vrijdag 8 september 2023

Geloven in het wild

Foto: dilmen, bulholzer

Ik denk aan mijn eigen geschiedenis. Aan mijn Eveense naam, matoecha, wat berin betekent. Aan de kus van de beer op mijn gezicht, aan zijn tanden die zich eromheen sluiten, aan mijn kaak die kraakt, aan mijn schedel die kraakt, aan hoe donker het is in zijn bek, aan zijn klamme warmte en zijn beladen adem, aan de verslappende greep van zijn tanden, aan mijn beer die plotseling onverklaarbaar van mening verandert, zijn tanden zullen geen middel zijn om mij te doden, hij zal me niet verslinden.

Maar toch. Te midden van gletsjers en omringd door vulkanen, ver van mensen, bomen, zalmen en rivieren, heb ik hem gevonden, of heeft hij mij gevonden. Ik loop over deze dorre hoogvlakte waar ik a priori niets te zoeken heb, ik kom van de gletsjer, ik daal de vulkaan af, achter me vormt de damp een halo van wolken. Ik beeld me in dat ik alleen ben om alle persoonlijke, historische en sociale redenen die je kunt bedenken maar toch ben ik het niet. Een beer die net zo gedesoriënteerd is als ik wandelt ook over deze hoogten waar hij niets te zoeken heeft, hij lijkt dus bijna een alpinist, want inderdaad, wat doet hij daar, op die kale grond zonder bessen of vis terwijl hij ook rustig aan het vissen had kunnen zijn in het bos? 

We lopen elkaar tegen het lijf, als er één ding essentieel moet zijn aan de kairos, dan is het dat. Een oneffenheid in het terrein beneemt ons het zicht op elkaar, de mist komt op, de wind waait niet uit de goede richting. Als ik hem in de gaten krijg staat hij al voor me, hij is even verbaasd als ik. We zijn twee meter van elkaar verwijderd, er is geen ontkomen aan, voor hem niet en voor mij niet. Darja had me gezegd, als je een beer tegenkomt, zeg dan tegen hem 'ik raak jou niet aan, jij raakt mij niet aan'. Ja, natuurlijk, maar niet daar. Hij laat me zijn tanden zien, hij is waarschijnlijk bang, ik ben ook bang, maar omdat ik niet kan vluchten doe ik hem na, laat ik hem ook mijn tanden zien. Daarna gaat alles heel snel. We botsen tegen elkaar op hij brengt me aan het wankelen mijn handen grijpen in zijn vacht hij bijt me in mijn gezicht daarna in mijn hoofd ik voel mijn botten kraken ik zeg bij mezelf dat ik doodga maar ik ga niet dood, ik ben volledig bij bewustzijn. Hij laat los en grijpt mijn been. Ik profiteer ervan door mijn ijshouweel los te maken dat aan mijn bretel hangt sinds de afdaling van de gletsjer vlak achter me, ik sla hem ermee, ik weet niet waar want ik heb mijn ogen dicht, ik ga volledig op mijn gevoel af. Hij laat los. Ik doe mijn ogen open, ik zie hoe hij zich al hinkend uit de voeten maakt, ik zie het bloed op mijn geïmproviseerde wapen. En ik, ik blijf daar achter, hallucinerend en onder het bloed, me afvragend of ik zal blijven leven maar ik leef, ik ben helderder dan ooit, mijn hersenen gaan duizend kilometer per uur. Ik zeg bij mezelf: als ik hieruit kom, wordt het leven anders. 

Uit:
Geloven in het wild 
Natassja Martin

(pagina's 25 en 132)

zaterdag 2 september 2023

Miss Marketing in het museum

via The Collector

Hilma af Klint als nationaal symbool

Iemand die zich er goed voor leent om meer dan nu te worden aangeduid als ‘vernieuwer’ is de Zweedse Hilma af Klint. Eerder dan haar mannelijke collega’s Mondriaan en Kandinsky bekeerde zij zich tot de abstractie. Haar voortrekkersrol bleef echter lang onopgemerkt, waardoor uiteindelijk beide heren er met de wereldroem vandoor gingen. Af Klint had dat ook wel enigszins aan zichzelf te wijten. Tijdens haar leven trad ze weinig op de voorgrond en kort voor haar dood meende ze dat de wereld nog niet toe was aan haar abstracte schilderijen. Daarom droeg ze haar neef en erfgenaam op om dit deel van haar oeuvre twintig jaar lang geheim te houden. Het wereldkundig maken ervan bracht haar nog niet de waardering die je zou verwachten, want toen in 1970 het Moderna Museet in Stockholm de schilderijen uiteindelijk kreeg aangeboden, werden deze aanvankelijk door het museum afgewezen.

Met het merk Af Klint valt nog meer te doen dan alleen de positionering als ‘vernieuwer’. In principe moet het mogelijk zijn om haar te kronen tot nationaal kunstenaar. Aangezien Zweden geen Velázquez, Rembrandt, Munch of Klimt heeft, is er zogezegd een vacature, zeker zolang ABBA en Pippi Langkous worden gezien als Zwedens belangrijkste culturele exportproducten.

Mochten de Zweden ervoor voelen Af Klint op het schild te hijsen, dan moet er natuurlijk wel iets gebeuren. Zo zal er een prestigieuze prijs naar haar vernoemd moeten worden en dient men aan enkele werken van Af Klint een iconische status toe te kennen. Die verdienen uiteraard een eigen zaal in het Moderna Museet en moeten als een must see worden geframed. Ook moet Zweden alle Af Klint-jubeljaren vieren, waarbij thematentoonstellingen, toespraken, educatieve activiteiten, media-aandacht, ansichtkaarten, posters, boeken en uitgekiende merchandising niet mogen ontbreken. Een spraakmakende Netflix-serie met Af Klints leven als inspiratiebron zou ook wonderen kunnen doen. Voorts moeten er uiteraard de nodige straten en pleinen naar Hilma af Klint worden genoemd. En het kan geen kwaad om een standbeeld voor haar op te richten. Dat wil ook nog weleens helpen als het om nationale roem gaat. Overigens is het niet zo dat de wereld stilzit waar het gaat om Hilma af Klint. Popster Pharrell Williams wil Af Klints werken exploiteren als non fungible tokens (NFT’s) en ook is er een biopic over haar leven in de maak.

Uit:
Kunst marcheert altijd
Over Rembrandt, Van Gogh en de waarde van artistieke roem
Ruurd Mulder