maandag 7 juni 2021

De Nederlandse natuur

Gollnest & Kiesel | Goki| Puzzel | Ontdekking van de natuur

Vooral de historische beschrijving van samengaan en beïnvloeding van natuur en cultuur in het boek "De ontdekking van de natuur. De ontwikkeling van biodiversiteit in Nederland van ijstijd tot 21ste eeuw" vond ik enorm boeiend. Het waren zeker de hoofdstukken over de tijd voor de Industriële Revolutie, die ik inspirerend vond en de inzichten die ze gaven in m'n hoofd wilde prenten. Er sprak optimisme en een zekere blij gezindheid uit. De beschrijving van na 1850 was weer van het 13 in een dozijn gepreek dat het allemaal bar, boos en slecht was. Het boek heeft een viertal auteurs (Jan Luiten van Zanden, Thomas van Goethem, Rob Lenders, Joop Schaminée), helaas wordt nergens vermeld wie wat geschreven heeft.

De conclusie: 'De tweede domesticatie' komt gelukkig weer terug op de toon die ik in het grootste deel van het boek zo gewaardeerd heb.

"Is de Tweede Domesticatie een typisch Nederlands fenomeen? De Nederlandse natuur heeft gezien de kleine oppervlakte een relatief grote natuurlijke diversiteit. Ieder deel van de natuur is gevormd door de eeuwenlange intensieve interactie met de mens. En de heersende natuurvisie die uit deze geschiedenis is voortgekomen, is gebaseerd op het principe ‘behoud door beheersing’. Voortdurend ingrijpen van de mens is noodzakelijk voor het behoud van de bestaande natuur. Aan de ene kant is Nederland een snelkookpan waarin ontwikkelingen van de toekomst, zoals verstedelijking, landschappelijke versnippering en vervuiling, sneller samenkomen of al gepasseerd zijn. Het Nederlandse verhaal kan dus als toekomstbeeld voor de rest van wereld dienen. De wereld wordt in een snel tempo kleiner. Op veel plaatsen neemt de druk op de natuur nog steeds toe. Door intensieve mens-natuurinteracties ontstaat overal nieuwe, maar ook kwetsbare, halfnatuur. Aan de andere kant is de Nederlandse situatie juist ook uniek. De Nederlandse natuurvisie komt voort uit het feit dat we een klein land zijn, waar de natuur ook klein, meetbaar en beheersbaar is. Wereldwijd zijn er nog genoeg gebieden waar het natuurlijke geomorfologische landschap nog intact is en niet, zoals in Nederland, nagenoeg is weggevaagd. De echte wildernisnatuur, waar zelfregulerende natuur centraal staat, onafhankelijk van menselijk handelen, is voor veel van deze gebieden dus nog mogelijk. Ook zijn soortbeschermingsprojecten, natuurreservaten en genetische waarborging niet alleen tot Nederland beperkt. Nederland gaat hierin echter wel verder dan de meeste andere landen. Verregaande natuurherstelprojecten, zoals de vismigratierivier in de Afsluitdijk of het opspuiten van de Marker Wadden, zijn vooralsnog uniek Nederlands.

 De Tweede Domesticatie is ook een paradox: het motief achter al dit ‘natuurontwikkelen’ is het verlangen naar echte natuur, naar wildernis, maar dat kan alleen maar gerealiseerd worden door het geleidelijk aan ‘verdierentuinen’ van dezelfde natuur, door het steeds meer en intensiever ‘begeleiden’ van de natuurlijke processen in de verschillende natuurgebieden. Want zonder deze ‘begeleiding’ komt er vermoedelijk niet veel terecht van de gestelde natuurdoelen. De Nederlandse natuur kan dus met al die activiteiten wel gered worden – zoals blijkt uit de recente voorzichtige opleving van de biodiversiteit – maar alleen als de mens daar actie voor onderneemt, als de mens daarvoor de verantwoordelijkheid naar zich toetrekt. Zoals het drama van de Oostvaardersplassen laat zien, kan de mens zich niet terugtrekken en hopen dat er spontaan een rijke wildernis ontstaat. Dat is de les die we uit het verhaal waarmee we dit boek openden, kunnen trekken. We moeten onder ogen zien dat we in het Antropoceen leven – misschien al vanaf het ontstaan van Homo sapiens 200.000 jaar geleden als we het grotere tijdsgewricht beschouwen. Dat we verantwoordelijk zijn, is een les die niet alleen voor het kleine, dichtbevolkte Nederland geldt, maar in wezen ook voor de aarde als geheel – want wat is de toekomst van de olifant, de walvis en de neushoorn zonder onze bescherming? Er is hoop voor de Nederlandse natuur, het is denkbaar dat de biodiversiteit zich stabiliseert en misschien zelfs weer aan een herstel begint, het kan! Maar we zullen het als mensen zelf moeten willen en doen."

Boeken over de Nederlandse natuur zijn vaak klaagzangen over wat er allemaal is verdwenen of verloren dreigt te gaan. Zo niet dit boek. Na twintig eeuwen van achteruitgang durven de auteurs een hoopvolle toekomst te schetsen.