Het bewoonde huis


Samenvatting college 1 & Thema's college 2

Het ideale Huis
  • Huis/Huishouden/ (Patriarchale) Orde
  • Vernieuwing: functionaliteit & genderideologie
  • Tractaten: mannelijk perspectief; 
  • Poppenhuizen: vrouwelijk perspectief
  • Nieuwe elementen: opdeling vertrekken; functies en groepen
Het bewoonde huis
  • Plattegrond vs boedelinventaris
  • Het Hollands huisgezin
  • Wonen en werken
  • Vernieuwing

Plattegrond versus boedelinventaris

Gevels van huizenrijen aan de Keizersgracht van de Leidsegracht naar het Molenpad en de Herengracht van de Wolvenstraat naar de Oude Spiegelstraat en de Romeinsarmsteeg, Caspar Jacobsz. Philips, 1768 - 1771 

Verzaameling van alle de huizen en prachtige gebouwen langs de Keizers en Heere‐grachten der Stadt Amsteldam beginnende van den Binnen Amstel en eindigende aan de Brouwers‐gracht, bestaande in ruim 1400 prachtige en trotsche Gebouwen origineel van Huis tot Huis geteekend en op Kunstige koopere Plaaten Afgebeeld. Amsterdam z.j. (bekend als het Grachtenboek van Caspar Philips). Amsterdam, 1768‐1771. Heruitgegeven in 1922, 1930, 1936, 1967 en 1979.




Anjeliersgracht - Amsterdam - 1634

Plattegrond van 2 huizen



Wanneer op de Anjeliersgracht een likeurstokerij werd gevestigd, blijft duister maar mogelijk is dat al bij de eerste bewoning van de Jordaan gebeurd (1614). Het pand werd aangeduid als 't Rinsche Anijsvat. In 1684 kwam het bedrijf in handen van Jacob Bols en in 1754 van Frederik van Zuylekom, die het flink zou uitbreiden met twee aangrenzende panden. 


Bakker Arent Oostwaard en zijn vrouw Catharina Keizerswaard, Jan Havicksz. Steen, 1658

olieverf op paneel, h 37,7cm × b 31,5cm, SK-A-390

Bulletin van het Rijksmuseum
Jaarg. 55, Nr. 2/3 (2007), pp. 218-241 (24 pages)






Gabri van Tussenbroek

















Gezins- en woonvormen in soorten en maten

Het gezin van Dirck Bas Jacobsz, burgemeester van Amsterdam,
Dirck Dircksz. van Santvoort, 1634-1635

Zingende boerenfamilie,
Pieter Jacobsz. Duyfhuysen, 1640 - 1677
  • Relatief kleine gezinnen
  • Omvangrijke kindersterfte
  • Late huwelijksleeftijd en daarna begin van een zelfstandig huishouden
  • Door hoge vrouwensterfte in de kraam veel tweede huwelijken en samengestelde gezinnen
  • Zelfstandig optredende weduwen (nieuwe verworven zelfstandigheidsrechten)
  • Zeevarende mannen
  • Inwonende huispersoneel (indien aanwezig vaak van Scandinavische herkomst)
  • Inkwartiering van soldaten.

We zijn geneigd om te denken dat het kerngezin iets is van de geindustrialiseerde samenleving en dat men vroeger met meer generaties en personeel onder één dak woonde, maar dat blijkt een onjuiste voorstelling van zaken. Nederlandse huishoudens bestonden in de zeventiende eeuw gemiddeld maar uit zo'n drie tot vijf personen. Dat heeft onder meer te maken met het feit dat mensen relatief laat trouwden en dus pas laat begonnen met het krijgen van kinderen - minstens tien vruchtbare jaren werden als het ware niet gebruikt. Daarbij kwam de hoge kindersterfte: minder dan de helft van de geboren kinderen bereikte de volwassen leeftijd. Bovendien waren de risico's van zwangerschap en bevalling toen nog heel groot. Hoe vaker zwanger, des te groter de risico's. Een vrouw die vijf kinderen ter wereld bracht, had een kans van ongeveer 8 procent om in het kraambed te sterven.

Huishoudens waren ook klein omdat pasgetrouwde stellen de gewoonte hadden om als het even kon direct na de bruiloft een eigen huishouden te stichten, en het ook maar weinig voorkwam dat bejaarde ouders introkken bij een van hun getrouwde kinderen. Men woonde het liefst 'op zichzelf. Weduwen en weduwnaars probeerden na het verlies van de partner meestal ook hun eigen huishouden in stand te houden. Het kwam voor dat men terugkeerde naar het ouderlijk huis of introk bij een broer of zus, maar zodra er kinderen in het spel waren, koos men liever een andere oplossing.
Uit: Vrouw des huizes, Els Kloek


Links: Uitgebrand huis in de Bloedstraat, 1684, Jan van der Heyden
Rechts: hetzelfde pand nu, Bloedstraat 78, hoek Gordijnensteeg
Jan van der Heyden, uitvinder van de brandspuit maakte geregeld tekeningen van huizen waar brand had gewoed. Aan de voorzijde beneden is een winkel. Vaak woonden op elke verdieping één of meerdere gezinnen.
William Temple in 1673:
The extreme moisture of the air I take to be the occasion of the great neatness of their houses and cleanliness in their towns. For without help of those customs, their country would not be habitable by such crowds of people but the air would corrupt upon every hot season, and expose the inhabitants to general and infectious diseases.

 

Wonen en werken


De kleermakerswerkplaats,
Quiringh Gerritsz. van Brekelenkam, 1661


Interieur met vrouw aan spinnewiel,
Esaias Boursse, 1661












Vernieuwing



Veranderende interieurs: factoren van belang

  • Welstand: (burgerlijke!) elites eerst
  • Herkomst: in zekere zin (Vlamingen (barok)/Duitsers (ledikant)/Katholieken (verzamelingen))
  • Regionale verschillen (Maassluis vs Doesburg: porselein M; kabinet D)
  • Innovatie in meubilair als reactie op andere innovaties (stoelen)
  • Koloniale expansie

Het kaartspel,
Hendrick van der Burch, ca 1660