maandag 27 september 2021

Le clan de Spinoza


Een historisch roman kun je "Spinozaland. De ontdekking van de vrijheid – Amsterdam, 1677"  van Maxime Rovere niet noemen, daarvoor gaat het te veel uit van de feiten. Ware gebeurtenissen tijdens en rondom het leven en werk van de filosoof Spinoza zijn het stevige uitgangspunt van de Franse schrijver Rovere maar daar giet hij een dichterlijk non-fictie saus overheen. Een aangename manier om je te verdiepen in abstracte 17de-eeuwse denkwereld van Spinoza en zijn vrienden- en vijandenclub.
'Dit baanbrekend boek schetst op erudiete wijze de wereld van Spinoza, een wereld mannen en vrouwen die hartstochtelijk op zoek waren naar vrijheid en naar de waarheid. We maken o.a. kennis met de gedreven Saul Morteira (ca. 1596-1660), de opperrabbijn van de joodse gemeenschap, die zijn briljante leerling Spinoza tot zijn grote spijt ‘de verkeerde kant’ op zag gaan, met de Nederlands arts, jurist en filosoof, Adriaen Koerbagh (1633-1669), met de boekbinder, boekdrukker, uitgever en boekverkoper, Jan Rieuwertsz (1616/17-1686), die er niet voor terugschrikte de meest opruiende boeken van zijn tijd te publiceren, met de Deense anatoom, natuurvorser en zaligverklaarde bisschop, Niels Stensen (Nicolaus Steno) (1638-1686), en met de latinist en geleerde, Franciscus van den Enden (1602-1674) (“Affinius”), die beschouwd wordt als Spinoza’s filosofische leermeester.' Stretto

'Spinozaland is een genot om te lezen. Afgezien van de passages waarin het Universum golft, of waarin Rovere dapper probeert om Spinoza’s toch vaak duistere filosofie op bloemrijke wijze uit te leggen, leest het boek als een trein. Rovere schetst een levendig beeld van de kibbelende joodse gemeenschap in Amsterdam, van de strijd tussen voor-  en tegenstanders van het nieuwe denken en van de politieke verwikkelingen in die jaren.' Sargasso 

'Roveres doel was een boek te schrijven waarin duidelijk zou worden dat Spinoza, na zijn verbanning uit een joodse gemeenschap (ja: ‘een’, er waren er vele in het zeventiende-eeuwse Amsterdam), niet in volstrekte eenzaamheid en zijn geld verdienend met lenzen slijpen, zijn filosofische werken heeft geschreven.

Spinoza was weliswaar dikwijls de aanjager en ook wel de belangrijkste woordvoerder van een hele generatie Amsterdamse vrijdenkers maar hij was geen reus omringd door dwergen. Wat hij schreef ontstond uit een proces van voortdurende interactie met zijn vrienden: Juan de Prado, Franciscus van der Enden, Lodeijk Meijer, Adriaan Koerbagh, en anderen.

De oorspronkelijke Franse titel geeft dit nog beter weer: Le clan de Spinoza.' Mainzer Beobachter