donderdag 1 juni 2023

De Rijn was er altijd al

Elke loop van een rivier is voorlopig. Als een onmerkbaar traag kronkelende slang zoekt hij naar de weg met de minste weerstand en het grootste hoogteverschil. Het klimaat verandert, het landschap verandert, de rivier past zich aan. Het water voert sediment mee, dat het onderweg op luwe momenten neerlegt. Soms verzandt een bedding, alsof de rivier zichzelf in de weg zit. Dan aarzelt het water en zoekt het andere wegen.

Soms ook slijten bochten aan de buitenkant uit, kalven oevers af en vinden meanders binnendoorweggetjes. En als een rivier in zijn zoektocht een andere rivier ontmoet, dan zal de loop met de minste weerstand het water van de ander wegkapen. Onthoofden heet dat. Zo kan het voorkomen dat een rivier die eerst uitmondde in de Middellandse Zee, zijn koers verlegt naar de Noordzee, alleen maar omdat hij op zijn zoektocht naar verval een noordwaarts stromende rivier geraakt heeft en zijn water daar makkelijker in wegstroomde.

De proto-Rijn heeft zo de Moezel afgepakt van de Maas en de Main van de Rhône. Nog voordat het water van de Alpen contact had gemaakt met de proto-Rijn zwol hij al op door alle regenrivieren die hij aan zich bond. Hij strekte zijn armen steeds verder zuidwaarts, tot waar de Duitse bergen omhoogkwamen, en groef daar het schilderachtige rivierdal van de Midden-Rijn uit.

De Loreley, de nauwe bocht om de hoge rots in het leisteenplateau, lag er voordat het smeltwater van de Alpen zijn weg naar het noorden gevonden had, min of meer net zo bij als nu. Alleen met minder water. De Rijn was er altijd al.

Fragment uit het boek dat ik momenteel luister en tegelijkertijd lees. Fijne combinatie vooral omdat de schrijver zelf de voorlezer is. 
De grenzeloze rivier, Verhalen uit het rijk van de Rijn - Mathijs Deen