woensdag 23 december 2020

Hoe Drenthe arm bleef

Overijssel, Drenthe; Franz Johan Joseph Von Reilly - 1791
Kopergravure verschenen in "Schauplatz der fünf Theile der Welt", Vienna, 1792.

Ik ben begonnen met 'Het lege land. De ruimtelijke orde van Nederland 1798-1848' van Auke van der Woud. Na de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1648-1795) is er veel gehannes met de indeling van departementen, gewesten, provincies tijdens de verschillende machtswisselingen en regeringsvormen rond het begin van de 19-de eeuw. 
Over Drenthe las ik onder meer dit:
In 1809 hield de landdrost van Drenthe, de hoogste gewestelijke functionaris, voor de koning tevergeefs een pleidooi voor een grenswijziging met Noordwest-Overijssel, zodanig dat het zeer onderontwikkelde Drenthe niet alleen in bezit zou komen van een vruchtbare kleistreek maar ook, veel belangrijker nog, zelf aan zee zou komen te liggen, iets wat voor de departementale economie een stimulans zou zijn: Overijssel was immers voor Drenthe vanouds een tolbarrière van belang. Niet alleen Lodewijk Napoleon, maar ook de Grondwetgever van 1815 hield echter deze structureel zwakke positie van Drenthe in stand door de grens te laten zoals die was.