Prehistorie
Over de prehistorie kunnen we kort zijn. We weten niets met zekerheid van de mens van toen, van zijn godsbeeld of van zijn gevoelens t.a.v. de goden. Immers we hebben geen geschreven bronnen. Wel is duidelijk door grotschilderingen (Lascaux, Altamira) en figuurtjes van klei of steen (Amman, Çatal Hüyük) dat mens (god?) en dieren werden afgebeeld.Duidelijk is ook dat natuur-vormen, zoals rotsen, zon, rivieren, storm, een goddelijk connotatie kregen. De 'macht' van dat natuurelement kon evolueren tot een antropomorfe godheid, terwijl andere groepen vormloze rotsen of rotsblokken vereerden zoals wellicht in prehistorisch Bretagne (menhirs?), soms nog ver in de historische tijd, zoals bij de Nabataeën (Petra) en de zwarte steen van Oud Paphos (Aphrodite).
Faraonisch Egypte
De oudste, goed gedocumenteerde vormen van beeldverbod speelden in het faraonische Egypte, tijdens de achttiende dynastie (15e en 14e eeuw v C).Damnatio memoriaeveroordeling van de nagedachtenis; het ging waarschijnlijk niet om de nagedachtenis van Hatsjepsoet als persoon maar van Hatsjepsoet als farao. Zowel haar naam als die van Achnaton werd in geen enkele officiële koningslijst genoemd.
Familiebanden
Hatstjepsoet (ca. 1479 v.Chr. - 1458 v.Chr.) is de eerste vrouw van Thoetmoses II en een farao van het Oude Egypte. Bijzonder aan haar is dat ze naar schatting 22 jaar over Egypte geregeerd heeft. Dat is langer dan iedere andere vrouwelijke farao uit het Oude Egypte.
De ouders van Hatsjepsoet waren farao Thoetmosis I en koningin Ahmose. Thoetmosis I had ook een zoon met een andere vrouw: koningin Moetnofret. Deze zoon heette Thoetmosis II en zou de erfopvolger van zijn vader worden. Hatsjepsoet huwde dus met haar halfbroer en kreeg met hem een dochter: Neferoere. Deze dochter huwde met haar halfbroer Thoetmoses III (zoon van Thoetmoses II en Isis)
Aanvankelijk had zij al veel invloed op haar man Thoetsmosis II. Toen deze stierf, werd zij regent, omdat Thoetmosis III nog te jong was. Ze werd hiervoor geschikt bevonden, omdat zij een tante van hem was. Toen Thoetmosis III ouder werd, bleef zij regeren.
Farao Amenhotep IV
Farao Amenhotep IV veranderde midden 14e eeuw v C de Egyptische religie drastisch: van
polytheïsme naar monotheïsme. Goden werden afgeschaft, priesters ontslagen en tempels
gesloten. Er was slechts één god, namelijk de zonneschijf Aton, die ook ook werd afgebeeld: een
zonneschijf met stralen eindigend in handjes die het teken anch (leven) vasthouden.
De farao was de enige priester, hij was "de enige die zijn vader (Aton) begrijpt". Hij bouwde een nieuwe hoofdstad: Achet Aton (de horizon van Aton) en noemde zichzelf Achnaton (hij die effectief is voor Aton). Naam en afbeeldingen van de 'oude' god Amon en andere goden werden weggekrast.
‘Farao Achnaton veroorzaakte een ware beeldenstorm’
Dr. Jaap van Dijk over farao Achnaton
Na de dynastie van farao Achnaton (ca. 1388 – 1351 v. Chr.) barstte er een ware beeldenstorm los, aldus egyptoloog dr. Jaap van Dijk. Had deze farao het te bont gemaakt? Jaap van Dijk over farao Achnaton en de opkomst van het monotheïsme.
Waarom wordt Achnaton gezien als een bijzondere farao?‘Farao Achnaton heeft de godsdienst en de cultuur van het oude Egypte revolutionair veranderd. In de Egyptische godsdienst werden heel veel verschillende goden aanbeden. Achnaton vereerde nog slechts één god, de zonnegod Aton. Hij is de enige farao die een monotheïstische religie probeerde in te voeren en dat maakt hem zo bijzonder. Hij liet een nieuwe hoofdstad bouwen voor de god Aton, de stad Amarna. De oude religieuze stad Thebe en de oude hoofdstad Memphis liet hij links liggen.’
'Achnaton had haast: in korte tijd wilde hij tempels en paleizen uit de grond stampen'
Voerde hij behalve het monotheïsme nog andere grote veranderingen door?‘Achnaton voerde een nieuwe kunstzinnige stijl in, de Amarna-stijl. De klassieke Egyptische kunst was opgebouwd uit vaste verhoudingen waaraan je deze stijl direct herkent. Tijdens het regime van Achnaton werd van deze verhoudingen afgeweken waardoor kunst uit deze periode er heel anders uitziet. De Amarna-stijl was minder statisch. Daarnaast beeldde men ook andere onderwerpen af, zoals het doen en laten van de koninklijke familie. Voorheen rustte hier een taboe op. De farao werd in deze tijd ook op een heel andere manier afgebeeld dan voorheen gebruikelijk was, bijvoorbeeld met een groot kalebasvormig hoofd en vrouwelijke gelaatstrekken. Waarom dit zo was, weten we niet.
Behalve in de kunst, is de Amarna-stijl ook terug te vinden in de architectuur uit deze tijd. Traditioneel werden gebouwen van grote blokken zandsteen gebouwd. Deze blokken waren zwaar en werden met veel moeite bovenop elkaar geplaatst, maar Achnaton had haast. Hij wilde binnen korte tijd tempels en paleizen uit de grond stampen en liet daarom bouwen met kleine bouwblokjes.’
Wat gebeurde er nadat farao Achnaton overleed?
‘Dat weten we niet precies. Gedacht wordt dat zijn vrouw Nefertiti, de koningin, een korte periode Egypte bestuurd heeft nadat Achnaton was overleden.
Hoe komt het dat we ondanks deze beeldenstorm toch veel over de Amarna-periode weten?
‘Achnaton raakte na zijn dood snel in de vergetelheid, maar dankzij de bouwblokjes die tijdens zijn dynastie werden gebruikt voor het bouwen van tempels en paleizen, weten we nog vrij veel over deze tijd. Na zijn dood werden veel van deze blokjes (talatats) gebruikt als vulling in de funderingen van tempels van latere farao’s.
Direct na de dood van Achnaton (rond 1336 v C) werd deze religieuze hervorming teniet gedaan en beelden van hem en zijn familie vernietigd of verminkt. Maar veel afbeeldingen zijn onbeschadigd bewaard gebleven, dus deze damnatio memoriae werd zeer waarschijnlijk niet consequent doorgevoerd.
De oude religie werd weer in ere hersteld en goden werden weer min of meer antropomorf voorgesteld in beelden en reliëfs. Goden woonden tot op zekere hoogte in hun beelden in de tempel. De goden – dus de godenbeelden – werden dan ook elke ochtend gewekt, kregen kleding aan en men zette voedsel voor hen neer.
Babylonië
Shamash-shum-ukin (r.667-648 vC) was koning van Babylon en broer van Ashurbanipal (r.668-627 vC). Hij kwam in opstand tegen zijn broer, werd in de strijd gedood en zijn stenen beeltenis in de Nabu-tempel te Borsippa (Z-Irak) werd bewust verminkt. Ook in Assyrische paleisreliëfs is deze moedwillige verminking van menig koningshoofd waar te nemen.