Voor de sfeer een fragment uit het interview:
U werd in februari tachtig. In uw boek schrijft u: „Oud worden en oud zijn, ik geniet ervan”. Waar zit dat genot in?
„Dat je bijna alles in het leven beter begrijpt. Vroeger dacht ik: ik wil later niet zo’n oud verschrompeld mens worden. Nu ik dat eenmaal bén kan ik je zeggen: het valt reuze mee. Oud worden, ik kan het iedereen aanraden.”
Ze kijkt met verbijstering naar hoe oude mensen op televisie worden neergezet. „Alsof de ouderdom een schrikbeeld is. Je ziet nooit leuke oude mensen die naar hun leesclub gaan, die de kleinkinderen van school halen of op weg zijn naar het Stedelijk Museum. Ze zitten altijd in hun rolstoel bingo te spelen, in achterlijke kleren. Nooit een potje schaak. Het idéé dat ik later met een pluche beertje tegen mijn borst kinderliedjes zit te zingen. ‘En mevrouw Barend, lust u nog een glaasje limonade?’ Rot op!”