Katholieke hervorming



1496, Rotterdam - 1536, Basel

Desiderius Erasmus is filosoof en een van de belangrijkste humanisten van de Renaissance. Hij breekt met de ernst die zo kenmerkend is voor de Middeleeuwen en bepleit een levenshouding zonder dogma’s: niets is namelijk zeker in het leven, en dat ontkennen is ijdelheid en hoogmoed. In zijn klassieker Lof der zotheid neemt hij priesters, pausen en geleerden van zijn tijd op de hak. Het boekje maakt hem zo populair dat hij als eerste schrijver in Europa kan leven van de pen.

Omdat volgens Erasmus de gangbare Latijnse bijbelvertaling (de Vulgaat) vol fouten zit, brengt hij een nieuwe, tweetalige bijbel uit, zodat mensen zelf de vertaling kunnen controleren. Ook schrijft hij een vernietigend boek over Paus Julius II, de oorlogspaus die met legers steden binnentrok.

Erasmus’ kritiek op de katholieke kerk maakt de weg vrij voor de Reformatie. Toch doet hij zijn best om een kerkscheuring te voorkomen. Met Luther raakt hij in een stevige discussie over de vrije wil. Luther meent dat de menselijke wil een slaaf is van de zonde, totdat God ons redt; volgens Erasmus is de mens in staat een eigen keuze te maken voor het goede.

*Pre-Trente katholieke hervorming*

Een van de minst bekende verhalen van de 16e eeuw is dat van de katholieke hervorming in de periode voorafgaand aan het Concilie van Trente, die begon in 1540.
De katholieke hervorming was gewijd aan de verandering binnen de kerk. Het was zich bewust van de institutionele problemen en van de corruptie die bestond. Maar bovenal was het gewijd aan een vernieuwing van spiritualiteit, een terugkeer naar een spirituele strengheid van oefening en gebed.

Een polyglot is een boek dat versies van dezelfde tekst in verschillende talen naast elkaar bevat. Sommige edities van de Bijbel of delen daarvan zijn polyglots, waarin de Hebreeuwse en Griekse originelen samen met historische vertalingen worden tentoongesteld. Polyglots zijn nuttig voor het bestuderen van de geschiedenis van de tekst en de interpretatie ervan.



Na de uitvinding van de boekdrukkunst en de heropleving van filologische studies, werden polyglotten een favoriet middel om de kennis van talen uit het Midden-Oosten, waarvoor geen goede referenties beschikbaar waren, te bevorderen, evenals voor de studie van de Schrift .




Complutenzische Polyglot

De serie begon met de Complutensian gedrukt door Axnaldus Guilielmus de Brocario op kosten van kardinaal Ximenes aan de universiteit van Alcalá de Henares (Complutum). Het eerste deel hiervan, dat het Nieuwe Testament in het Grieks en het Latijn bevat , werd voltooid op 10 januari 1514. In vols. ii.−v. (voltooid op 10 juli 1517), werd de Hebreeuwse tekst van het Oude Testament gedrukt in de eerste kolom van elke pagina, gevolgd door de Latijnse Vulgaat en vervolgens door de Septuaginta- versie met een interlineaire Latijnse vertaling. Onder deze stonden deChaldee , opnieuw met een Latijnse vertaling. Het zesde deel met een appendix is ​​gedateerd 1515, maar het werk ontving pas in maart 1520 de pauselijke sanctie en werd blijkbaar pas in 1522 uitgegeven.
Deze tekst, de Complutenzische Polyglot, mooi van uiterlijk, ontstond tegelijk met het Nieuwe Testament van Erasmus.

Spirituele vernieuwing

Het Oratorium van Goddelijke Liefde, een groep leken en kerkelijke figuren die waren gewijd aan de hernieuwing van het gebed en goede werken.
Het ontstond in Genua aan het einde van de 15e eeuw en liet zich inspireren door de heilige Catharina van Genua.

Het oratorium zou de invloedrijkste factor worden bij de opkomst van andere orden binnen de kerk.
We kunnen met name denken aan de Theatijnen die in 1524 onder kardinaal Carafa begonnen.
De Theatijnen, een relatief kleine groep,
waren gewijd aan het gebed, het handhaven van een strikt christelijk leven en de zorg voor de armen.
De Theatijnen verspreidden zich door heel Italië en
werd de inspiratie voor andere groepen, zoals de kapucijnen.

De kapucijnen vormen een vertakking van de door Sint Franciscus van Assisi gestichte minderbroederorde. De kapucijner spiritualiteit kenmerkt zich door de nadruk op broederschap, eenvoud en persoonlijke vrijheid.


De Orde der Minderbroeders Kapucijnen (Latijn: Ordo Fratrum Minorum Capuccinorum) begon in de 16e eeuw als afsplitsing van de Minderbroeders Observanten. De eerste kapucijnen beoogden een strikte observantie van de Regel van Franciscus. Zij droegen een andere monnikspij dan andere franciscanen. Opvallend was hun puntige monnikskap (Italiaans: cappuccio); vandaar dat ze kapucijnen (cappuccini) werden genoemd. De officiële dracht van de kapucijnen is een bruine pij met puntkap met om het middel een wit koord met drie knopen erin.


Paulus III was een zeer belangrijke figuur, niet alleen omdat hij later het Concilie van Trente zou bijeenroepen, maar in de jaren 1530 bracht hij een reeks mensen op,
waaronder Contarini, Kardinaal Pole uit Engeland, kardinaal Carafa, tot een hoge functie binnen de kerk. Al deze mensen werden leidende stemmen bij de hervorming van de instellingen, maar ook
bij de hervorming van het geestelijk leven van het christendom.
 
Contarini sloot zich aan bij deze groep.Velen van hen behoren tot deze commissie en hebben een agenda opgesteld voor: hoe die herleefde kerk eruit zou zien in het licht van de protestantse dreiging.

Contarini's inzet voor verzoening strekte zich uit tot zijn deelname aan colloquia die in Duitsland hadden plaatsgevonden tussen protestantse en katholieke leiders. Dit was in de vroege jaren van de jaren 1540, en met name in Regensburg.
Daar werkte Contarini, samen met zijn protestantse collega's, aan een vorm van wat dubbele rechtvaardiging werd genoemd, die de katholieke en protestantse standpunten bij elkaar leken te brengen.
Het is een verwarrende en nogal moeilijke formulering. En Luther zou het onmiddellijk aan de kaak stellen, net als Paulus III in Rome. Dus het werd niets, maar het was Contarini's hoop, dat de Reformatie kon worden genezen.
Hij stierf als een zieke en nogal droevige figuur in 1542, net toen de houding binnen de Roomse Kerk begon te verharden.


Gevolgen oorlogen tussen Karel V en Frans I, koning van Frankrijk

Paulus III wilde een concilie van de kerk. Echter geen enkele vorm van katholieke raad kon worden genoemd zolang ze met elkaar op gespannen voet bleven.
Een concilie van de kerk  zou volgens de paus onder de strikte controle van Rome moeten staan.

Er waren dus allerlei spanningen heen en weer, die de situatie binnen de katholieke kerk bepaalden.
Maar de zaken werden nog ernstiger. Kardinaal Carafa was belangrijk bij de opkomst van de inquisitie in Italië, de plaatselijke inquisities in Rome. Deze probeerde in de eerste plaats op te treden tegen degenen die enige vorm van sympathie toonden voor de lutherse leer.
1542 was een jaar waarin de houding begon te verharden, het jaar dat Contarini stierf.
Het is heel goed mogelijk dat Contarini zelf voor de inquisitie is gebracht.

Veel van degenen met sympathie voor de hervormers werden gedwongen te vluchten naar het noorden, naar de kerken van het protestantse Europa.
Een van de meest opvallende hiervan was het hoofd van de Kapucijnenorde, Bernardino Ochino, een van de grote predikers van zijn tijd.

*Concilie van Trente (1545-1563)*


Het Concilie van Trente (1545-1563) was bijeengeroepen om een einde te maken aan wantoestanden binnen de rooms-katholieke Kerk die hadden geleid tot het optreden van Luther en Calvijn. De leer van de kerk werd door het Concilie opnieuw en strikter geformuleerd zodat het onderscheid met het protestantisme scherper werd. Ook nam het Concilie besluiten die eeuwenlang bepalend zouden zijn voor onder meer de manier waarop de liturgie werd gevierd (de Tridentijnse ritus), voor de opleiding van priesters (in seminaries) en het geloofsonderricht aan de gelovigen.

Luther had verkondigd dat de mens alleen voor God gerechtvaardigd kon worden door de goddelijke genade. Zelf kon de mens daar niets aan doen, aldus Luther. Het Concilie van Trente stelde echter vast dat die door die genade de mens in staat is om het goede te verrichten. Hij is dus niet uitsluitend afhankelijk van God, maar kan zelf door zijn goede daden gerechtvaardigd worden. Dit was een wezenlijk verschil met de leer van de lutherse kerk.

Terwijl Luther alleen de doop en het avondmaal als sacramenten erkende, hield het Concilie van Trente vast aan de zeven sacramenten. Maar het Concilie zette zich niet uitsluitend af tegen Luther en andere reformatoren. Het verbeterde de zielzorg door bisschoppen en pastoors te verplichten om zich in hun bisdom of parochie te vestigen. Tot dan toe was het gebruikelijk dat geestelijken een groot aantal functies combineerden waardoor ze feitelijk niets deden aan de zorg voor de gelovigen in hun bisdom of parochie en er vaak niet eens woonden.

Het duurde tientallen jaren voordat deze ingrijpende hervormingen ook daadwerkelijk in de praktijk waren gebracht. Maar uiteindelijk zorgden ze ervoor dat de katholieke hervorming of contra-reformatie een succes werd. De Kerk was beter georganiseerd, de geestelijkheid beter opgeleid en gericht op de zielzorg en niet meer op het verwerven van aanzien en rijkdom. Het Concilie bepaalde dan ook het beeld van de Kerk tot aan het Tweede Vaticaans Concilie.


Reformatorisch Dagblad: Het Amerikaanse netwerk The Gospel Coalition vindt dat evangelicale christenen negen dingen over het concilie zouden moeten weten



Contrareformatie versus Katholieke reformatie
Toen 18e en 19e eeuwse protestantse historici  schreven over de katholieken religieuze hervormingen van de 16e eeuw, gebruikten ze de term Contrareformatie. De term impliceert dat katholieke hervormingen een reactie waren op, en een reactie tegen protestantse hervormingen.
Kortom, geen protestantse reformatie, geen katholieke verandering.
Meer recentelijk hebben katholieke historici de term katholieke reformatie aangenomen, in plaats van Contrareformatie.

De term Contrareformatie kan een zeer negatieve connotatie hebben. Het impliceert twee dingen over het katholicisme.
- Ten eerste dat de religie zich pas hervormde als reactie op Luther.
- En ten tweede, dat deze hervorming een agressieve campagne was tegen protestanten en hun overtuigingen.
De term Katholieke Reformatie daarentegen, impliceert dat het katholicisme zichzelf al actief aan het hervormen en verbeteren was,
onafhankelijk van de kritiek van protestantse hervormers.

*Katholieke bijbels*


De Vulgata nam in de middeleeuwen in de cultuur, de kunst en het alledaagse leven een belangrijke plaats in. Nog tot in de middeleeuwen en tijdens de renaissance en reformatie was Hiëronymus' vertaling een blijvende herinnering aan het Romeinse Rijk. Het was een steunpilaar voor de kerk in haar streven naar een verenigd Europa door het katholieke geloof. Als de editie van de Bijbel bekend bij en gelezen door gelovigen over een periode van meer dan duizend jaar (400 - 1530) had de Vulgata een sterke invloed, in het bijzonder in kunst en muziek omdat deze diende als inspiratiebron voor talloze schilderijen en liederen. Eerdere pogingen om naar volkstalen te vertalen werden gedaan op basis van de Vulgata omdat deze als onfeilbaar en Goddelijk geïnspireerde tekst werd beschouwd. Zelfs de vertalingen gemaakt door de protestanten bedoeld om de Vulgata te vervangen door vertalingen in de volkstaal, vertaald uit de oorspronkelijke talen, konden niet de enorme invloed van Hiëronymus' vertaling in zijn gecultiveerde stijl en vloeiende proza vermijden.

De Kerkhervormers propageerden het lezen van bijbels in de volkstaal en bevorderden het vertalen van de Bijbel uit het Hebreeuws en het Grieks.

Het Concilie van Trente (1545-1563) bevestigde in 1546 nog eens dat voor de katholieke kerk de Vulgaat (Bijbelvertaling in het Latijn) de Bijbel was. De Griekse tekst was door de ketterse Byzantijnen en de Hebreeuwse door de ongelovige Joden overgeleverd. Drukkers en geleerden trachtten vervolgens tot een accurate uitgave te komen, hetzij door de oudste handschriften Vulgaat te raadplegen, hetzij door de bestaande tekst aan de hand van het Hebreeuws en het Grieks te corrigeren.

Paus Sixtus V (1585-1590) gaf in 1590 een officiële editie uit, die niet mocht worden veranderd. Deze werd twee jaar later door zijn opvolger paus Clemens VIII (1592-1605) herzien. Zijn editie werd de standaardtekst en wordt de Vulgata Clementina genoemd. Deze editie van de Vulgaat is voor katholieken de meest bekende.
bron: Wikipedia

*Teresa van Avila en Spaanse mystiek*

De oorspronkelijke Spaanse naam van Teresa van Avila is Teresa Sánchez de Cepeda y Ahumada. In 1515 wordt zij in Avila geboren als dochter van een Spaanse edelman.
Teresa groeide op in een gezin waar haar moeder op relatief jonge leeftijd overleed. Haar vader had een joodse achtergrond, wat hem in de ogen van ambtenaren zeer verdacht maakte. Een groot deel van haar leven zou Teresa inderdaad verdacht worden door haar joodse achtergrond, of op zijn minst vermeende joodse achtergrond.

Op 2 november 1535 treedt zij in in het karmelietessenklooster “De Menswording” (La Encarnación) te Avila. Hierop volgt een twintig jaar durende periode van ziekte, dorheid en wankelmoedigheid. Dan ontdekt ze in een beeldje van de lijdende Christus de onbegrensde liefde van God voor mensen. Dit grijpt haar hevig aan en zij groeit naar een steeds inniger contact met de mens geworden God. Dit leidt in haar leven tot hevige mystieke ervaringen, die zij echter van ondergeschikt belang vindt. De weg van innerlijk gebed wordt voor Teresa steeds belangrijker. Haar leven wordt meer en meer gericht op de omgang met God als een vriend, beseffen dat Hij je bemint, met Hem alleen willen zijn.

Deze intieme omgang met God drijft haar ertoe om een andere vorm van kloosterleven te zoeken: een leven dat meer gericht is op het stil innerlijk gebed. In 1562 sticht ze, ondanks veel tegenwerking, het Sint-Jozefklooster in Avila. Het zou het begin zijn van vele stichtingen. Samen met Johannes van het Kruis hervormt zij de orde van de Karmel. Uiteindelijk leidt deze hervorming tot een aparte orde: de Ordo Carmelitarium Discalceatorum (OCD). Dit gebeurt echter pas na de dood van Teresa in 1582. Zij heeft deze scheiding nooit gewild.

Teresa van Avila is een van de beroemdste mystici onder de katholieke heiligen. Zij heeft vele geschriften op haar naam staan. Zij was niet theologisch geschoold waardoor haar stijl vrij en humoristisch is. Als weinig anderen beschrijft ze op levendige wijze de mystieke inwerking van God op de mens wanneer die zich voor God openstelt. Karmel Nederland


Johannes van het Kruis was de grote steun van Teresa van Avila in de hervorming van de Karmel. Hij leefde in dezelfde tijd en dezelfde streek, maar was veel jonger (1542-1591).

Vanaf 1567, na zijn ontmoeting met Teresa van Avila, was hij actief bij deze hervorming betrokken. De twee waren heel complementair: Teresa van Avila was een vrouw van actie, maar niettemin met een grote diepgang, en Johannes van het Kruis was zeg maar de ziel van de hervorming. Hij was een groot dichter en mysticus.

Ook Johannes van het Kruis heeft zeer veel tegenstand gekend. Door zijn eigen broeders, die tegen de hervorming van de Karmel waren, werd hij meer dan acht maanden lang, onder ellendige omstandigheden gevangen gehouden: in een smerige cel, zonder licht, met weinig te eten.

Tijdens zijn gevangenschap heeft hij meerdere gedichten en een groot deel van het prachtige Hooglied geschreven. Karmel op weg

Monasterio de San Lorenzo de El Escorial


Het Escorial (in het Nederlands ook Escoriaal of Escuriaal) (1563-1584) is het immense abdijcomplex van Filips II van Spanje. Het is een kasteel, een abdij en een koninklijk mausoleum in één geworden. Het complex is gelegen bij de stad San Lorenzo de El Escorial, ongeveer 45 kilometer ten noordwesten van Madrid. Sinds 1984 staat het complex op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.

Het Escorial is een complex van ongeveer 200 m in het vierkant, op een eenzaam bergachtig terrein, dat voldeed aan alle noodzakelijke voorwaarden voor Filips' streng-religieuze opvatting van het koningschap: een centrale binnenplaats beheerst door een kerk met een koepel, aan de ene kant geflankeerd door een klooster en aan de andere kant door een seminarie en koninklijke vertrekken. Groots, grimmig en ascetisch.

Het complex is 13 hectare groot met meer dan 16 binnenpleinen, 1200 deuren, 2675 ramen, 4000 kamers, 16 kilometer gangen en maar liefst 86 trapzalen zijn in een gebouw gegoten naar het model van het rooster waarop de heilige Laurentius geroosterd werd. De bezoeker wordt verder geïmponeerd door de imposante muren van Guadarramagraniet en de ornamenten die zo on-Spaans lijken.

Filips II liet het Escorial bouwen als laatste rustplaats voor zijn vader, en een plek waar hij zich kon terugtrekken en een gemeenschap van geestelijken kon bidden voor zijn eeuwige rust. Hij wilde in het Escorial ook alleen kunnen spreken zowel met God als met zijn vader - en vaak lijkt het of hij die twee niet goed uit elkaar wist te houden.