vrijdag 30 april 2021

Gisèle en Castrum Peregrini

Gisèle en Wolfgang, begin jaren vijftig


Met een zilveren lepel in d'r mond geboren, ja, dat kan je van Gisèle van Waterschoot van der Gracht (1912-2013) best wel zeggen. Haar ouders waren niet stinkend rijk, maar het milieu, de  adellijke familieleden, de contacten en de sfeer gaven haar een uitstekende startpositie om wat van het leven te maken. Dat heeft ze dan ook gedaan. Annet Mooij beschrijft het bijzondere leven van de vrouw die haar eigen werkelijkheid maakte en als die niet in de smaak viel omtoverde tot een mythe. En onlosmakelijk daaraan verbonden is het verhaal van de leefgemeenschap Castrum Peregrini met zijn leider Wolfgang Frommel. Inmiddels is daarover zoveel bekend dat er gerust gesproken kan worden van een beklemmende sekte.

Rob Hartmans heeft in een puntige recensie van het boek in de NRC deze beschrijving gegeven:

 "Maar pas sinds enkele jaren is er meer aandacht voor de duistere kanten van Wolfgang Frommel en diens sekte, waarin seksueel misbruik en het anderszins manipuleren van kwetsbare jongens schering en inslag waren.

Dat de stichting Castrum Peregrini nog altijd bestaat, over een kapitaal pand aan de Herengracht en de Beulingstraat beschikt en zich tegenwoordig kan afficheren als een ‘cultural playground’ waar ‘culture, freedom and friendship’ worden vereerd, is te danken aan de meer dan gulle en loyale steun van nota bene een vrouw – de schilderes Gisèle d’Ailly-Van Waterschoot van der Gracht (1912-2013). Zij is het die door de huidige stichting, die afstand heeft genomen van de ideologie en pederastie van het oude Castrum Peregini, wordt voorgesteld als de centrale figuur van deze vriendengemeenschap, als de moedige verzetsvrouw die haar woning ter beschikking stelde aan Frommel en de onderduikers en deze vriendengroep door hard werken in leven wist te houden, en als een inspirerende kunstenares met een uniek oeuvre. Uit de prachtige biografie die Annet Mooij van haar schreef wordt echter duidelijk dat ook op dit beeld veel valt af te dingen."

zondag 18 april 2021

Spektakel in Antwerpen

‘Mijn werk heeft een hoog spektakelgehalte, het moet echt van de bladzijden afspatten. En dan krijg je natuurlijk weleens te horen: het is overdadig, of: je bent wel heel aanwezig, Jeroen. Maar dat vind ik allemaal prima. Het predicaat ‘overdaad’ vind ik zelfs heerlijk. Dan voel ik me een soort banketbakker die iemand op dieet een tafel vol lekkers serveert. Maar als iemand zou zeggen: jouw boek is eigenlijk nogal saai. Ai. Dat is de ergste kritiek die ik kan krijgen.’

Dit zegt schrijver Jeroen Olyslaergers in het interview dat Bo van Houwelingen met hem had voor de Volkskrant. En saai is zijn boek 'Wildevrouw' allerminst, het heeft een overdaad waarvan ik alleen maar meer wil horen. En dan inderdaad horen. Ik heb de audioversie voorgelezen door de schrijver zelf net afgesloten en dat is denk ik de ultieme manier om mee te gaan naar het zestiende-eeuwse Antwerpen van Olyslaegers.


Jeroen Olyslaegers vertelt over zijn boek 'Wildevrouw'
Wildevrouw is een wervelende, monumentale roman over het verlangen naar eenheid en het veroveren van een innerlijke waarheid, vol vlees en geuren, vol narren en blinden, vol handelaars en woekeraars, profiteurs en bedriegers, vroedvrouwen, cartografen, schilders, drukkers en astrologen, waarbij verlangen en zelfbedrog dansen door de straten van een gedoemde stad.

donderdag 15 april 2021

Schimmels

Hoe ik het voor elkaar krijg? Overal in de media wordt de loftrompet gestoken over het boek  'Verweven leven. De verborgen wereld van schimmels' van de Engelse bioloog en schrijver Merlin Sheldrake en ik vind het vreselijk! Nee, niet het onderwerp, want dat is enorm boeiend en juist daar wilde ik alles van weten, maar de manier waarop Sheldrake schrijft vind ik zo suf en neemt me nergens in mee. Jammer hoor, ik heb de helft gelezen en de andere helft gescand op voor mij leesbare stukjes. Wel wat van opgestoken daar niet van. En bij het zoeken naar een foto voor dit log dit leuke experiment gevonden.

Oesterzwammen eten een boek op

Op de foto zie je een versie van Entangled Life waar oesterzwammen (Pleurotus ostreatus) uit groeien. Deze paddenstoel is niet heel kieskeurig als het gaat om ondergrond om op te groeien. Voor de kweek gebruikt men vaak koffiedik, maar de papieren bladzijden van een boek doen het ook goed als voedingsbodem. Het schijnt zelfs dat de oesterzwam op sigarettenpeuken en ruwe olie kan gedijen.

Verteerde woorden

In dit geval gaat het Merlin Sheldrake om het idee dat de paddenstoelen zijn woorden verteren. Vervolgens kan de schrijver op zijn beurt de paddenstoelen weer eten, waarmee hij dus zijn eigen woorden opeet. Een gegeven dat perfect past bij de inhoud van het boek. Daarin gaat hij namelijk in op de wonderlijke wereld van paddenstoelen, zwammen en schimmels.

MixedGrill 14/05/2020

maandag 5 april 2021

Urban optimisme

 

Een verademing dit boek, nu eens geen boosheid en doom over onze mensheid en de vooruitgang, maar een positief verhaal over de ontwikkeling van de stad en een optimistische kijk op de stedelijke toekomst. 

Fragment uit het slothoofdstuk van Metropolis van Ben Wilson
Metropolis begon met de ‘sensualiteit’ van steden – met de geneugten van sociale omgang en intimiteit, die ze levendig maakten en ze van hun collectieve macht voorzagen. Het leven in de stad werd veraangenaamd door seks, eten, winkelen, rondkijken, ruiken, baden, rondwandelen en feestvieren. Alle rituelen van het stadsleven vonden plaats op agora’s, op markten, in soeks en bazaars, op straathoeken en plaza’s, in badhuizen, cafés, pubs, parken en stadions. In de daaropvolgende hoofdstukken beschreven we de machtsconcentraties waardoor betrekkelijk kleine steden in staat waren de wereld eromheen fundamenteel te veranderen. De stedengeschiedenis vanaf de achttiende eeuw liet zien op welke manieren mensen hebben geleerd om te gaan met de stressvolle omstandigheden van het moderne stadse bestaan.
  Vanaf Uruk is het stedelijke ecosysteem voortdurend aan evolutie onderhevig geweest. We hebben onze omgeving naar onze behoeften ingericht, maar vervolgens ging ze óns weer beïnvloeden in een multigenerationeel proces waarin wij, onze gebouwen en onze geschiedenislagen op elkaar inwerkten. Uruk is daarvan een treffend voorbeeld. Die eerste stad, ook een van de steden die het langst bestaan heeft, werd qua voorkomen en leven van haar inwoners gevormd door klimaatveranderingen die zich over duizenden jaren voordeden. Wanneer de moerassen zich terugtrekken, neerslagpatronen veranderen, de temperatuur oploopt en rivierstelsels onvoorspelbaar worden, past Uruk zich aan de omgeving aan. Die levensvatbaarheid en dat aanpassingsvermogen – ook van toepassing op de stadscultuur – zijn opmerkelijk. (p. 439)
 

Recensie Boeken I NRC I Jeroen van der Kris I 28/1/21

Van prostitutie in Babylon tot flaneren in Parijs: de stad is een grandioze uitvinding

De veertien hoofdstukken zijn steeds opgehangen aan een stad, van Uruk, de eerste stad in Mesopotamië (4000-1900 v. Chr.) tot Lagos in Nigeria aan het begin van de 21ste eeuw. Binnen die hoofdstukken stelt Wilson allerlei – soms onverwachte – thema’s aan de orde: prostitutie in Babylon, de badcultuur in Rome, streetfood in Bagdad, flaneren in Parijs (als strategie voor een individu om grip te krijgen op de grote stad).

Die thema’s stellen hem in staat om af en toe binnen een hoofdstuk een enorme sprong in de tijd te maken. Zo neemt hij de lezer van de badhuizen van het oude Rome mee naar Liverpool, waar in 1829 het eerste moderne gemeentezwembad opende. Andere steden in het Verenigd Koninkrijk, in Duitsland en de VS zouden snel volgen. Zwembaden, schrijft Wilson, zijn dan net als de badhuizen in Rome, ‘het kloppend hart van het gemeenschapsleven’. Hij concludeert: ‘Baden is een maatstaf voor de vitaliteit van een stad’. Ook in de 21ste eeuw zoeken stadsbewoners graag vertier aan het water, zie Paris-Plages.

Een geschiedenis van de stad in 500 pagina’s: het zou gemakkelijk taaie kost kunnen opleveren. Maar door te hink-stap-springen in de tijd, en door veel weetjes en anekdotes te vertellen, houdt Wilson de vaart er goed in. Het levert een zeer aangename leeservaring op. ‘De geschiedenis van het straatvoedsel is een verhaal van de stad zelf’, schrijft hij in het hoofdstuk over Bagdad. En plotseling zitten we in zestiende-eeuws Londen. Sefardische Joodse vluchtelingen die aan vervolging in Spanje en Portugal wilden ontkomen, nemen de gewoonte om vis te frituren mee naar Londen. In de jaren zestig van de negentiende eeuw komt Joseph Malin, een Asjkenazisch-Joodse tiener uit Oost-Europa, op het idee die vis te combineren met friet. Het blijkt een hit. In de jaren twintig van de vorige eeuw zijn er 35.000 fish-and-chips-zaakjes in Groot-Brittannië. Het verhaal van dit ‘typisch Britse’ straatvoedsel is ook het verhaal van elkaar opvolgende migrantengroepen die de bereiding en verkoop van fish-and-chips overnemen: Italianen, Chinezen, Cyprioten, Indiërs, Polen, Roemenen. 
Wilson doorspekt zijn verhaal af en toe met een pakkende oneliner. Zoals: ‘De liefde van de mens voor de stad gaat door de maag’. Om even later te concluderen: ‘In de eenentwintigste eeuw wordt de kwaliteit van de stad afgemeten aan de kwaliteit en diversiteit van het verkrijgbare voedsel; toeristen worden net zozeer door markten, restaurants en straatvoedsel als door musea en mooie stadsgezichten aangetrokken.’

zaterdag 3 april 2021

Moord op een eiland

Een feest met een sinister sfeertje inclusief moord op een Iers eiland, wie wil dat niet als fijn tussendoortje. 'De gastenlijst' van Lucy Foley biedt dat allemaal en als luisterboek idiaal te combineren met de dagelijkse bezigheden. De Gazet van Antwerpen schrijft:

Voor jetsetters Jules en Will is het eindelijk zover. Hun langverwachte bruiloft op een grandioos eiland voor de Ierse kust is een feit. Terwijl de laatste voorbereidingen worden getroffen en de gasten langzaam binnendruppelen, breekt buiten een storm los. Niemand kan nog van het eiland af.

Tussen sommige gasten – de ene met wat meer naam en faam dan de andere - blijkt het helaas niet te boteren. Oude vetes steken de kop op en de sfeer op het eiland wordt almaar grimmiger. Maar tussen wat verbaal gebakkelei en een bloedige afrekening zit er normaal gezien toch nog heel wat rek. En toch blijkt een van de gasten bereid zo ver te gaan. Wie zal er tot het uiterste gaan en wat is zijn/haar motief? Foley werkt met verschillende vertellers, wat de lezer helpt om het hele plaatje duidelijk voor ogen te krijgen. Natuurlijk blijven we zo met het dilemma zitten dat een van deze vertellers best wel eens de moordenaar zou kunnen zijn. Het zijn vooral de personages, het ene nog verwerpelijker dan het andere, die van dit boek een zeer lezenswaardige thriller maken. Oude wijn in hippe zakken. Zeker een proevertje waard!

vrijdag 2 april 2021

Anarchie en surrealisme


Opstandige, naar anarchie lonkende ouderen, heerlijk zijn ze, ware voorbeelden. En het is echt geen trend van de laatste jaren', want  Leonora Carrington schreef 'The hearing trumpet', vertaald als 'Een dove oude dame', eind jaren 50. Behalve opstandigheid heeft dit boek ook een oplopende portie surrealisme, dat ondanks alles, opgewekt eindigt aan het bijna einde van de wereld. Een verhaal om in onder te duiken, geen vraagtekens gewoon je mee laten nemen door de tweeënnegentigjarige Marian Leatherby.




DE HOOGBEJAARDE REVOLUTIE VOLGENS LEONORA CARRINGTON

Geen nette oude dame

ROMAN Ze sloot vriendschap met Dalí en Picasso, en begon een relatie met Max Ernst, ze maakte kunst. En ze schreef. Het beste boek van Leonora Carrington, een roman vol dolle plotwendingen, anarchie en diepere mystiek, is eindelijk naar het Nederlands vertaald.

En er valt véél absurde Engelse humor te genieten, Monty Python zou er sketches uit kunnen distilleren. ‘Ik eet nooit vlees, omdat ik het niet juist vind om dieren van het leven te beroven als ze toch al zo moeilijk te kauwen zijn’, declameert de gebitloze Marian. Als ze haar angsten uit over de toestanden in het tehuis sust vriendin Carmella: ‘Je enige zorg is dus, voorzover ik zie, het feit dat je elk ogenblik vermoord kunt worden, met opzet of per ongeluk, en vanuit jouw perspectief komt dat zowat op hetzelfde neer.’

Een heerlijk boekje dus, voor wie afstand kan doen van het verlangen naar een conventioneel verhaal. Voor al wie zucht om vrijheid, en een verandering van perspectief. En voor wie nog liever ‘Zam Pollum, de Grote Bijenkoningin’ zou eren dan een bijbelse patriarch. ‘Al hebben we de vrijheid pas laat in het leven ontdekt, we vertikken het om haar ooit weer prijs te geven’, stelt Marian. Leve de hoogbejaarde revolutie dus. Laat de weerwolfkinderen en de wilde paarden los op Engelse landgoederen en in Mexicaanse steegjes. Carringtons sculpturen kijken toe en zegenen de chaos met fijne handjes.

De Standaard Verschenen op vrijdag 17 april 2020