nasmaak aan over. Toen in 1932 de Afsluitdijk voltooid was, gingen op Urk de vlaggen halfstok. Een halfjaar later trok een stoet van zo'n honderd Urker vrouwen in klederdracht naar het Amsterdamse Rokin om te demonstreren voor het pand van de Rijksdienst.



Uit: 
Wereldzee in de polder - Ronald Nijboer
Een moderne ontdekkingsreis van de Zuiderzee van 1873 naar het IJsselmeer van vandaag

Foto's zelf genomen op 25 mei 2022