vrijdag 20 december 2019

De concurrentiestaat

Het nieuwste boek 'Intimiteit' van de Belgische klinisch psycholoog en psychoanalyticus Paul Verhaeghe wordt overal de hemel ingeprezen. Vijf sterren maar liefst in NRC, interviews en tv-optredens.
Ik ben tot op de helft gekomen en toen besloten dat het wel goed en genoeg was voor mij. Mooie inzichten, dat heus wel, maar de stijl, de vanuit een geveinsd milde attitude de hedendaagse maatschappij veroordelende toon, ik ergerde me er wild aan.

Een fragment uit de bespreking in 'De Groene Amsterdammer' waaruit voor mij de dualiteit tussen inzichtelijke analyse en maatschappijveroordeling naar  voren komt.

Dat mensen continu worden geconfronteerd met ideeën en beelden hoe ze moeten leven, is niet nieuw. Het verschil echter met eerdere religieuze en politiek ideologische beelden is dat het volgens Verhaeghe nu gaat om een digitaal en commercieel bombardement van de boodschap ‘het is nooit goed genoeg’. Je moet perfect zijn, in ieder geval meer en beter dan een ander. Dat maakt mensen niet alleen concurrenten van elkaar op het werk, maar ook in de privésfeer, met vrienden en geliefdes én van zichzelf. Deze concurrentiestaat zorgt voor een fundamenteel wantrouwen en resulteert in lichamelijke stress. Vandaar al die psychische ziektes, vandaar het gebrek aan intimiteit.
Daar komt bij dat gezondheid steeds meer een zaak van individuele verantwoordelijkheid is geworden, samenhangend met de verkeerde of juiste keuzes maken. Met andere woorden: het is je eigen schuld als je ziek wordt, een burn-out krijgt, depressief bent.


Aanvulling op 21 december 2019

Gisteravond las ik een artikel in NRC waarin Manon Kleijweg (ouderenpsychiater) een reactie geeft op de drie Vlaamse psychiaters Dirk De Wachter, Paul Verhaeghe en Damiaan Denys, die momenteel volle zalen trekken met hun visie over psychiatrie, psycho-analyse en de problemen van onze westerse maatschappij. Ze geeft mijn vervelende gevoel de juiste woorden.

"Het verlangen van mensen is van alle tijden: naar leven in vrede, veiligheid en gezondheid, om zich te kunnen ontwikkelen, verbonden met degenen die hen lief zijn. In plaats van geborneerd cynisme en makkelijke cultuurkritiek is het aan ons psychiaters om ons juist daarvoor in te zetten. In onze praktijk, onze beroepsgroep en de samenleving."

De huidige tijd kenmerkt zich, volgens hen, door een gebrek aan zingeving en een overmaat aan psychische klachten. De geestelijke gezondheidszorg (ggz) raakt daardoor overbelast. Verhaeghe wijt de problemen aan de ontwrichtende werking van het neoliberalisme op het individu. Denys geeft de schuld aan een overmaat aan welvaart en luxe. De Wachter behandelt behalve patiënten met een ernstige psychotische gevoeligheid ook „tópjournalisten, politici, kunstenaars. Ceo’s! Die zitten bij mij te wenen over het leven” vanwege een modern gemis aan echt contact.
„Leg die smartphone weg en zie mekaar in de ogen”, raadt De Wachter aan. Committeer je aan de ander, aan de gemeenschap, vindt Verhaeghe. Denys, eerder voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, ziet maar één effectieve oplossing: oorlog. „Ik denk dat de helft van onze klachten zou verdwijnen als we in de stand van overleven staan” want „als één ding ons leven betekenis geeft, dan is het wel de dood”. Verder lezen