|
In de biografie van Willem I van Jeroen Koch wordt een aanval op Noord-Nederland en de Oranjes van Jan Baptist van der Meulen, pastoor te Bueken in Belgisch Brabant beschreven.
Eenen enkelen oogslag op de historie zal den lezer volkomentlyk over-tuygen dat de prinsen van Oranje, sedert dat zy het stadhouderschap van Holland bekomen hebben, nooyt geweest zijn dan onbeschaemde bedriegers, eerzugtige dwingelanden, en geveynsde beschermers van het gemeyn volk, het welk zy op alle tyden gestreeld en meermaels tot oproer verwekt hebben, om hunnen despotismus te handhaeven, en tot de souveryniteyt der Vereenigde Provincien te geraken. [...] Den boozen aerd van die familie aen myne landgenoten, die de historie van ons vaderland niet gelezen hebben, te leeren kennen, om hun het mistrouwen inte-boezemen tegen het geen eenige oranjegasten hun nog zoeken wyste-maeken, daer is het oogwit dat ik my voorgesteld heb; ik hoop dat ik het zal bereyken, en dat mynen arbeyd aen de waere Belgen zal aengenaem zyn.
'Een koning verschanst zich: op nadering van zijn vijanden heeft de koning zich teruggetrokken in zijn...Hollandse kaas.' Litho van Genty, Parijs 1830 |