Kunstproductie in de late middeleeuwen 2 - 7



7. Producten

* We verkijken ons op *paneelschilderijen, terwijl in de 15de eeuw de Nederlanden voor een hele reeks producten wereldleider waren: *wandtapijten, *houten retabels, *glaswerk, *handschriften, *zilverwerk, *brons, *textiel, ... Vele van die kunstvormen werden trouwens waardevoller ingeschat dan schilderijen.

* Ruw materiaal beschikbaar op de handelsmarkten

*[apart from the best steel armour (in which Milan was supreme), silk textiles, marquetry work, and the new invention of glazed terracotta by the della Robbias in Florence,] 

*there was almost no form of moveable visual culture or artistic medium in which the Netherlands did not lead the way, with specialist expertise and techniques of production at such a high level that no one else could compete with them in quality or in speed of execution. 

*Part of their ability to achieve this position was down to their role as centres where raw materials were brought to trade for manufactured goods. This meant that glass, brass, tin, copper, zinc, silver, gold, jewels, cloth, silk, dyes, wool, parchment, paper, and pigments-all the mate rials needed for making luxury objects and images could be had on their doorstep, in large quantities, and of high quality.

Wandtapijten

* o.a. ook als diplomatieke giften gebruikt, representatief voor de Bourgondische staat 

* monopolie in Bourgondië vanaf 1450 (vooral Arras, Brugge, Rijsel, Doornik; later ook Brussel) 

De beroemde wandtapijten van Rafaël 

van Brussel naar Vaticaanstad

Leo X gaf Rafaël in 1515 de opdracht om tekeningen voor een tapijtenreeks te maken, met als onderwerp de handelingen van de apostelen. De opdracht voor de tapijtreeks, inclusief de tien ontwerptekeningen en de tien voltooide tapijten, kostte de paus zestienduizend dukaten: meer dan vijf keer zoveel als het bedrag dat Julius II aan Michelangelo had betaald voor de decoratie van het plafond van de Sixtijnse Kapel!

Naar de weverij in Brussel
De kartons van Rafaël werden nadat ze voltooid waren naar Brussel gestuurd, waar ze tussen 1516 en 1521 werden geweven in het atelier van Pieter van Aelst. De weverij van Van Aelst was niet een toevallig locatie; in de zestiende eeuw was zijn atelier het meest exclusieve adres in heel Europa waar je je tapijten kon laten weven – uiteraard tegen een flinke som geld.

De kartons kwamen opgerold in Brussel aan. Na hun aankomst werden ze in stroken van 91 centimeter breed geknipt. Het is bijna heiligschennis, niet een maar tien Rafaëls verknippen, maar dit was de enige mogelijkheid om iedere wever individueel aan zijn gedeelte te laten werken. De stroken werden verdeeld naar expertise: blonk een wever uit in landschappen, dan kreeg hij een strook toebedeeld met veel landschapsmotieven. Was een wever goed in het weven van menselijke figuren? Dan kreeg hij een scène met veel menselijke interactie.

De kartons dienden als basis en gids bij het maken van het wandtapijt, waarbij de wever een combinatie gebruikte van gekleurde zijde, wol en metaaldraad. De individueel gemaakte stroken werden op het einde aan elkaar geweven en smolten zo samen tot een uniek wandtapijt.

De voorstellingen op de wandtapijt zijn niet helemaal gelijk aan die van de kartons: zij zijn het spiegelbeeld van elkaar. En de kleurverschillen die Rafaëls kartons kenmerken, waren te subtiel en te gevarieerd om exact zo te worden weergegeven door de wevers. De wandtapijten zijn dus zeker geen slaafse kopieën, maar op zichzelf staande kunstwerken.

vergelijk tussen karton en tapijt

* vanaf 1528 keurmerk BB (Brussel Brabant)

* in de hoven van Europa was er vraag naar tapijten uit deze centra

* soms ook seriewerk op basis van dezelfde kartons (bv. het verhaal van de Trojaanse Oorlog, 9 keer uitgevoerd)

Netherlandish weavers organized by Pasquier Grenier
The Tent of Achilles, 
sixth tapestry from an eleven piece set of the Story of the Trojan War, 
wool and silk, c.1475-95.

Houten retabels

* Belangrijkste centra Brussel, Mechelen en (16de eeuw) Antwerpen 

                * kleinere productiecentra: Leuven, Lübeck, Keulen, Bergen, Cambrai

* in de loop van de 15de eeuw een keurmerk voor alle drie deze steden 

  • Brussel 1454 hamer / Antwerpen 1470 handje voor sculptuur, kasteel
(left to right): 
  • Antwerp altarpieces mark the carving of  (a *hand)
  • Brussels altarpieces marks the joinery (a *compass), woodcarving (a *mallet) and polychromy (*'BRVESEL)
*The introduction of such marks, their form and placement suggests a concern for the wider market, and a desire to maintain and control the standards of workmanship so that the reputation of a city's craftsmanship did not suffer.

* erg veel export naar Spanje, Engeland, Portugal, Italië, Frankrijk, Duitsland, Polen, Zweden

*Like tapestries, the market for these works was geographically wide, although it catered to a somewhat different clientele: mostly clergy, guilds, confraternities, merchants and noblemen, although occasionally members of the very top rank brought them, like Philip the Bold. 

*It has been estimated that as high a proportion as 75 per cent of the carved retables sold in Antwerp (many of which were products from other towns) were for buyers beyond that region who came from all over Europe: examples both commissioned and made on spec were sent to Spain, Portugal, Sweden, Germany, Poland, Scotland, England, France and Italy.

* typisch: minutieus uitgewerkt maaswerk en canopees → topperiode 1500-1530

De Bormans zijn een Belgische houtsnijdersdynastie, verspreid over vier generaties, van 1460 tot 1590. De bekendste vertegenwoordiger, Jan II Borman (ca. 1460-1520), beheerste het beeldsnijden tot in de puntjes.

Dit vakgebied raakte wat ondergesneeuwd door de schilderkunst maar trad weer op de voorgrond dankzij de recent voltooide restauratie van De Marteldood van Sint-Joris, een groot retabel van 5 m bij 1,60 m met een overvloed aan beeldjes, meer dan 80, alle uitzonderlijk fijn gesneden. Dat maakt het kunstwerk wereldberoemd en een icoon van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van Brussel.  De meester heeft het gesigneerd en gedateerd in 1493. De zeven laatgotische scènes verrassen met hun uiterst expressieve realisme, hun niet te evenaren nauwkeurigheid en weergaloos virtuoze houtsnijwerk. De voorstelling geeft de foltering van de heilige weer.

Tijdens de restauratie in de 19e eeuw zijn de scènes in een andere volgorde teruggezet, maar nu zijn ze weer te bewonderen zoals ze uit het Brusselse atelier van Borman kwamen. Bij de nieuwe restauratie doken ook een verborgen ex voto en een stuk perkament op dat bewijst dat dit werk nooit is gepolychromeerd. link

Verluchte manuscripten

* Reeds begin 14de eeuw werd er veel voor de export gemaakt

 * productie was vooral gefocust in Gent en Brugge

* Oorspronkelijk voor koninklijke hoven, maar geleidelijk aan meer devotieboekjes, brevaria, getijdenboeken, voor rijke burgers en adel

*The style of illumination developed in Bruges and Ghent at this period (generally referred to today as the Ghent-Bruges school because its focus of production was in those towns), depended for its effect on a very distinctive form of finely rendered illusionis tic border decoration and script flourishes and forms. Another stimulus to the development of such a style, designed to appeal to richer patrons, may have been the changes in the market caused by the increasing competition of printed books, an industry which was being established seriously in the towns of the Burgundian Netherlands at just this moment. Printed books could certainly not compete with such subtle, painterly, and colour-rich decoration, and the elaborate refined bastarda script of many of these manuscripts.




* typisch: illusionistische bloemdecoratie in de randen (de "Gent Bruggeschool") midden 15de eeuw → steeds virtuozer gebruik van kleurgradaties om drukwerk te overtreffen

* topwerk = Getijdenboek van Englebert van Nassau (1470-1480), door de Weense Meester van Maria van Bourgondië.

 

Few artists of the 1400s have provoked more discussion and dissent among scholars than the artist once known as the Master of Mary of Burgundy, who was named for two manuscripts, one now in Vienna and the other in Berlin, made for duchess Mary of Burgundy. Current scholarship recognizes that the work seen in the Hours of Mary of Burgundy in Vienna should be attributed to a distinct artistic personality known as the Vienna Master of Mary of Burgundy.

Although the number of illuminations associated with the Vienna Master of Mary of Burgundy remains small, the artist's work constitutes some of the most original and refined art of the 1400s. These works are characterized by a profound sense of emotion, subtle atmospheric effects, and closely observed details of the moment depicted. The radical changes seen in Flemish illumination in the years around 1470, which included an exponential increase in the level of naturalism in both miniatures and borders, have been associated largely with the achievements of this single artist. Getty

Glas

Niclaes Rombouts Entombment, stained glass, 1480-84.

* This is one of a series of ten large windows, five of which still survive, made by the Brussels-based glass painter Niclaes Rombouts (c.1450-1531) for the church of the Charterhouse of Miraflores, Burgos.

* The commission was negotiated in the Netherlands for Isabella of Castile, patron of the monastery, by the Burgos merchant Martin de Soria. Rombouts, who was the official glass painter to Philip the Fair, Margaret of Austria and Charles V, signed three of the extant windows, including this one, where 'Claes Romb' is inscribed on the pot held by the Magdalene.

* glas-in-lood had je ook in Engeland, Frankrijk, Duitsland, maar het Nederlandse glasambacht was vernieuwend en gewild

* Filips de Stoute (Dijon-Chartreuse), Isabella van Castilië (Miraflores, 1480) wilden hun glas-in-lood uit Vlaanderen halen

* Nederlandse en Vlaamse glazeniers werden in Engeland aangesteld 

* de schilderkunstige kwaliteit van gebrandschilderd glas uit Vlaanderen werd ook door Vasari geprezen

* de grijs/geel/bruine glazen rondelen (max 30 cm diameter)

After a design by Hugo Van der Goes
Rebecca taking Leave of her Parents, yellow stained glass, c.1480-1500.

* The highlights in the drapery are obtained by etching a network of short, parallel strokes into the (fired) umber base layer of paint with a stylus: to create shadows, dark paint is applied with a fine pointed brush; paint is also applied to the reverse of the roundel to give an added sense of depth. This would have been undertaken by specialist glass painters, closely allied in many towns with the painters, who seem to have routinely provided the drawn models for this type of work.

Geelkoper

* legering koper en zink; zinkerts kwam uit de streek rond Luik en Aken

* 15de eeuw: Dinant, Doornik, Brugge, Gent, Brussel

* 1445 15000 pond geelkoper werd geleverd aan San Giovanni-Firenze voor de Ghiberti poorten!


Koperen doopvont in de Sint-Martinusbasiliek in Halle

In de doopkapel is een geelkoperen doopvont van 2,46 meter hoogte. 

Het opschrift op de sokkel, “ces fonts fits Willaume le fevre fondeur a tournay lan mil cccc.xlvj”, vermeldt dat Guillaume le Fèvre uit Doornik ze in 1446 gemaakt heeft.

De verticale opbouw omvat twee niveaus. Het laagste niveau omvat sokkel en doopvont-op-zich. De sokkel steunt op acht liggende leeuwen. Daarboven prijken de vier grote kerkvaders van het Westen: Ambrosius, Augustinus, Gregorius de Grote en Hiëronymus. Het hoogste niveau omvat het deksel: twaalf apostellen; daarboven patroonheilige Sint-Martinus met twee andere ruiters, Sint-Hubertus en Sint-Joris; helemaal boven de doop van Christus door Johannes de Doper.

De doopvont heeft een smeedijzeren hefboom uit het midden van de vijftiende eeuw. Op de hefboom is een plaatje in de vorm van een wolk bevestigd. Op het plaatje is tijdens de restauratie van oktober tot december 2002 een schilderijtje blootgelegd: God de Vader met een wereldbol in zijn rechterhand. Wikipedia

* lezenaars, doopvonten, kandelaars (zie Arnolfinischilderij van Jan van Eyck. De Portinari's hebben trouwens zo'n kroonluchter naar De Medici's in Firenze verscheept), grafplaten, paaskandelaars 

Links: de foto van de grafplaat van Kateline Daut († 1460) in de Sint-Jacobskerk in Brugge © KIK-IRPA, BRUSSEL KN005028
Rechts: de wrijfprent van dezelfde grafplaat © KIK-IRPA, Brussel Y008114

* Renier van Thienen - paaskandelaar Zoutleeuw, 1482

Brons



* grafmonument van Maria van Bourgondië (Renier van Thienen & Pieter de Backere) 

* ook monumentale ruitermonumenten (Renier van Thienen & Pieter de Backere, Sint Maarten en bedelaar, 1492, Valencia)