Het jaar 1623 is in dubbel opzicht van betekenis. In dat jaar publiceert Blaeu namelijk zijn Zeespiegel, een luxueuzere editie van het 15 jaar eerder verschenen Licht der Zeevaert. Willem Jansz Blaeu bevestigt met zijn uitgave zijn centrale plaats in de wereld van uitgevers van werken op het gebied van de maritieme cartografie. De Zeespiegel valt in het oog door de luxe uitvoering, omdat het werk meer en gedetailleerdere kaarten bevat en omdat een apart hoofdstuk is gewijd aan onderwijs in de zeevaart.
Daarnaast valt de Zeespiegel op door het lofdicht van Joost van den Vondel [ ... ]
Het gedicht is niet zozeer gericht tot gebruikers op zee van de Zeespiegel, schippers en stuurlieden, maar bestemd voor reders, kooplieden en regenten. Het gedicht neemt stelling in het debat over de wijze waarop de handel met overzeese continenten en eilanden zou moeten worden opgevat. Die discussie speelde ten aanzien van de voc al een aantal jaren en gaat vanaf 1621 politiek opnieuw een belangrijke rol spelen door de in dat laatste jaar opgerichte West-Indische Compagnie (WIC).
[ ... ] Een politiek-maatschappelijke boodschap die zich keert tegen de gewelddadige aanpak van Jan Pietersz Coen.
Zie ook: