maandag 20 januari 2020

La belle epoque


Proust, Huysmans, Montesquio, Lorrain, Goncourt, Oscar Wilde, Sarah Bernhardt en nog een hele stoet tijdgenoten komen voorbij in het boek dat moet doorgaan voor de biografie van dokter Samuel Jean Pozzi (1846-1918). Die laatste komt heus wel ter sprake en met hem vele medische vernieuwingen van die tijd, maar toch is zijn levensverhaal meer een kapstok om de beau monde van rond de vorige eeuwwisseling te portretteren.
Al luisterend, zonder mogelijkheid te kunnen terugbladeren wie wie ook alweer was, heb ik het heerlijk over me heen laten komen. De wat geaffecteerde voorleesstem van Louis van Beek leent zich prima voor deze waterval aan anekdotes uit 'la belle epoque'.

'De man in de rode mantel' van Julian Barnes wordt door Wieteke van Zeil prachtig beschreven in het interview met de schrijver in de Volkskrant van 15 november 2019.

Dr. Pozzi at Home (1881)
John Singer Sargent
Voor Julian Barnes – romanschrijver, biograaf, kunstschrijver – was Pozzi een machtig, dynamisch en aantrekkelijk man. Hij liet de kijkervaring ‘fermenteren’ en daarna werd hij benieuwd. Eerste informatie: Pozzi was een don juan, een verleider, een ijdele beroemdheid. Die ‘schijnbare paradox’ intrigeerde Barnes, en ook dat zijn naam nu compleet is vergeten, op de pozzitang na dan. De stappen die Barnes ondernam om meer uit te vinden over Pozzi, de schraapseltjes van feiten en krantenberichten, brieven en dagboeken en hoe daaruit een, altijd gemankeerd, beeld ontstaat van het leven van iemand van wie hij zich net nog niet bewust was, lezen als een gedachtenstroom in De man in de rode mantel
Alsof je bij een etentje naast hem zit en hij je anekdote na anekdote vertelt, genoeg om tot het toetje niet over zijn schouder te loeren wie er nog meer aan tafel zit. Barnes springt soepel van Pozzi’s werk en familie naar zijn vriendschappen met de onuitstaanbaar verwende graaf Robert de Montesquiou – ons door de geschiedenis nagelaten in een grandioos dandyportret van Giovanni Boldini – en de lethargische prins Edmond de Polignac, een verarmde Franse aristocraat en soort-van-kunstenaar die trouwde met schilder Winnaretta Singer, Amerikaanse erfgenaam uit de naaimachinefamilie, om zijn fortuin aan te vullen. Beiden waren homoseksueel.
Deel van 'Le cercle dans la rue Royale' (1886)
een groepsportret van James Tissot
De auteur navigeert van kunst naar sociale mores, van seksuele moraal naar de ontelbare duels die onverminderd doorgingen in het Frankrijk van de 19de eeuw. Hij plaatst daarmee naast de intellectuele ideeënwereld van de belle époque-elite een fysieke dimensie die je minder tegenkomt in boeken, van schotwonden, doorboorde darmen, afgezette benen, kogels die op nekwervels afketsen, lijfstraffen voor geesteszieken en de afschuwelijke consequenties van de zo bezongen seksualiteit in het fin de siècle. Tallozen takelden af door syfilis, een onbarmhartige, ongeneeslijke ziekte die de tanden deed verrotten, het lichaam deed opzwellen en vol vlekken bedekte. De keuze voor een arts als protagonist maakt van de vrolijke belle époque ook het Tijdperk van Lijden.