zondag 7 februari 2021

De Chardzjiev-collectie


Het bleef maar op het leeslijstje staan het journalistieke verslag van Hella Rottenberg over 'De strijd om de Malevitsj-collectie'. Eindelijk eens opgepakt, maar wat een verhaal over bedrog, hebzucht en gesjoemel rond een kunstcollectie. En dit niet alleen pas toen het boeltje naar Amsterdam was gesmokkeld, de collecteur zelf en zijn vrouw zijn in de Sovjet-Unie ook niet altijd zo zuiver op de graat geweest.

Een vrij volledige uitgeverssamenvatting:

Een waar gebeurde detective over de smokkel van een uitzonderlijke collectie Russische avantgardekunst en de strijd om het eigendom van de meesterwerken. Het boek vertelt hoe Amsterdamse notarissen, Russische emigranten, een Duitse kunsthandel en Haagse en Moskouse topambtenaren in wisselende coalities touwtrokken om de rijke nalatenschap van Nikolaj Chardzjiëv (1903-1996). En hoe de collectie uiteindelijk voor het grootste deel behouden werd en in beheer van het Stedelijk Museum kwam. Rottenberg beschrijft hoe Chardzjiëv zijn verzameling opbouwde als vriend en bewonderaar van de modernste schilders en schrijvers van zijn tijd. Hij bewaarde tekeningen en schilderijen van kunstenaars als Malevitsj en El Lissitzki en handschriften van dichters als Chlebnikov en Mandelstam, ook tijdens de donkerste jaren van het Stalinregime. Uit angst voor de Russische misdaad emigreerde de hoogbejaarde verzamelaar in 1993 naar Nederland. Zijn collectie liet hij het land uit smokkelen. In Amsterdam vielen Chardzjiëv en zijn vrouw in handen van allerminst belangeloze helpers. Topstukken die hij bestemd had voor het Stedelijk Museum, werden na zijn dood verkocht. Een notaris, een pensioenadviseur en een Russische emigrant hadden al voor bijna dertig miljoen gulden aan werken van Malevitsj en Lissitzki van de hand gedaan, toen de plundering ontdekt werd. Meesters, marodeurs: een meeslepende speurtocht naar onbekende meesterwerken en het gezelschap boeven, juristen en adviseurs dat ermee aan de haal ging.