donderdag 23 juli 2020

De Jacobsboeken

Een moeilijk werk  'De Jacobsboeken' van Olga Tokarczuk. Bij vlagen boeide het me, maar vaker was ik de draad volkomen kwijt. Ik ben gestopt op ruim een derde van de  900 pagina's. De sfeer en de stijl van het verhaal ken ik nu.
Een uitgebreid knipsel uit de recensie op LiterairNederland van Reinier van Houwelingen.

De verlosser
Het onderwerp van Tokarczuk is een cultus die eind 18eeuw ontstaat binnen de gemeenschap van Joodse Polen. Beschreven wordt hoe de charismatische Jacob Frank uit verschillende landen aanhangers trekt die hem beschouwen als de Messias, de door Joden verwachtte verlosser. Wat hij hiervan zelf gelooft, blijft onduidelijk: het ene moment spiegelt hij zich aan de Bijbelse Jakob en diens bedriegerij (door zich voor te doen als een ander), later gaat hij steeds meer op in zijn rol en ontwikkelt hij despotische trekken. Twee van zijn trouwste volgelingen projecteren in het prille begin van zijn opkomst hun eigen verwachtingen vrij letterlijk op zijn hoofd tijdens een spiritueel ritueel. Gedurende vele decaden blijven ‘rechtgelovigen’ hem navolgen, geven ze have en goed, lichaam en geest, voor Frank. Een van de markerende gebeurtenissen is de doop die de frankisten ondergaan, waarmee ze ingelijfd worden bij de katholieke kerk, een onherstelbare breuk met de Joodse traditie.
Sektarische gemeenschappen
Een opmerkelijk verhaal, hoewel de essentie niet onbekend voorkomt: de mechanismen van godsdienstwaanzin en hiërarchisch geleide gemeenschappen zijn uiteraard al vaker gedocumenteerd. Tokarczuk blinkt vooral uit in gedetailleerde beschrijvingen en de volledigheid van haar verslag. De Jacobsboeken is daarom een geschiedenis in de ware zin, minder een roman. Personages worden nauwelijks ingekleurd, hoewel de levensloop van velen wordt beschreven. De narratieve ontwikkeling beperkt zich tot een aaneenschakeling van gebeurtenissen. Inhoudelijke thema’s, anders dan die inherent zijn aan de stof, met name een geïntegreerde visie van de auteur zelf, vallen moeilijk te ontwaren.
Telkens nieuwe verhaallijnen
Sowieso is het niet al te gemakkelijk om deze geschiedenis te volgen. Dit heeft te maken met de gehanteerde mozaïekstructuur, waarin telkens nieuwe (maar wel op elkaar lijkende) namen worden geïntroduceerd. Een deel daarvan verandert halverwege ook nog eens, na de omdoping van Joden tot Poolse katholieken. Zo blijft er maar een handjevol personages over die je als lezer goed kan plaatsen van begin tot eind.
Eén van de eigenaardigheden waarmee Tokarczuk komt is de rol van ene Jenta, die als oude vrouw in het begin van het verhaal sterft maar door een bezwering een niet aan tijd en plaats gebonden bewustzijn blijft houden. Gedurende de rest van de geschiedenis duikt ze met onregelmatige tussenpozen op. Dit staat in schril contrast met de onnadrukkelijke manier waarop andere bijfiguren doodgaan, vooral de vrouwen die het kraambed niet overleven zijn talrijk.
Er zijn in De Jacobsboeken interessante dingen te vinden. Met name voor lezers die houden van een historische inbedding zullen aan hun trekken komen. Ontwikkelingen als de groeiende invloed van de boekdrukkunst en de Verlichting komen op de achtergrond voorbij. De centrale geschiedenis had echter geen negenhonderd bladzijden nodig om zich te laten vertellen. Of kon beter vanuit enkele personages uitgewerkt worden, om meer binding te creëren. Nu is het wel een wat lange zit.