maandag 27 april 2020

Lichtgeraakte loenen en gramstorig grauw


De nieuwe berijming van de psalmen in 1773 kon het gelovige protestante volk wel aan, maar toen er in 1776 ook sprake was van een nieuwe zingtrant, de psalmen zouden wat sneller worden gezongen, braken op verschillende plaatsen in het land relletjes uit. Dat zogenaamde psalmenoproer loopt in de vissersplaats Maassluis flink uit de hand.
Het gedoe over het psalmzingen is de kern van de 'documentaire roman' van Maarten 't Hart. Rond die kern is er veel meer; de teruggang van de haring- en kabeljauwvisserij, de veeziektes, het verdwijnen van het Oranjeregime en de komst van de Fransen en Napoleon, Mozart in Den Haag, een liefdesgeschiedenis. En dan vooral de taal.............ik heb naar het, door Jeroen Willems voorgelezen,  boek geluisterd en het was geweldig. Boer Wineke schreef er in de Volkskrant over:

In Het psalmenoproer kan 't Hart zich wat ouderwets taalgebruik betreft helemaal uitleven. Dus wemelt het van de stinkende smuigerdjes, prikkenbijters, lichtgeraakte loenen , heetgebakerde pluggen, gramstorig grauw, lichtmissen en sedentieuze deuntjes, wordt er gediverteerd, opgebracht en gesoulageerd, en is er nauwelijks vleselijke conversatie. De eerste vijftig bladzijden is het bijna alsof je een andere taal leest, maar daarna ben je gewend aan die vreemde maar prachtige woorden en de trage cadans van dat ouderwetse Nederlands. En kun je je voorstellen hoe 't Hart zich bij het schrijven heeft zitten verkneukelen.

Psalm 42 in oude (links) en de nieuwe versie (rechts)