zaterdag 27 februari 2021

Scarclaw Fell


Wat is er echt gebeurd die avond in het moeras bij Scarclaw Fell? Uren heb ik geboeid geluisterd naar 'Six stories' van Matt Wesolowski een mengsel van hoorspel, luisterboek en podcast. Ik kwam erop door de aanbeveling van Hugo Blom in zijn rubriek 'Luisterboeken' in de Volkskrant.

[   ] opgebouwd uit getuigenissen is het vorige week verschenen ‘luisterboek’ Six Stories van Matt Wesolowski, en ik zet het tussen aanhalingstekens omdat we hier met een nieuwe variant te maken hebben. Een mix van audioboek en podcast, slim in elkaar gestoken en voorgelezen/gespeeld door een cast van veertien acteurs. Wesolowski’s boek verscheen al in 2016 en vormde het begin van een reeks van inmiddels vijf titels waarin hij – dat is thrillerschrijvers eigen – volgens beproefd recept te werk gaat. In dit eerste deel draait het om de dood van een jongen in 1997 en vervolgens om de host van een podcast, die in een serie van zes interviews in 2017 probeert te achterhalen wat er gebeurd is. Meer mag ik over een thriller natuurlijk niet zeggen en de namen van de acteurs noem ik ook niet. Veel leuker om die zelf te herkennen, dat scherpt de geest.

maandag 22 februari 2021

Rembrandt en de poedel


Tijdens één van de colleges 'Hollandse kunst in de Gouden Eeuw' besprak Judith Noorman het schilderij van Rembrandt, 'Zelfportret in oosterse kleding met poedel'. Natuurlijk spreekt de poedel me direct aan en zeker deze doedel. Maar de krullebol lijkt niet helemaal thuis te horen op dit portret. En dat klopt ten dele ook wel, want ze is er pas twee jaar na het voltooien van het werk door Rembrandt bijgezet. Dat was in 1633. 

Onno Blom vertelt in zijn Rembrandt-column in De Volkskrant over het waarschijnlijke hoe en waarom.

Mijn favoriete hond staat op het schilderij uit 1631 waarop de Rembrandt zichzelf heeft afgebeeld als oosterling. De kunstenaar draagt een glanzend goud gewaad, een donkere fluwelen mantel en een tulband met een veer erop. Aan zijn voeten zit een poedel. Met zijn donzige krullen, warme snoet en die witte baan over zijn kop, ziet hij er heel aaibaar uit.

Dit schilderij zag er eerst anders uit. Dat weten we omdat er een kopie van bestaat zonder hond, en omdat de röntgenfoto van het origineel als twee druppels water lijkt op de kopie. Dus moet het dier er later op zijn geschilderd.

Kopie gemaakt door een leerling van
Rembrandt: Isaac de Jouderville

Op het signatuur, ‘Rembrant f ... 1631’, spelde Rembrandt zijn voornaam voluit, maar zonder ‘d’. Dat deed hij alleen aan het einde van 1632 en het begin van 1633.

Rembrandt moet de poedel hebben toegevoegd in de lente van 1633. Hij had toen net zijn geboortestad Leiden verlaten en stond op het punt zich in Amsterdam te verloven met de chique en bekoorlijke Saskia van Uylenburgh.

Van dit schilderij bestond ooit een pendant, waarvan nu alleen nog een kopie bewaard is gebleven en waarop ook Saskia stond afgebeeld in oriëntaals kostuum.

Honden waren niet alleen symbool van onreinheid en verboden verlangens, maar ook van edele eigenschappen. Zou Rembrandt de poedel aan zijn voeten hebben gezet als teken van trouw aan zijn toekomstige vrouw?

My ten favorite Rembrandt self-portraits


About 1631 Rembrandt took on one of his more outlandish identities – literally outlandish, as an oriental of sorts, with a poodle that competes with him for attention. As  idiosyncratic as the image appears, it has non-poodle antecedents some of which Rembrandt knew. This self-portrait, the only one in which Rembrandt shows himself standing in full length, came into sharp focus for me when I became guest curator of an exhibition called Rembrandt’s orient. This is one of Rembrandt’s more outspoken appropriations of the orient, for purposes we can only guess at.



zaterdag 20 februari 2021

Het slotdeel van ‘De Cazalets’

En dat was deel 5 van de Cazalets Saga. Het voelt bijna vreemd dat dit het was voor mij en de familie Cazalet. In de Trouw-recensie schrijft Laura van Baars enorm raak over dit laatste deel, dat het niet het sterkste van de vijf is, dat de kinderen van de derde generatie nu wat te veel worden, maar ook dat het toch een prachtige afsluiting is van een geweldig werk.

‘Veranderingen’, dit vijfde deel, schreef Howard toen ze achter in de tachtig was. Het verlangen naar afronding beheerst dit boek, dat in 1953 speelt, helaas wel. De knappe compositie van de eerste vier delen laat Howard los: alle personages krijgen eigen hoofdstukjes waarin wordt toegewerkt naar een ietwat voorspelbaar einde. Howard blonk in de eerste delen uit in kinderconversaties en zielenroerselen van jongetjes die ertegen opzien om naar kostschool gestuurd te worden of meisjes die rouwen om een dode moeder of in de oorlog vermiste vader. Hoe het als kind voelt om een vriend te maken, of juist buitengesloten te worden: Howard weet er alles van. Maar als in ‘Veranderingen’ een nieuwe generatie kinderen komt logeren op Home Place en vergelijkbaar kinderleed ervaart als hun ouders in het eerste deel ‘Lichte jaren’, is dat wel ontroerend maar treedt er ook enige verveling op. Howard neemt iets te veel ruimte voor de achterkleinkinderen van William en Kitty Cazalet.

woensdag 10 februari 2021

Denken over bewustzijn


Wat me ertoe heeft aangezet het boekje van Annaka Harris over bewustzijn te gaan lezen weet ik eigenlijk niet meer. Een recensie, een tweet of een ander soort bericht erover kan ik nergens meer terugvinden. Geeft ook niet 'Conscious - A Brief Guide to the Fundamental Mystery of the Mind' is boeiend en uitdagend. 

Uitdagend is de gedachte om het bewustzijn als een toeschouwer van jezelf te beschouwen. Je brein neemt informatie op, beslist wat je gaat doen, zonder dat je bewustzijn echt in de gaten heeft hoe dat gebeurt. De uitkomst ziet het bewustzijn wel en soms kan het nog wat bijsturen of 'denkt' dat te kunnen. Harris redeneert niet door tot het uiterste, zoekt ook geen sluitende verklaring en dat opent nog een wereld van verkenning.

Publisher Weekly schreef er het volgende over:

Harris (I Wonder), a consultant and editor for books about neuroscience and physics, probes the limits of the current scientific and philosophical understanding of consciousness, exploring the possibility of a more expansive and all-encompassing definition. She investigates biological anomalies, such as the ability of parasites or bacteria to affect the behavior of their hosts, or of psychedelic drugs to “suspend the illusion of self,” in order to question preconceived notions about consciousness and free will. Harris goes on to introduce panpsychism, the idea “that all matter is imbued with consciousness in some sense,” a concept long present in spiritual and metaphysical schools of thought, and more recently embraced by some physicists. Injecting a note of urgency into her discussion, she argues the time has come for consciousness to be investigated more thoroughly, in part because of the implications of artificial intelligence with increasingly advanced levels of cognition. Though some readers may have difficulty following the neuroscience, Harris provides a thoughtful examination of a complex subject at the very core of existence, human and otherwise, that is well worth the mental effort required. Agent: John Brockman, Brockman, Inc. (June)

zondag 7 februari 2021

De Chardzjiev-collectie


Het bleef maar op het leeslijstje staan het journalistieke verslag van Hella Rottenberg over 'De strijd om de Malevitsj-collectie'. Eindelijk eens opgepakt, maar wat een verhaal over bedrog, hebzucht en gesjoemel rond een kunstcollectie. En dit niet alleen pas toen het boeltje naar Amsterdam was gesmokkeld, de collecteur zelf en zijn vrouw zijn in de Sovjet-Unie ook niet altijd zo zuiver op de graat geweest.

Een vrij volledige uitgeverssamenvatting:

Een waar gebeurde detective over de smokkel van een uitzonderlijke collectie Russische avantgardekunst en de strijd om het eigendom van de meesterwerken. Het boek vertelt hoe Amsterdamse notarissen, Russische emigranten, een Duitse kunsthandel en Haagse en Moskouse topambtenaren in wisselende coalities touwtrokken om de rijke nalatenschap van Nikolaj Chardzjiëv (1903-1996). En hoe de collectie uiteindelijk voor het grootste deel behouden werd en in beheer van het Stedelijk Museum kwam. Rottenberg beschrijft hoe Chardzjiëv zijn verzameling opbouwde als vriend en bewonderaar van de modernste schilders en schrijvers van zijn tijd. Hij bewaarde tekeningen en schilderijen van kunstenaars als Malevitsj en El Lissitzki en handschriften van dichters als Chlebnikov en Mandelstam, ook tijdens de donkerste jaren van het Stalinregime. Uit angst voor de Russische misdaad emigreerde de hoogbejaarde verzamelaar in 1993 naar Nederland. Zijn collectie liet hij het land uit smokkelen. In Amsterdam vielen Chardzjiëv en zijn vrouw in handen van allerminst belangeloze helpers. Topstukken die hij bestemd had voor het Stedelijk Museum, werden na zijn dood verkocht. Een notaris, een pensioenadviseur en een Russische emigrant hadden al voor bijna dertig miljoen gulden aan werken van Malevitsj en Lissitzki van de hand gedaan, toen de plundering ontdekt werd. Meesters, marodeurs: een meeslepende speurtocht naar onbekende meesterwerken en het gezelschap boeven, juristen en adviseurs dat ermee aan de haal ging.

dinsdag 2 februari 2021

Een walvis en een pandemie


Een verhaal om als een golf over je heen te laten komen, bijna als een hedendaags sprookje. In de Volkskrant Luistergids schreef Hugo Blom er dit over:

De roman van John Ironmonger ligt ook niet voor niets nu in de handel, ook al dateert hij uit 2015. Dat komt doordat de hoofdpersoon, een man die op een dag aanspoelt op het strand bij een vissersdorpje in Cornwall, de driehonderd dorpelingen waarschuwt voor een pandemie. Kijk, dat is leuk verzonnen in 2015. En daar liet Ironmonger het niet bij, er zit nog veel meer in deze roman. Het verhaal wordt voorgelezen door Sander de Heer, duurt dertien uur en heeft alles en niets met onze werkelijkheid te maken, luister maar.

De dag dat de walvis kwam - John Ironmonger