zondag 17 november 2019

‘the tourist gaze’

Reisgidsen en ‘the tourist gaze’

Het fenomeen reisgids is nauw verbonden met de opkomst van het moderne toerisme in Europa vanaf medio negentiende eeuw, toen een uitgebreid spoorwegennet tot stand kwam. De toerist zocht plezier en ontspanning. Maar hij wilde ook zijn culturele horizon verbreden en zijn lichamelijke gezondheid verbeteren. Deze expositie toont hoe de reisgids als vaste metgezel de toerist precies aangaf, wat de moeite van een bezoek waard was: welke steden, welke gebouwen, welke badplaatsen, welke bergstreken, welk panorama. De reisgids bepaalde ‘the tourist gaze’ en speelde zodoende een belangrijke rol bij het definiëren van wat tegenwoordig als natuurlijk en cultureel erfgoed in Europa wordt beschouwd.


Zo stond het in de aankondiging van de expositie 'Europa in beeld' van de Universiteit van Maastricht. Het zou een samenvatting kunnen zijn van hoofdstuk 4 'Europeanen op reis' van het boek van Orlando Figes. Het beste wat ik tot nu toe gelezen heb in dit boek. Zo goed dat ik bijna alles ervan wel zou willen bewaren in dit log. Het is een boeiende en belangrijke ontwikkeling die Figes beschrijft. Door de treinen en stoomschepen krijgen veel meer mensen de mogelijkheid te reizen en degenen die ze daarbij de weg wijzen tekenen daarmee de contouren van de hedendaagse Europese culturele canon.

De eerste gids van Murray, A Handbook for Travellers on the Continent, verscheen in 1836. Er werden in vijf jaar tijd tienduizend exemplaren van verkocht en in 1871 verscheen de zeventiende druk. Tegen die tijd bestond er voor elk Europees land een aparte gids van Murray, van Portugal en Spanje tot Griekenland, Turkije, Rusland, Polen en Finland, waarbij van de meest populaire titels, bijvoorbeeld die over de Rijn, Zwitserland en Italië, in de jaren 1850 en 1860 tienduizenden exemplaren werden verkocht. Of zoals een recensent in 1855 stelde: ‘Sinds Napoleon heeft niemand zo’n groot rijk weten op te bouwen.’ Murrays belangrijkste noviteit was dat hij reisroutes suggereerde. Baedeker en Joanne namen het idee dankbaar over. Het maakte Murrays gidsen beknopter en gebruiksvriendelijker dan voorgaande reisboeken. (p. 255)
Doordat ze toeristen de gebaande paden wezen, speelden Murrays gidsen een cruciale rol bij de standaardisering van de ervaring van buitenlandse reizen. Toeristen vertrokken van huis in de verwachting dat ze de dingen zouden aantreffen die in hun reisgids werden genoemd, en die plekken verwierven hierdoor een symbolische ruilwaarde: ze werden tot ‘cultureel waardevolle objecten’ die de toerist zich kon toe-eigenen door ze te gaan bekijken. Souvenirs hielpen de toeristen deze symbolische verworvenheden tastbaar te maken. (p. 257)
Venetië in de 19de eeuw
Ruskins publicaties over Italiaanse kunst inspireerden veel reizigers. Mogelijk sterker dan welk ander negentiende-eeuws literair werk ook, belichaamden zij het idee van reizen als een esthetische ervaring die deze onderscheidde van het alledaagse toerisme. Ruskin gruwde van het gehaaste, oppervlakkige aflopen van bezienswaardigheden dat door de spoorwegen en Murrays reisgidsen in de hand werd gewerkt en voelde zich hierdoor geroepen zijn eigen boeken over beeldende kunst en architectuur uit te brengen, met de bedoeling de serieuze reiziger te helpen de kunst en cultuur van een plek op waarde te schatten. (p. 261) 
Ruskins boeken groeiden uit tot dé publicaties voor wie de Italiaanse cultuur echt wilde leren kennen. Ze werden in de gidsen van Baedeker en Murray veelvuldig aangehaald en veel reizigers gebruikten ze als welkome aanvulling hierop. Zijn invloed hielp de culturele kaart van toeristen te veranderen en bracht bijvoorbeeld meer Britten dan voorheen ertoe de Alpen en Venetië te bezoeken. Met name The Stones of Venice droeg bij aan de waardering van de kunst en architectuur in die stad. Meer dan welk ander boek ook veranderde het Venetië van een vervallen tussenstop tijdens de Grand Tour tot een belangrijke toeristische bestemming op zich. (p. 262) 
Ik heb nog niet het hele hoofdstuk gelezen, maar wel al gezien dat het verder gaat over de invloed van de ontwikkelingen op musea en kunstcollecties. Wellicht onderwerp voor een toekomstig log. Ik sluit deze nu af met, niet in het boek genoemde, affiches van spoorwegen en toerisme in 19de eeuws Nederland, die ik vond op de website van IJzeren Eeuw, 'Hollandmania'.

Toeristische affiches bedoeld voor de Duitse en Britse markt. Collectie Spoorwegmuseum.