dinsdag 8 februari 2022

Erasmus en de groenteboer

© Peter de Jong Fotografie

Ik ben bezig met het onwaarschijnlijk boeiende boek van Sandra Langereis 'Erasmus. Dwarsdenker.', een weergave van de turbulente tijd waarin Erasmus leefde. Een periode waarin een kennisexplosie plaatsvond waarvan hijzelf één van de gangmakers was. Soms moet ik hardop lachen, geen wereldschokkende ontdekking van Erasmus, die de schrijfster vermeldt, maar voor de reputatie van groenteboeren niet verkeerd.

En met één leesronde was het niet gedaan: keer op keer had hij alles maar dan ook alles opnieuw doorgeploeterd op zoek naar nieuwe stijlvormen of nieuwe thema's. Allemaal in het Latijn én Grieks. In gedrukte en ongedrukte teksten die bol stonden van de bedorven passages - die hij al doende ook nog eens tot correct Latijn of Grieks had moeten reconstrueren. 

Zoals bij ook een groenteboer zegt wel eens iets goeds. Dat gezegde kwam al voor in zijn allereerste Adagia uit 1500. Maar inmiddels wist hij dat dit ook een gek zegt wel eens iets goeds moest luiden, want dankzij Aldus' bibliotheek had hij kunnen vaststellen dat het Griekse woord 'moros' - 'dwaas' - door een of andere onbestaanbaar onkundige kopiist was verhaspeld tot 'keporos': groenteboer. Het was ook logisch dat de juiste transcriptie 'moros' luidde, besefte hij nu, want dan reageerde het gezegde ook een gek zegt wel eens iets goeds rechtstreeks op de bekende zegswijze van de oude Grieken dat men de 'moros' oftewel zot kent aan de zotteklap: wie dwaas is dwaas spreekt. Zo had hij de onwaarschijnlijkste verschrijvingen opgespoord en teruggedraaid. (hfd. 13)