Inleiding beeldverbod & beeldvernietiging


GOD(EN), MENS & DIER • Schilders, beeldhouwers, miniaturisten, fotografen, cartoonisten ... nee, eigenlijk iedereen kan twee- of driedimensionaal goden, mensen en dieren vormgeven. De een zal het wellicht wat beter en mooier doen dan de ander. Maar blijkbaar was en is de zeggingskracht van zo'n beeld of afbeelding binnen de drie grootste monotheïstische religies (jodendom, christendom & islam) zó groot, dat profeten, vorsten, religieuze leiders, groepen of individueën in bepaalde perioden en in bepaalde streken paal en perk stelden/stellen aan dit 'beeld' door ge- en verboden of door vernietiging. 

Waarom? Wat was en is de dreiging dat van het 'beeld' uitging/gaat? De argumentatie verschilt per religieuze groepering of stroming en ook per tijd. 

Theologische, filosofische, politieke of sentimentele redenen
werden/worden naar voren gebracht om
iconoclasme, beeldverbod, beeldvernietiging, aniconisme, beeldenstorm, damnatio memoriae
te rechtvaardigen. 

Dirck van Delen, 1630, @Amsterdam, RM

Er is een groot verschil tussen iconoclasme dat van bovenaf – om wat voor reden dan ook – is opgelegd om een 'hoger' doel te bereiken en het 'expressieve iconoclasme', waarbij het stukslaan of vernietigen van beelden belangrijk of zelfs essentieel is om religieuze, politieke of andere gevoelens te tonen (emotie). 




Wat waren de ware redenen voor een beeldverbod en/of beeldvernietiging? Gaat het om afbeeldingen van god, van het goddelijke, van profeten of in het algemeen van mens en dier? Mag het onzichtbare zichtbaar gemaakt worden? Heeft de afgebeelde onzichtbaarheid een bijzondere betekenis? 

Doopkapel Ravenna, lege troon van God

De ene beeldvernietiging is zeker niet de andere. Zo lijken de beweegredenen van de Taliban in 2001 anders dan die van kalief Abd al-Malik met zijn munthervormingen (eind 7e eeuw) en vertonen ze meer overeenkomsten met die van Mary Richardson toen ze op 10 mrt 1914 Velazquez' Venus in de National Gallery met een bijl bewerkte.


 Een ander element dat nog lang niet altijd goed begrepen wordt, is wat voelde of zag men vroeger in het beeld? Dit is een religieuze en/of filosofische kwestie. Huisde er 'iets' IN het beeld, bijvoorbeeld de 'ziel'? Gaat het om het beeld als incarnatie van de afgebeelde? Ook zijn de gevoelens en zienswijzen uit het verleden in dit opzicht vaak moeilijk te peilen. Zo heeft de geschiedschrijver en theoloog van wie geschriften bewaard bleven zijn eigen opvattingen en ook werd hij, al dan niet bewust, beïnvloed door zijn ambiance. 


Tevens zijn teksten aangepast door de overwinnaars. Zo zijn de getuigenissen – bijvoorbeeld – tegen de beeldverering in Byzantium later door tegenstanders aangedikt om de verliezende zienswijze extra verdacht te maken. Ook bestaat er zoiets als smaak, mode, 'hype'. Een bepaalde manier van afbeelden kan voor een bepaalde periode en streek populair zijn zonder dat er diepzinnige redenen aan ten grondslag liggen. De archeoloog kijkt ook tegen problemen aan, zeker als het gaat om de laat-antieke en vroege-islamitische periode. Lang niet alles bleef uiteraard bewaard en hoe moet een en ander dan – aan de hand van teksten en andere vondsten elders – bekeken worden?