maandag 9 november 2020

Klein, efficiënt en krachtig

Op m'n genealogische blog BoomTakWortel plaatste ik al eerder een fragment uit het boek 'Het Vrouwenbrein' van Iris Sommer daarin gaat het over de mitochondriën het DNA dat energie geeft en exclusief via de vrouwelijke lijn meereist door de generaties.

De kern van Sommers boek behandelt de aangeboren verschillen tussen het vrouwelijke en mannelijke brein. Verder praat ze nog over de consequenties daarvan en hoe die in te passen in het huidige maatschappij. Dat laatste is wat braaf gebabbel met weinig verrassende standpunten. Hier wil ik citeren uit haar samenvattende hoofdstuk 14: 'Het mysterie ontrafeld'.

Simone de Beauvoir, die stelde dat je niet als vrouw geboren wordt, maar door de maatschappij tot vrouw gemaakt wordt, had gelijk dat de maatschappij mannen en vrouwen al van jongs af aan anders behandelt. Maar ze had geen gelijk in haar bewering dat wij genderneutraal geboren worden

Het menselijk embryo is sekseneutraal tot een week of zes, daarna worden er onder invloed van het Sry-gen al of niet teelballen aangelegd en wordt er vanaf de tiende week wel of geen testosteron geproduceerd. Vanaf dat vroege moment ontwikkelt de mens zich al in vrouwelijke (geen testosteron) of mannelijke richting (wel testosteron). Dat betreft in eerste instantie de geslachtsorganen, maar kort daarna ook de hersenen. Die vroege hersenontwikkeling heeft blijvend invloed op de grootte van de hersenen en de hoeveelheid cellen in dat orgaan, maar ook op het denkvermogen, de persoonlijkheid, interesse en genderidentiteit. 

Al bij de geboorte hebben meisjes kleinere hersenen en minder hersencellen.

De architectuur van het hersenweefsel is wel anders: vrouwen hebben minder hersencellen, maar per cel maken die meer verbindingen met andere zenuwcellen. Daardoor ontstaat toch een rijk netwerk dat niet onderdoet voor de mannelijke hardware die dus meer cellen heeft. Ook zijn de lagen cellen van de hersen bij vrouwen sterker opgevouwen, zodat er toch veel lagen in hun kleinere hoofd passen. Bovendien hebben de hersenen van vrouwen een hoger metabolisme per kubieke centimeter dan mannen. Een hoger metabolisme betekent meer activiteit. Dat wordt mogelijk gemaakt door de mitochondriën, de energiefabriekjes van de cel, die al miljoenen jaren via de vrouwelijke lijn doorgegeven worden en dus optimaal aangepast zijn aan de behoeften van vrouwen. [ ]  Daarnaast zijn gebieden in de hypothalamus fors verschillend. Logisch, want die gebieden gaan deels over seksuele functies en voortplanting.

Ondanks de aanzienlijke verschillen in de grootte van het brein en het aantal hersencellen, is het denkvermogen van mannen en vrouwen ongeveer gelijk. Mannen hebben een voordeel in ruimtelijk voorstellingsvermogen, en vrouwen hebben een – wat kleiner –voordeel door hun hogere snelheid bij het spreken. Ook zijn vrouwen iets beter in het herkennen van emoties, terwijl mannen een snellere reactietijd hebben. Dit zijn allemaal verschillen die pas opvallen wanneer grotere groepen mannen en vrouwen vergeleken worden (denk aan groepen van 100 en meer).