zaterdag 1 februari 2020

Cultuurlandschap en nieuwe wildernis

Landschaftspark Duisburg Nord
In het laatste essay in 'Natuur in mensenland' worden zoals vaker in het boek van Martin Drenthen het perspectief van cultuurlandschap tegenover dat van wildernis gezet. Erfgoedbehoud versus herwildering. Hij voert beide naar elkaar door terecht steeds te wijzen op de gelaagdheid van het landschap. Naar welke laag van het landschap gaat de herwildering terug? En is de nieuwe wildernis niet evengoed een nieuwe cultuurlaag die over het landschap wordt gelegd?

In de geschiedenis worden noodzakelijkerwijs in een doorlopend proces nieuwe lagen aan het landschap toegevoegd naarmate de tijd voortschrijdt. We kunnen dan wel expliciet verwijzen naar diepere en oudere lagen en zelfs proberen om deze bloot te leggen (bijvoorbeeld door in de uiterwaarden recente kleiafzettingen af te graven en zo oude rivierarmen zichtbaar te maken), maar elke poging om terug te keren naar een vorige toestand miskent dat we als historische wezens deel uitmaken van een voortgaande landschapsbiografie. Wat onze interpretatie van een bepaald landschap ook moge zijn, onze pogingen om een gevoel van historische continuïteit te herstellen zullen altijd gepaard gaan met het toevoegen van nieuwe lagen aan het palimpsest. Deze nieuwe lagen zullen in het beste geval geïnspireerd zijn door en op zinvolle wijze verbonden zijn met oudere lagen en een basis vormen voor een nieuwe narratieve wending die het verleden op zinvolle wijze verbindt met toekomstige lagen van de landschapspalimpsest.
Zodra we accepteren dat we onvermijdelijk nieuwe historische lagen toevoegen aan een landschap, wordt het mogelijk om creatieve oplossingen te vinden die ons in staat stellen de betekenis van alle lagen van de tekst te erkennen, zowel die van de oorspronkelijke wildernis als het meer recente erfgoed.

Hoe zoiets eruit zou kunnen zien kunnen we leren van projecten waarin architecten en kunstenaars proberen de gelaagdheid van het landschap een centrale rol plek te geven.
Een mooi voorbeeld van een dergelijke oplossing is het eerder genoemde Landschaftspark Duisburg Nord, waar landschapsarchitect Peter Latz de syntaxis van een verwaarloosd industrieel landschap veranderde door de bestaande elementen in een ander narratief kader te plaatsen.216 Door van een oude hoogoven een uitzichtpunt te maken, en van een oude waterzuiveringsinstallatie een mooie vijver voor amfibieën en vissen, wordt een voormalig zware-industriecomplex een stadspark met ruimte voor mens en natuur, dat tegelijkertijd de herinnering aan het verleden levend houdt.  (In hoofdstuk 10 'Herwildering in gelaagde landschappen als uitdaging')