woensdag 21 augustus 2019

Gewonnen jaren















Een boek over oud worden, toe maar, ik ben tenslotte nu officieel oud met m'n 65 jaar, wel een jongere oudere dat nog wel. "Gewonnen jaren. Nieuwe inzichten over hoe wij ouder worden" van Dorly Deeg ben ik gaan lezen naar aanleiding van een interview met de schrijfster in de Volkskrant. In "Oud worden is niet meer wat het is geweest" wordt duidelijk dat het geen zelfhulpboek, maar een praktisch verslag van langlopend wetenschappelijk onderzoek.
Fragmenten uit het boek als toch wel raadgevingen, maar op een ontspannen manier.















Nooit in de geschiedenis hebben we met zovelen tegelijk zulke hoge leeftijden bereikt. We leven in gewonnen jaren. Hóé we in die gewonnen jaren leven, dat is pionieren. We doen aan onderhoud, we verliezen wat, we herstellen zo goed mogelijk, we compenseren wat we verloren zijn, en al doende leren we steeds bij. ‘Oud worden is jezelf constant vernieuwen,’ staat er op een ansichtkaart van een Rotterdamse welzijnsorganisatie voor ouderen. Maar we blijven ook wie we altijd waren.




‘Hoe word je gelukkig oud?’ Deze vraag wordt mij vaak gesteld door mensen die nog nauwelijks op de helft van hun leven zijn. Oud zijn is voor iedereen anders, maar ook de weg naar het oud zijn – de manier waarop je oud wordt – is voor iedereen heel verschillend. Die verschillen vallen weg als je het alleen over gemiddelden hebt. Het antwoord op de vraag moet dan wel clichématig zijn, want pasklare antwoorden zijn alleen mogelijk als het duidelijker is hoe iemand ouder is geworden en in wat voor situatie hij zit als hij oud is. Dus zeg ik: je moet in de eerste plaats geluk hebben. Een goede gezondheid, goede persoonlijke relaties en goede hulpbronnen moeten je te beurt vallen. Je kunt natuurlijk het geluk een handje helpen door de juiste keuzes te maken wanneer zich een keuzemoment aandient. En je kunt gunstige omstandigheden proberen te scheppen.




Van overheidswege wordt tegenwoordig ook veel nadruk gelegd op ‘actief ouder worden’. Dit motto kan een morele druk op ouderen leggen. Ben je wel actief genoeg? Moet je niet méér doen? De vele ouderen die moeite hebben met hun dagelijkse activiteiten hebben daarvoor weinig energie over. In deze omstandigheden kan moeite met dagelijkse activiteiten leiden tot de ervaring dat je gezondheid niet goed is – dat wil zeggen: niet goed genoeg om extra actief te zijn. Dit staat in contrast met vroegere tijden, toen gepensioneerden van hun rust mochten genieten en de samenleving van ouderen niets verwachtte. In die omstandigheden bleven ouderen zich gezond voelen, ook al hadden zij moeite met dagelijkse activiteiten: dat ‘hoorde bij de leeftijd’.

Waar het om gaat, is dat er niet één gedragslijn voor alle ouderen kan zijn. Net als bij de technologische ontwikkeling, zouden de behoeften van ouderen voorop moeten staan. Heb je na een zwaar leven behoefte aan alleen maar ‘zijn’, of heb je behoefte je actieve leven voort te zetten? Of wil je van dag tot dag bezien wat je wilt en kunt doen? Niemand zou zich opgejaagd moeten voelen. Niemand zou de kostbare momenten die het leven de moeite waard maken, verloren moeten laten gaan. Voor alle soorten behoefte zou de samenleving mogelijkheden moeten bieden. Dat zou de samenleving sieren.