vrijdag 24 mei 2019

Sinaasappelpapiertjes

Jagtlust, de Blaricumse villa van Fritzi ten Harmsen van der Beek (1927-2009), is de plek waar de Amsterdamse avant-garde een vroeg begin maakte met de jaren zestig. Annejet van der Zijl heeft in 'Jagtlust' de scene, de feesten, het zotte en boeiende leven rondom Fritzi prachtig beschreven.

Fritzi ten Harmsen van der Beek
foto: Eddy Posthuma de Boer
Op het Boekenbal van 1956 ziet Remco Campert Fritzi en is op slag verliefd.

Diezelfde nacht nog slaagde Remco erin nader kennis te maken met deze bijzondere dame, en in de vroege ochtenduren mocht hij met Fritzi mee naar Blaricum. In een telefooncel op de Wibautstraat zochten ze beschutting tegen de ijzige kou, terwijl ze wachtten op de eerste bus naar het Gooi.

Zij liggen in bed
van dezelfde en elkanders huid
muis en palm vuist en hand
een gelukkig lichaam vol hooikoorts
tot de dag heeft uit. 
Uit: Remco Campert, ‘Elke dag'

In welk een vreemd en wonderschoon huis bleek Remco de volgende dag terechtgekomen! Het was inderdaad groot, en ingericht op een manier zoals hij nog nooit eerder had gezien. De woonvertrekken op de eerste verdieping waren gedecoreerd met poppen, porseleinen beeldjes, schelpen, prenten, schilderijtjes, kinderserviesjes en al die andere al dan niet antieke snuisterijen die blijkbaar nog uit Fritzi’s ouderlijk huis afkomstig waren. Overal slingerden boeken, sierlijke damesschoentjes en met eindeloos geduld door Fritzi in elkaar gezette patchworkkleden. Her en der huppelde een wit konijn; waar je keek zag je poezen en er waggelde ook nog een grootogige peuter met een bos zwarte krullen doorheen. Voor het grote raam in het trappenhuis hingen ontelbare glazen klokjes, belletjes en beestjes – ‘een gedicht in kristal’ zoals Fanny Kelk het later zou noemen. In een van de schijnbaar ontelbare lege kamers had Fritzi voor de kachel twee stoelen geplaatst met een schaakspel ertussen. De glasruiten naar de tuin had ze beplakt met sinaasappelpapiertjes en allerlei ingenieus knipwerk en de muren van haar slaapkamer vormden van plint tot plafond één collage van modefoto’s uit de Vogue en andere chique buitenlandse modetijdschriften. Het was in feite een hommage aan de smaak en stijl van haar overleden ouders – al kon Remco dat op dat moment nog niet weten.

"Je stampte op de grond en het was feest."

DEZE VILLA WAS HET BROEINEST VAN DE NEDERLANDSE AVANT-GARDE
Tussen 1954 en 1971 kwamen kunstenaars en kinderen van de bourgeoisie samen op Jachtslot Jagtlust: een landgoed tussen Laren en Blaricum. Dichters Remco Campert en Lucebert, schrijvers Bernlef en Reve, fotografen Ed van der Elsken en Johan van der Keuken, kunstenaars van COBRA: deze en vele anderen die zouden uitgroeien tot culturele mastodonten stonden er deels mee aan de basis voor een culturele omwenteling in Nederland (of gaven
 die in ieder geval vorm): die van de vrijgevochten jaren zestig. Schrijver Annejet van der Zijl sprak overigens meerdere van deze mensen en schreef er een magistraal boek over: Jagtlust.