zaterdag 22 mei 2021

La dolce vita van de moderne jeugd

Dirck Hals, Vrolijk gezelschap, 1640

Een geschiedenisboekje dat past binnen de twee UvA collegereeksen die ik de afgelopen maanden heb gevolgd (Hollandse kunst in de Gouden Eeuw en Ken je plaats: Wereldbeeld, identiteit en conflict, 1550-1650 ). De titel van het boek is wel een lokkertje: 'Seks, drugs en Rock 'n Roll in de Gouden Eeuw', maar de auteur, historicus Benjamin B. Roberts pakt het onderwerp; het leven en gedrag van jonge mannen in de eerste helft van de zeventiende eeuw toch wel serieus aan. Een goede beschrijving van het werk geeft Vera Weterings op 'De Leesclub van Alles'

Een paar kenmerkende fragmenten uit het hoofdstuk 

'De mode van de jeugd'

De ijdelheid van de jeugd bleef niet alleen beperkt tot het haar. Het hoofddeksel werd ook een heikel punt. De jeugd droeg steeds grotere hoeden met brede randen en versierd met pluimen. Al in de zestiende eeuw waren pluimen een geliefd verzamelobject en vaak een symbool van mannelijkheid. Daarbij kon een jonge man laten zien dat hij een echte man was door het dragen van een snor, sik of puntige baard. 

Net zoals aan het kapsel werd veel aandacht aan de kleding besteed, waarbij niets aan het toeval werd overgelaten. De laatste jongerenmode in de jaren 20 en 30 was het dragen van een vlakke kraag. Hiermee verzette de jeugd zich tegen de mode van de oudere mannen, die de traditionele molensteenkraag droegen. Deze oude kraag werd gemaakt van maar liefst vijftien meter stof en hing om de nek, letterlijk als een molensteen. Een van de redenen waarom lang haar niet in zwang was geweest, was het feit dat de lange haren tussen de vouwen van de molensteenkraag vast kwamen te zitten. Lang haar en een molensteenkraag was dus gewoon onhandig.

Ook de nieuwe stijl van broeken zag er anders uit. Jonge mannen droegen broeken die veel op plusfours (drollenvangers) leken. Deze stijl was heel anders dan de strakke leggings, de maillot-achtige broeken die in zwang waren aan het eind van de zestiende eeuw. De hele modestijl kwam van het Franse hof. Alles wat de Franse koning en zijn hofhouding droegen had sowieso veel invloed op de stedelijke jeugd in de Republiek die het zich kon veroorloven. 

De nieuwe broeken waren wijd rond het middel en strak naar de knie toe, waar de broek met strikjes en knoopjes werd dichtgemaakt.

Vanaf de knie tot aan de schoen werden zijden kousen gedragen. Die werden aan de knie vastgemaakt met allerlei strikjes en banden. De knie was bij uitstek een plek waar het mannelijke been mooi versierd werd. Vooral zijde was een geliefde stof voor kousen en kleding. Zijde was sowieso de lievelingsstof van de rijke jeugd omdat het duur was omdat het uit Perzië gehaald moest worden.