zondag 6 december 2020

Schaduwstad

In februari van dit jaar heb ik geluisterd naar 'Het feest' het succesboek van Elizabeth Day. Dat is me prima bevallen. Ik was dan ook blij verrast toen ik van dezelfde schrijfster bij de nieuw verschenen audioboeken in Kobo Plus 'Schaduwstad' zag staan. Even dacht ik dat het de opvolger van Het Feest is, maar nee, 'Schaduwstad' kwam al in 2015 uit. Door het succes is men ook eerder werk van Day gaan vertalen en ook gaan voorlezen.
Het boek zelf vond ik heerlijk, kijken in 4 totaal verschillende levens die toch met elkaar te maken krijgen. Feelgood, want ondanks alles is er voor iedereen een happy end. Dat was het verhaal dus, het voorlezen vond ik een stuk minder. Willemijn de Vries mag dan bekend staan als  'Voice Over actrice', ik vind haar stem ronduit vervelend, ze brouwt en klinkt af en toe zelfs nasaal. Jammer, want een fijne, bij het genre passende stem verhoogt het literaire plezier.

Uit een NRC interview met de schrijfster:

In die roman verkent Day vanuit vier personages, elk met een eigen verhaallijn, het onderwerp verlies. Voornoemde zakenman, een uit Oeganda afkomstig lesbisch kamermeisje, een prille weduwe en een roddeljournaliste, allen Londenaren, zijn iemand kwijtgeraakt. Ze rouwen en vragen zich af of zij schuldig zijn. Zij vinden elkaar – en daarmee zichzelf. Zoetelijk is de roman geenszins, daar is Day de schrijver niet naar, maar een bepaalde verzoeningsgedachte, met het lot, zichzelf en anderen, zit er wel in.

Iedereen is beschadigd of op zijn minst getekend door het leven, en heeft daardoor onaardige kanten. Ik verken in mijn romans de donkere kanten van de mensheid, van mezelf

Day: „Daar geloof ik in. Kijk, iedereen is beschadigd of op zijn minst getekend door het leven, en heeft daardoor onaardige kanten. Het gaat mij erom dat die te verklaren zijn. Mensen doen niet zomaar rot, en kunnen veranderen. Ik verken in mijn romans de donkere kanten van de mensheid, van mezelf. Als een soort ontdekkingsreiziger.” Critici noemden haar figuren soms ‘te onaardig’. Naar haar idee is dat seksisme: een schrijfster moet, zoals alle vrouwen, „pappen, nathouden, gladstrijken”. „Maar het gaat me er niet om wie ‘de goede’ is. Die is er niet. Niets is waar, of alles. Iedereen heeft zijn eigen versie van gebeurtenissen.”