Mechelen


Digitale landelijke dag 2022 - Oude Kunst OU
Bezoek aan Mechelen

Museum Hof van Busleyden

 


Het schilderij van de dans der deugden, ook wel maagdendans genoemd, is een vroeg voorbeeld van een schilderij op doek. Hoewel de kunstenaar anoniem blijft, werd het vermoedelijk in Mechelen gemaakt. Deze stad was in de zestiende eeuw een bekend productiecentrum van (goedkope) schilderijen op linnen. Karel van Mander (1548-1606) schrijft een halve eeuw later dat er in Mechelen meer dan 150 winkels van Doeck-schilders zijn. Daarnaast doet ook het popperige uiterlijk van de maagden (hoog voorhoofd, amandelvormige oogleden en pruillipjes) denken aan de kleine Mechelse houten beeldjes (Poupées de Malines) die op grote schaal in deze stad werden vervaardigd. 





Anoniem: 
Zegenend Jezuskindje,
16de eeuw, 
lindehout, 
34.5 x 14.0 x 7.0 cm.




Jan Mone (c. 1485 - c. 1554?), 
De Calvarieberg, 
huisaltaar met reliëf in albast, 
16de eeuw, 
hout, albast, 
105,5 x 79,0 cm.


Onafgewerkte westertoren, 97,9 m Geplande hoogte 167 m, 
Familie Keldermans
In de derde bouwfase (1452-1520) werden drie zijkapellen aan de noordelijke zijbeuk toegevoegd. De Sint-Romboutstoren werd toen eveneens gebouwd. De verdieping op de begane grond is even breed als het middenschip.Het ontwerp is van de familie Keldermans. Oorspronkelijk was het de bedoeling dat de toren bekroond zou worden met een 77 meter hoge opengewerkte naaldspits. Er is echter maar 7 meter van de spits gerealiseerd. De totale lengte van deze hooggotische toren bedraagt daardoor 97 meter in plaats van de geplande 167 meter. Toen men met de toren begon was de kerk zelf haast voltooid.


Het Hof Van Savoye ook wel Paleis van Margaretha van Oostenrijk genoemd is een 16e-eeuws gebouw in Mechelen, en een van de eerste renaissancegebouwen in de Nederlanden. Margaretha van Oostenrijk was landvoogdes van de Nederlanden.

De 'schoonste kamer' van Hieronymus

Muurschilderingen in het Hof van Busleyden 


Een economische en culturele situering tot de 18e eeuw



De 15e en de 16e eeuw waren een goede voedingsbodem voor het ontstaan van de goudleerproductie in Mechelen. Mechelen was reeds gekend als gedegen productiecentrum van leder, geproduceerd door de Mechelse huidevetters, dat verspreid werd over de Lage Landen en de Lorreinen. Het was, als gevolg van de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648), dat de lederproductie serieuze klappen kreeg waardoor er werd overgeschakeld op de productie van goudleer. Het Mechelse goudleer was van superieure kwaliteit en had grote faam. Vooral de Mechelse broers Antoon, Peter en Gillis Vermeulen werden bekend als de uitvinders van een nieuwe looimethode.
Jan Verbeeck de Oude (ca. 1520 - na 1569),
De hennetaster,
tempera op doek,
in Het Zotte Kunstkabinet, Mechelen

het geweven alternatief voor de paneelschilderkunst sinds de 13e-eeuw


DE BESLOTEN HOFJES

Fragment uit het middenpaneel van het ‘Besloten Hofje met Elisabeth, Ursula en Catharina’ (1520-1530)

*De zeven Mechelse Besloten Hofjes zijn de absolute kroonjuwelen van het Museum Hof van Busleyden. Deze kostbare mixed media objecten bieden een unieke inkijk in de privédevotie tijdens de zestiende eeuw. 
*Een Besloten Hofje bestaat uit een houten kast met beschilderde luiken waarop opdrachtgevers of patroonheiligen zijn afgebeeld. 
*In dit kastje zijn honderden *glinsterende pailletten, Agnus Dei (pauselijke *wassen zegels met het Lam Gods), vergulde tinnen *pelgrimsinsignes, *pijpaarde of *papier-pressé zegels, *glazen parels, *relieken en gepolychromeerde houten beeldjes (*poupées de Malines) opgesteld tussen een overweldigende hoeveelheid *zijden fauna en flora. 
*Het ensemble verbeeldt een paradijselijke tuin die in enkele gevallen onderaan wordt afgesloten door een klein hekje. 
*Het thema van de afgesloten tuin verwijst naar het oudtestamentische Hooglied. Deze Bijbelse tekst is een liefdesduet tussen een anonieme bruidegom en zijn bruid. Niet alleen beschrijft dit liefdesgedicht het samenkomen van de twee geliefden, maar eveneens het ondragelijk gemis wanneer de twee protagonisten elkaar verliezen. Om de maagdelijkheid van zijn bruid te loven, spreekt de bruidegom de volgende woorden uit (Hooglied 4:12)

*De vele vroegchristelijke interpretaties van deze erotisch geladen tekst hebben ervoor gezorgd dat de beeldspraak van dit duet uitgroeide tot een geliefd thema binnen de christelijke kunst. Vooral in vrouwelijke religieuze gemeenschappen was het thema bijzonder populair. Hierbij identificeerde de zusters zich met de anonieme bruid op zoek naar hun bruidegom, de zoon van God, Christus.
*De grootste collectie Besloten Hofjes behoren toe aan de Onze-Lieve-Vrouwgasthuiszusters van Mechelen. Zij hebben deze curiosa vijfhonderd jaar lang weten te beschermen tegen verval en vernietiging. 
*Toen de laatste gasthuiszusters hun woonst verlieten, gaven zij de Besloten Hofjes in langdurige bruikleen aan de Stad Mechelen. Zo kwamen ze in de collectie van Museum Hof van Busleyden terecht.
*In 2014 zijn acht restauratoren – ieder gespecialiseerd in een ander medium (schilderkunst, was, textiel, enz.) – aan de slag gegaan om de pracht van de Besloten Hofjes opnieuw te doen opleven. Deze conservatie- en restauratiebehandeling kwam in mei 2018 tot zijn einde en heeft gezorgd voor zeer veel nieuwe inzichten met betrekking tot de productie en het gebruik van deze stukken. 
*Een Besloten Hofje is een meditatief object waarbij de toeschouwer zichzelf verliest in de talloze devotionalia. Hij of zij gaat op ontdekkingsreis naar het mysterieuze paradijs waaruit de mens werd verdreven na het begaan van de ultieme zonde. Tijdens deze reis in de geest bereikt de gelovige niet enkel heilige plaatsen (met behulp van de pelgrimsinsignes) maar komt hij eveneens deugdzame heilige tegen (dankzij de relieken) en ruikt hij de zoete geur van het hemelse paradijs (vertegenwoordigd door de zijden bloemen). Tot slot, na intensieve meditatie, kan de toeschouwer het onzichtbare, het goddelijke ontmoeten. Hoewel het voor toeschouwers vandaag niet eenvoudig is om de spirituele rijkdom van deze kastjes te ervaren, is het niet moeilijk om overweldigd te worden door de veelheid en schittering van deze Besloten Hofjes. 

Fragment van: Besloten Hofje with Saint Elizabeth of Hungary, Saint Ursula, and Saint Catherine of Alexandria,
Bone relic of the 11,000 virgin martyrs labeled, “This comes from the bones of the 11,000 martyred [virgins]
(Dit es tghebennte vande[n] xim merteleere[n])” 

Andrea Pearson

Besloten Hofje Sint-Anna-ten-drieën

" Te midden van eenen hof met zijden gouden en zilveren bloemen, bevinden zich drij geschilderde eiekenhouten beelden der H. Anna, van den H. Augustinus en van de H. Elisabeth van Hongarië.
Verder een medaillon verbeeldende de H. Maagd in eenen hof neergezeten. Buiten den hof ziet men eenen engel, een Kruis en de eene hand, en in de andere hand eene koord, waar mede hij een aantal honden in bedwang houdt.
De engel blaast op eene bazuin, waaruit een wimpel tevoorschijn komt met deze woorden: ave gartia plena, dominus teeum. Een eenhoorn komt zich bij de H. Maagd verschuilen.
In den hof bemerkt men de volgende zinnebeelden: Fons signatus, virga frondens, velus Gedeonis, domus aurea, rubus Moysis, porta Ezechiël. Op de zijdeuren zijn twee afbeeldsels geschilderd van religieuzen van het klooster, vergezeld van den H. Hieronymus en van de H. Catharina."



De Besloten Hofjes zijn de uitdrukking van een exclusief vrouwelijke vroomheidscultuur. Dat  hoeft niet per se te betekenen dat de hofjes ook integraal door de Gasthuiszusters zelf vervaardigd zijn, wel dat ze een sleutelrol hebben gespeeld in hun persoonlijke en gemeenschappelijke devotie. Hoe de Mechelse hofjes precies tot stand gekomen zijn is niet gedocumenteerd. Zeker is dat ze niet uniek zijn in hun genre. Met name tijdens de vijftiende en zestiende eeuw maakten besloten hofjes deel uit van de materiële cultuur van vrouwenkloosters en begijnhoven in de Zuidelijke Nederlanden. De houten kasten, eventuele beschilderde zijluiken en de gepolychromeerde beelden waren bestanddelen die werden uitbesteed aan vakmensen buiten het klooster. Het aandeel van de religieuzen bestond voornamelijk in het assembleren en ‘aankleden’ van de hofjes. Dat deden ze door ze te vullen met relieken met bijhorende reliekbriefjes, miniatuuraltaren en calvaries, soms ook met fabeldieren zoals een eenhoorn (symbool van zuiverheid) en met veel bloemen en planten in zijde en goud- of zilverdraad. Het geheel vormt een organisch, maar ook kwetsbaar geheel dat de toeschouwer fascineert en meeneemt in de religieuze belevingswereld van zestiende-eeuwse kloosterzusters en begijnen.


EEN NIEUW BOEK OVER DE BESLOTEN HOFJEs

De belangstelling voor de hofjes ontstond een eeuw geleden toen de houten gepolychromeerde beeldjes de aandacht van kunsthistorici trokken. Met een romantische blik naar deze retabelkasten kijkend meende men dat de zusters voor de inhoud van de hofjes zelf instonden en dat zij de vele bloemetjes (vervaardigd uit zijde, gewikkeld rond zilver- of metaaldraad) eigenhandig hadden gemaakt, intussen mediterend op het leven en lijden van Christus, Maria en andere heiligen. Zoals Hannah Iterbeke in haar essay overtuigend aantoont, kan hiervan geen sprake zijn geweest. Waar zouden de zusters, die zich de hele dag met ziekenzorg hadden beziggehouden, immers de tijd hebben gevonden voor een dergelijk tijdrovend werk? Het ligt eerder voor de hand, zo luidt de mening van de meeste onderzoekers anno 2018, dat deze kunstig gevlochten bloemetjes door begijnen of kloosterlingen (zowel vrouwen als mannen!) van contemplatieve ordes zijn gemaakt. Sterker nog: zijn alle hofjes wel van Mechelse herkomst? Op de beeldjes treffen we inderdaad Mechelse keurmerken en meestertekens aan maar anderzijds weten we dat Margareta van Oostenrijk haar hofschilder Gerard Horenbout naar Gent zond om daar de samenstelling van een hofje, dat zij besteld had bij de zusters van de priorij van Galilea, te coördineren. De regentes had overigens meer dan één hofje in haar collectie maar of die de tand des tijds hebben doorstaan is de vraag. Er moeten er in het verleden veel meer zijn geweest die helaas niet bewaard zijn gebleven.