zondag 30 september 2018

Het tijdperk van de reptielen

Dino's hebben eigenlijk  niet echt  m'n belangstelling, maar door een goede recensie ergens en om de blik eens te verleggen ben ik begonnen in het boek van Stephen Brusatte, 'De opkomst en de ondergang van de dinosauris'. Nog geen moment spijt, wat een leuk boek! De ondertitel, 'Het meeslepende verhaal over de oerbewoners van onze aarde' klopt echt. Het boeit niet alleen door die oerbewoners, maar vooral ook doordat Brusatte er zoveel omheen vertelt. Een voorbeeld daarvan is dit fragment over De Great Hall of Dinosaurs in Yales Peabody Museum.

"Weggescholen in de lommerrijke straten van New Haven, Connecticut, aan de noordelijke rand van de campus van Yale University, ligt een ‘heiligdom’. De Great Hall of Dinosaurs in Yales Peabody Museum is dan misschien wel geen plek waar pelgrims naartoe komen, maar zo ervaar ik het wel. Ik krijg kippenvel, net als toen ik als kind mee mocht naar de katholieke mis. Het is geen normaal heiligdom, niet zo een met religieuze beelden, flakkerende kaarsen of wierook. Het is ook niet erg indrukwekkend, tenminste, niet aan de buitenkant, want het is ondergebracht in een tamelijk onopvallend gebouw dat tussen de andere collegezalen van de universiteit in staat. Maar het bevat wel relikwieën die voor mij net zo heilig zijn als de voorwerpen die je in vrijwel elk religieus heiligdom vindt: dinosauriërs.
In mijn ogen is er geen betere plek, waar ook ter wereld, waar je je zo kunt onderdompelen in het wonder van de prehistorische wereld.
De Great Hall is oorspronkelijk in de jaren twintig gebouwd om de unieke dinosauriërcollectie van Yale in onder te brengen, die in de loop van vele jaren verzameld werd door ruige figuren die over het Amerikaanse westen uitwaaierden om, tegen de juiste vergoeding, fossielenschatten naar het oosten te sturen zodat de elite van de vooraanstaande Ivy League-universiteiten die konden bestuderen. Deze tentoonstelling, die nu bijna honderd jaar bestaat, heeft zijn oorspronkelijke charme weten te behouden. Dit is niet de een of andere hypermoderne tentoonstellingsruimte met flitsende computerschermen en dinosauriërhologrammen en harde achtergrondgeluiden. Het is een wetenschappelijke tempel, waar skeletten van enkele van de meest aansprekende dinosauriërs plechtig een nachtwake lijken te houden, in het soort stilte dat je eigenlijk in een kerk zou verwachten.
Heel de oostelijke wand is bedekt met een muurschildering van meer dan 30 meter lang en 5 meter hoog. Rudolph Zallinger had er meer dan vierenhalf jaar voor nodig om die te maken."


"Maar voor hij mensen schilderde, was Zallinger geobsedeerd door dinosauriërs. Zijn muurschildering in de Great Hall, genaamd The Age of Reptiles (Het tijdperk van de reptielen) is de bekroning van die fase van zijn loopbaan. De schildering stond op Amerikaanse postzegels, werd in Life Magazine afgedrukt en is te zien, legaal of illegaal, op allerlei dinoprullaria. Het is de Mona Lisa van de paleontologie, zonder meer het meest spraakmakende dinosauriërkunstwerk ooit. Het is eigenlijk te vergelijken met het Franse tapijt van Bayeux, omdat het een episch verhaal van veroveringen vertelt. Het is de sage van hoe visachtige wezens op het land gingen leven en zich hun nieuwe leefomgeving toe-eigenden, diversifieerden tot reptielen en amfibieën, hoe uit deze reptielen de zoogdiertak en de hagedistak evolueerden, hoe de oerzoogdieren en vervolgens de hagedissen gedijden, en hoe daar uiteindelijk de dinosauriërs uit voortkwamen."

maandag 24 september 2018

De zussen Mitford

Het wel en wee van zes Engelse adellijke zussen tijdens het interbellum en oorlogstijd. Ik had me op het boek verheugd, maar wat viel het tegen. Dat een aantal van hen ronduit fascistisch is geweest was me al bekend. Dat de rest, gelukkig, prettiger gestoord was ook.

Een prima korte beschrijving van de familie, er was ook nog een broer, in dit log: 'De bizarre familie Mitford'.

Maar wat heeft de schrijfster, Laura Thompson, er een irritant verhaal van gemaakt. Vooral de wijze waarop zij zich in allerlei bochten wringt om de nazisympathieën van de familieleden goed te praten is bijna onverdraaglijk. Op twee-derde heb ik het boek dicht geslagen.

Om de eng broeierige sfeer van het boek te illustreren een fragment uit de recensie van Eric Palmen op Biografieportaal: 'Verliefd op de zes freules. Een sage van de gezusters Mitford'
Van alle meisjes Mitford houdt Thompson van Diana het meest. “Wie haar ooit ontmoette, kon haar nooit meer vergeten,” schrijft ze in haar nabeschouwing. We hebben het dan over een vrouw die tot aan het einde van haar leven Hitler bewonderde, hondstrouw bleef aan de fascistische ideeën van haar tweede echtgenoot en zich niet kon voorstellen dat er tijdens de shoah werkelijk zes miljoen Joden waren omgekomen, het aantal slachtoffers moet veel minder zijn geweest. “Dit was haar standpunt. Ze veroordeelde de Endlösung, maar deed dat niet op een manier die het publiek bevredigde. Ze was niet van plan te zeggen wat de mensen wilden dat ze zou zeggen. Ze stelde zelf de voorwaarden.” De kakmadam ontpopt zich als een raszuivere negationist en mevrouw Thompson valt in zwijm bij zoveel geëtaleerde geestelijke onafhankelijkheid. Thompson bewondert vooral de schaamteloosheid van de gezusters Mitford. “Schaamte is een burgerlijke notie,” schrijft Nancy Mitford in ‘The English Aristocracy’, een ongelooflijk fatterig essay, dat ze in september 1955 in The Encounterpubliceerde. 
De aantrekkingskracht van de Mitfords is volgens Thompson hun totale gebrek aan gêne over de keuzes die zij in het leven hebben gemaakt, hoe fout die achteraf ook blijken te zijn. “Moet je een heldin in het huishouden zijn, een lekkere moeder, een alfavrouwtje, een prefeministe, een postfeministe, een feministe, een feministe die niettemin een facelift heeft ondergaan? Het is een chaotische toestand.” Er is maar een remedie tegen zoveel postmoderne stress en existentiële ontreddering: “jezelf zijn”. En daarin kunnen we aan Diana Mitford – notoir antisemiet en fasciste tot het bittere einde – een voorbeeld nemen.
You must be kidding me.

zondag 2 september 2018

'Mijn strijd'

Vorig jaar las ik 'Het verboden boek' van Ewout Kieft. Hij doet daarin verslag van zijn leeservaring bij Hitlers 'Mein Kampf'. Nu ben ik ook bezig met een boek over Hitler, de biografie geschreven door Peter Longerich. Alhoewel het boek me veel nieuwe kennis en inzichten geeft, lees ik het niet gretig. Ik vorder langzaam, maar gestaag, zoals dat zo mooi heet.
Naar aanleiding van de nieuwe Nederlandse vertaling van 'Mein Kampf' verschenen er dit weekend een aantal artikelen die een toevoeging zijn op wat ik aan het lezen ben.


Vrij Nederland


Uitgeverij Prometheus kondigde aan ‘de talloze mythen en leugens’ in Hitlers ‘Mein Kampf’ te zullen ontmaskeren. Die belofte wordt helaas niet waargemaakt.
door Ewout Kieft

De Groene Amsterdammer


Naar aanleiding van de nieuwe Nederlandse vertaling van Mein Kampf stelt Arnon Grunberg dat het altijd nuttig is om kennis te nemen van Hitlers complottheorieën, omdat we daarin de huidige misschien beter herkennen. 
door Arnon Grunberg

Na de Tweede Wereldoorlog moest het Duits schoongewassen worden van nazistische termen en concepten. Maar ressentiment vindt ook in schone taal gehoor. 
door Thijs Kleinpaste

Hitler was een performer, die een mythe construeerde in de hoop macht en invloed te verwerven. Het grote raadsel is dat hij erin slaagde zijn ‘theater’ tot werkelijkheid te maken. In dit proces speelt Mein Kampf slechts een klein rolletje.
door Chris van der Heijden

Het artikel van Arnon Grunberg heeft de meeste indruk op me gemaakt, daaruit een fragment.

Antisemitisme was aan het begin van de twintigste eeuw wijdverspreid in Europa, of het virulenter was in Duitsland dan in andere Europese landen is iets waarover historici twisten. Zeker is dat Hitler zijn lezers, en zijn gehoor, niet met veel moeite hoefde te overtuigen dat er een ‘Joods probleem’ was. Zo schrijft hij met bewondering over de Weense burgemeester Karl Lueger (1844-1910), die veel voor het antisemitisme heeft gedaan, maar die volgens Hitler daar helaas niet ver genoeg in ging. Hitlers innovatie op antisemitisch gebied was dat hij afzag van meer klassieke antisemitische mythen (de kruisiging van Christus, joden die het bloed van christelijke kinderen zouden gebruiken om matzes te bakken) maar consequent joden, marxisme en kapitalisme gelijkstelde. Marxisme en kapitalisme (globalisering en kosmopolitisme) waren volgens hem joodse uitvindingen om de joodse wereldheerschappij naderbij te brengen. Zo kon hij ook evidente tegenstellingen tussen marxisme en kapitalisme verdoezelen, het doel van beide ideologieën was immers joodse wereldheerschappij. Veel Duitsers hielden dit voor waar, het was in elk geval voor veel Duitsers geen reden om niet op de NSDAP te stemmen. Bij de verkiezingen in maart 1933 haalde de NSDAP 43,9 procent van de stemmen, wat de kracht van de samenzweringstheorie mag illustreren.
De vergelijkingen die wel eens zijn getrokken met betrekkelijk populaire hedendaagse theorieën over terrorisme, de islam en ‘de moslims’, die Europa zouden willen overnemen, zijn juist. De angst voor het jodendom en de jood uit de jaren twintig is ongeveer net zo rationeel als de angst voor de moslim en de islam van heden.

Zie ook op BrimBoek:
Hitlers 'ideologische ontwikkeling'
Christenen en het nationaalsocialisme
Wanneer is het te laat......?

zaterdag 1 september 2018

Een complottheorie

Natuurlijk is het vooralsnog een complottheorie dat Poetin Trump in zijn macht heeft via de Russische maffia, toch ga je er gaandeweg in het boek waarheid aan hechten. ´Het Huis Trump, het Huis Poetin` van Craig Unger. Het hele boek lezen werd me wat te veel, alle transacties, namen, miljoenen en miljarden. Na de helft nog hier en daar een hap en de grote lijn van het spel is duidelijk.
In de NRC van 16 augustus schreef Michel Krielaars een recensie waarin het complot ook mooi wordt samengevat.

Volgens het opzienbarende boek House of Trump, House of Putin. The Untold Story of Donald Trump and the Russian Mafia van de gerenommeerde Amerikaanse onderzoeksjournalist Craig Unger, berust Poetins versterkte machtspositie niet op toeval, maar zou er een ingenieus plan achter schuilgaan.
Sinds Donald Trump zich in de race om het Amerikaanse presidentschap begaf, is hij, in Ungers ogen, Poetins marionet. Sterker nog, zonder de bemoeienis van het Kremlin zou Trump nooit president van de Verenigde Staten zijn geworden. Nu het eenmaal zover is, kijkt Poetin, zoals op de recente top in Helsinki duidelijk werd, handenwrijvend toe hoe zijn belangrijkste tegenstander op het wereldpolitieke toneel met de dag aan macht inboet, terwijl Rusland als grootmacht herrijst.
De voornaamste instrumenten voor de uitvoering van dat vermeende masterplan zijn de Russische geheime dienst en de Russische maffia, twee organisaties die al decennialang hecht samenwerken. Die maffia speelt sinds de nadagen van de Sovjet-Unie een belangrijke rol om in de Verenigde Staten belangrijke tegenstanders te compromitteren en de financiële markten te ondermijnen.