donderdag 7 november 2019

De Vondeling Van Ameland

De vuurtoren 'De Brandaris' op Waddeneiland Terschelling, 1913 Spaarnestad Photo

Op het strand van Ameland, was hij als zuig'ling aangespoeld
Overboord gegooid, op een reddingsboei gebonden
Hij had zich op de golven als in de baarmoeder gevoeld
En schreeuwde tot hij door een jutter werd gevonden

Ik kom eraan, ik kom eraan
Zee, wind, zon, oceaan
Ik kom eraan
Van het album: Het eiland in de verte


Aan dit prachtige en ontroerende lied moest ik af en toe denken bij het luisteren naar 'De Wadden' geschreven en verteld door Mathijs Deen. De geschiedenis van de Waddeneilanden; van de laatste IJstijd via de Romeinen en Vikingen, de Gouden Eeuw, de walvisvaarders tot aan de komst van de eerste badgasten op de eilanden aan het eind van 19de eeuw en de twee wereldoorlogen. Deen vertelt over de eilanders, maar ook over het steeds veranderende landschap en de natuur. Af en toe in wat gezwollen taal en soms overgedramatiseerd, maar zeker als luisterboek een fijne en ook leerzame ervaring.

In het noorden van de Lage Landen lag een modderige schemerzone tussen land en water. De Romeinen bijvoorbeeld waagden zich er wel, maar werden in dit onland ook vaak lelijk verrast door de bewoners die alle nukken van de natuur kenden. De Allerheiligenvloed van 1170, ook verantwoordelijk voor het ontstaan van de Zuiderzee, gaf de zee ruim baan. In de jaren daarna werden de eilanders definitief eilanders, geografisch maar ook sociaal. Min of meer aan hun lot overgelaten ontwikkelden de bewoners een typerende onverstoorbaarheid, eigenzinnigheid en vindingrijkheid. Die eigenschappen bleven, of het geld nu verdiend werd met walvisvaart, jutten of toerisme.

Uit: 'Nooit af - Op de Wadden begint de geschiedenis elke dag opnieuw', Paul van der Steen, Trouw, 5-10-2013