zondag 16 juni 2019

‘Hanger’

'Hanger', ik moest lachen toen ik het las in het boek "VET belangrijk", omdat het zo herkenbaar is. Nu is de boosheid, waar ik zelf vaak verbaasd over ben, verklaard.


Hanger is
"Een combinatie van hunger (honger) en anger (woede). Bestaat ‘hanger’ echt? Of is het niet meer dan een verzonnen excuus voor onbeschaamd gedrag en emotionele uitbarstingen waar vooral, ehm, vrouwen zich schuldig aan maken? Nee, hier bestaat echt een wetenschappelijke basis voor. Als je lang niet hebt gegeten daalt namelijk je bloedsuikerspiegel. Als reactie hierop zullen in het lichaam allerlei hormonen worden afgegeven die ervoor zorgen dat de suikerspiegel weer kan stijgen. Dat is heel belangrijk voor de hersenen, want die gebruiken vooral glucose als brandstof. De hersenen kunnen zelfs beschadigd raken als de bloedsuikerspiegel te laag wordt. Twee van de hormonen die de bloedsuikerspiegel doen stijgen zijn adrenaline en cortisol en deze hebben op zichzelf ook weer invloed op de hersenen. Deze hormonen zorgen er namelijk voor dat in de hersenen signaaleiwitjes (‘neuropeptides’) worden aangemaakt. Dat zijn kleine ‘boodschappereiwitten’ die signalen doorgeven. En het toeval wil dat deze neuropeptides (zoals bijvoorbeeld neuropeptide Y) ook een gevoel van boosheid, irritatie en impulsief gedrag in het brein activeren. Het is dan ook niet verrassend dat mensen met honger soms veel sneller geïrriteerd reageren. En wellicht ook impulsiever beslissingen nemen. Misschien in het vervolg dus maar niet gaan internetshoppen of je baas om loonsverhoging vragen als je honger hebt…De beste manier om de suikerdip waardoor je chagrijnig kunt worden te voorkomen is het eten van gezonde producten die ook verzadigend zijn: volkorenproducten, verse groenten en fruit, een handje ongezouten noten en yoghurt, waarin complexe koolhydraten, veel eiwit en onverzadigde vetten zitten."

In 'VET belangrijk' vertellen hoogleraar en internist-endocrinoloog Liesbeth van Rossum en Mariëtte Boon, internist in opleiding in Leiden over 'Feiten en fabels over voeding, vetverbranding en verborgen dikmakers'. Goed om dit allemaal duidelijk op een rijtje te krijgen op het moment dat ik mijn weggewerkte 50 kilo ook weg wil houden.

Uit het NRC interview met de schrijfsters:
"Het boek legt tot in detail uit wat vetcellen zijn, hoe we vet opslaan en verbranden, hoe vet samenwerkt met het brein en de darmen, welke (600!) hormonen van invloed zijn, hoe vet ontstekingen in het lichaam kan veroorzaken. Je leest waarom het voor een dik kind, dat meer vetcellen aanmaakt dan een dun kind, veel moeilijker is een slanke volwassene te worden: die extra vetcellen raak je nooit meer kwijt. Nog zo’n deprimerend feit: bij mensen die veel gewicht verliezen met een crashdieet raken de eetlusthormonen vaak verstoord, met als gevolg meer honger, minder verzadiging en een lagere verbranding. Niet voor even, maar voor langere tijd, waardoor ze steeds minder moeten eten om niet aan te komen, terwijl ze altijd trek hebben. Dat maakt het gevecht tegen de kilo’s bijna bij voorbaat een verloren strijd. Boon: „Juist die mensen die het liefst willen, en het strengst zijn voor zichzelf, komen zichzelf het hardst tegen." 




"Gewicht is voor 60 procent genetisch bepaald. Slanke mensen halen zelf de normen voor gezond eten en bewegen ook vaak niet, maar hebben wel een oordeel over dikke mensen. Voor slanke mensen is het écht heel makkelijk praten, zij zijn genetisch beschermd.”
Liesbeth van Rossum







In het Volkskrant artikel ‘Van stress val je af’  aan de hand van het boek 
6 misvattingen over vet:

1. Hoe minder lichaamsvet hoe beter
2. Overgewicht bij kinderen kan nog geen kwaad
3. Van stress val je af
4. Wie wil afvallen moet gewoon minder eten en meer bewegen
5. Wie vaker zwicht voor voedselverleidingen heeft minder wilskracht
6. In vetweefsel kan vet alleen worden opgeslagen
"Het klopt dat ons gewone vetweefsel dient voor de ­opslag van energie. Maar we blijken ook te beschikken over andere vetcellen, waar onze vetreserves juist worden verbrand. Dit vet is niet gelig, zoals ons gewone vet, maar bruin van kleur. Het is een soort ­intern kacheltje dat warmte kan produceren."