maandag 21 mei 2018

De Hollandsche Waterlinie

Alweer een soort biografie, nu een dubbele, Stadhouder Willem III en Koning Lodewijk XIV. Een fijne afwisseling van de beklemmende Hitler biografie, die ik ook lees. Beklemmend door de afschuwelijke toch wel recente geschiedenis, maar ook door de overdaad aan details.

'Oranje tegen de Zonnekoning' van Luc Panhuysen gaat vlot door de tijd heen. Wat er al niet gepasseerd is in nog maar 100 bladzijden.

Lodewijk XIV in 1648 - Henri Testelin


De jeugd van Lodewijk, bestemd voor het koningschap en die van Willem, een onwelkome prins in een stadhouderloos tijdperk. De bouw van Versailles en de aanleg van de tuinen, de feesten, de maitresses. En de zoektocht naar 'la gloire', die leidt tot een aanval op de Republiek.
De kans voor Willem om uit de coulissen te stappen. De moord op de gebroeders De Wit, het rampjaar 1672. De Hollandsche Waterlinie en de rommelige overwinning op de Fransen.
Veel, maar het boek sleurt je mee in de gebeurtenissen en het blijft toch te overzien. Nog ruim 500 pagina's te gaan!




Luc Panhuysen heeft in het Historisch Nieuwsblad (3/2006)  een artikel gepubliceerd over het verloop van het jaar 1672. Het jaar waarin de Republiek 'redeloos, radeloos, reddeloos' leek.
Het land was inmiddels gereduceerd tot Friesland en de stad Groningen in het noorden, de Zeeuwse eilanden en het gewest Holland achter de Waterlinie. Amsterdam raakte stampvol vluchtelingen
 Een tijdgenoot noteerde begin 1673: 'Tussen Woerden en Goudse Sluis zijn alle huizen en schuren zwartgeblakerd. De weg langs de [Oude] Rijn is onbruikbaar door de verwoesting en de stank van verbrande mensen.'

Uit Nederlandsche schoolplaten van J.B. Wolters’uitgevers-maatschappij uit 1927: ‘Aan de Hollandsche Waterlinie naast de kloekheid van den Kapitein-Generaal, welhaast Stadhouder, den jeugdigen Prins van Oranje, had Holland in 1672 zijn behoud te danken. We zien den Prins aan den voet van een dijk of kade in gezelschap van een zijner bevelhebbers de inundatie in oogenschouw nemen. Zijne Hoogheid bespreekt met een ingenieur of landmeter de maatregelen, welke nog genomen dienen te worden, om de afsluiting nog meer volkomen te maken. Daartoe houdt de landmeter den Prins een kaart voor, waarop deze eenige aanwijzingen doet. Het eskorte van den Prins behoort tot de Garde Cavalerie. Op het onder water gezette land drijft een uitlegger met een paar veldstukken bewapend en met matrozen bemand. Heel in de verte ligt een Hollandsch fort.’ Nadat het oprichten van de Utrechtse Waterlinie (het onderwater zetten van land) in 1629 een effectieve verdedigingswijze bleek te zijn, werd in 1672 snel een waterlinie tussen de Zuiderzee en de Merwede ingericht om de Franse troepen onder Lodewijk XIV tegen te houden voor zij ook Holland zouden veroveren. Deze linie liep van Muiden via Woerden en Goejanverwellesluis tot Gorinchem. Utrecht viel er buiten omdat deze stad op dat moment reeds door de Fransen was veroverd.