Christenen
In de middeleeuwen gold in het westen de verering vooral de reliekschrijnen, maar bij de twee- en driedimensionale beelden aan en in kerken was het didactische element het belangrijkste, zoals paus Gregorius de Grote al verwoordde. Die beelden waren "de bijbel voor het volk" en daardoor werd de gelovige geïnspireerd tot grotere devotie en deugd. Theologen mochten dan wel subtiel onderscheid aanbrengen tussen het beeld en de afgebeelde, deze kleine nuances speelden geen rol bij de volksreligiositeit.
Het timpaan op de westgevel van de Abdijkerk van Sainte-Foy is een voorstelling van het laatste oordeel. Een voorbeeld van een 'bijbel voor het volk' en in dit geval dan speciaal voor de pelgrims op weg naar Santiago del Compostella.Christus wordt getoond als rechter over de mens, hij verwijst met zijn rechterhand de goede zielen naar de hemel en met zijn linkerhand de slechte zielen naar de hel. Rechts worden de zielen gewogen, beneden is de hel te zien met duivels en martelwerktuigen. Een engel scheidt de verlosten van de verdoemden.
Op het beeldhouwwerk zijn nog resten kleur te zien, deze reliëfs werden vroeger gepolychromeerd. Kunst in de me
In een klein hoekje - net boven de hemel - zien we
Ste Foy voorovergebogen bidden voor God's hand.
Middeleeuwse realiteit en geloof, prachtig vereeuwigd op het timpaan van Conques.
"wat hebben die belachelijke monsters daar te zoeken, die ongelooflijk mismaakte en afgrijselijke schoonheden? Wat moeten die onreine apen daar? Wat die wilde leeuwen? Wat die monsterlijke centauren?
Haggada letterlijk = verhaal, vanaf eind 13e eeuw was dit een speciaal boek (handschrift) gemaakt voor de pesachviering thuis waarin het traditionele verhaal over de uittocht uit Egypte wordt verteld.
Vergelijk eierdozen of stalactieten. Niet zeker is waar deze decoratieve vormen voor het eerst werden toegepast (er zijn uiteraard een aantal theorieën!), maar één ding is wel duidelijk: muqarnas werden vanaf de 12e eeuw in de hele islamitische wereld – ongeacht de heersende dynastie – eeuwenlang zeer populair. Zie ook uitgebreide pagina op Oudweb
De houding ten opzichte van kunst en afbeeldingen in de huiselijke omgeving wisselde per streek, dynastie en religieuze stroming binnen de islam.
De Fatimiden en Mamlukken in Egypte hadden veel figuratieve kunst (aardewerk, glas, handschriften, kleding, paleismuren etc.)
De Fatimiden heersen van 969 tot en met 1171 over Egypte en zijn de stichters van de stad Caïro. |
De Almoraviden en Almohaden in Marokko en Al-Andalus waren felle tegenstanders van welke afbeelding van mens en dier dan ook.
Elders (India) gaf een 14e-eeuwse sultan opdracht om alle oude figuratieve voorstellingen te vernietigen. Inderdaad hebben archeologen figuratief gedecoreerd aardewerk in scherven teruggevonden! De Nasriden van Granada lieten hun voorouders zelfs schilderen op een van de plafonds van het Alhambra-paleis.
Vanaf de late 10e eeuw kwamen figuratieve voorstellingen – voorheen in de ambiance van de moslim elite – veel voor op het min of meer alledaagse gebruiksaardewerk, vooral in de Fatimidische en Syrische gebieden. Het zijn vaak expressieve, soms zelfs karikaturale scènes van alledag, zoals een hanengevecht, waarbij wellicht ook het schaduw-poppen-theater een inspiratiebron was.Vanaf de 12e eeuw zijn ook handschriften bewaard gebleven met figuratieve voorstellingen. Waarschijnlijk waren er al veel eerder geïllustreerde manuscripten, maar daar zijn (nog) geen resten van gevonden.
Vanaf de late 13e eeuw zijn er zeker afbeeldingen van Mohammed, wiens gezicht vaak – maar zeker niet altijd – door een sluier is bedekt.
Nergens is in de hadith te vinden dat Mohammed of andere profeten niet afgebeeld zouden mogen worden. Hooguit kan men dat concluderen uit het algemene taboe zoals verwoord in de hadithverzamelingen m.b.t. afbeeldingen van mens en dier.
De hemelreis van Mohammed is waarschijnlijk het meest afgebeelde figuratieve onderwerp in de hele islamitische wereld. Verschillende stadia van deze reis zijn weergegeven.
Ibn Ishak schreef ook over Mohammed's nachtreis (koran 17). Deze reis wordt meestal opgevat als een reis van Mekka naar Jeruzalem en van daaruit naar de hemel (hemelreis). Mohammed zou gereisd hebben op het rijdier Burak,
"het rijdier waarop de vroegere profeten hadden gereden .... een wit rijdier, iets tussen een muildier en een ezel in, met vleugels aan zijn flanken waarmee het zijn achterpoten aandreef, terwijl het zijn voorpoten telkens neerzette tot waar zijn oog reikte"
In de koran worden naam en uiterlijk van het rijdier niet vermeld, maar latere legenden vullen details aan. Ibn Ishak beschreef het als een soort ezel, maar vanaf de 11e eeuw is er sprake van Burak als een vliegend fabeldier met een menselijk (vrouwelijk) gezicht, olifantsoren, paardenmanen, pauwenstaart of een muildierenborst. Zeker vanaf de 14e eeuw hebben kunstenaars Burak op verschillende manieren vormgegeven, maar het viervoetige vliegende fabeldier heeft dan meestal weinig ezelkenmerken meer.