De Europese middeleeuwen - 2/3



Het einde van de antieke wereld

 Oorzaken van verval en ondergang

 

 


 




Movers and Shakers
the barbarians and the Fall of Rome 

Guy Halsall, 1999

Movers believe that the changes of late antiquity may be ascribed to the movement into the Roman Empire of largely Germanic barbarians; the barbarians, viewed as numerically significant migrating `peoples', are at least the catalyst for change. 
  • Geloven in 'val van Romeinse Rijk' door met name externe oorzaken.
Shakers, on the other hand, believe that tensions and changes within the Roman Empire were already shaking it to its core, and the barbarians, usually seen as small, élite warrior groups were but a symptom, if perhaps a focus, of these changes. 
  • Geloven in 'transformatie van Romeinse wereld' door met name interne veranderingen.
A third group might be distinguished, which denies that anything very much happened at all during the complex series of events which we know as The Fall of the Roman Empire, but I have preferred to see this as the Shakers' extreme wing.


De 'Volksverhuizingen'

* De periode tussen het midden van de vierde en het midden van de zesde eeuw was een periode van volksverhuizingen. Naast de Goten en de Hunnen verplaatsten ook andere volken, waaronder bijvoorbeeld de Bourgondiërs, zich.
 
* De meeste migratieachtige bewegingen in de periode van de volksverhuizingen hadden niet het karakter van ‘tochten’ of expedities waarvan het verloop nauwkeurig is vast te stellen. Het is een combinatie van kolonisatie door boerenmigranten en territoriale verovering door krijgsheren 

*De belangrijkste groepen die bij de Volksverhuizingen waren betrokken waren de Franken, Alemannen, Goten en Hunnen. Al deze namen zijn verzamelnamen. Deze groepen waren ‘multi-etnische confederaties’ die uit zouden groeien tot volken. Dit proces heet etnogenese.

Barbaarse koninkrijken in het westen



* In de gebieden die zij ingenomen hadden waren de ‘barbaarse’ volkeren minderheden en hun aanwezigheid had vaak niet veel effect op de bevolking die in deze gebieden woonden. Vooral voor boeren die op domeinen werkten veranderde er vrij weinig, zij kregen simpelweg alleen een andere meester. 




*Barbaarse’ invallers en autochtone populaties zijn archeologisch moeilijk uit elkaar te houden, wat impliceert dat zij samen leefden. Daarnaast gaven invallers vaak hun eigen taal op en namen zij de inheemse taal over. Integratie leidde tot politieke saamhorigheid, vooral onder de elites en gericht op de koning. In dat verband wordt er gesproken van protonatievorming. 


De bekering van Clovis tot het katholieke christendom is van groot politiek belang. Terwijl alle Germaanse vorsten ariaans of heidens zijn, maakt dit hem tot de held van de katholieke Gallo-Romeinse bevolking.

Clovis werd gedoopt op 25 december 496 door de heilige Remigius ofwel in het Frans saint Remi. Zijn twee zusters, Audofleda en Lantechilde, en volgens Gregorius 3000 van zijn krijgers, volgden zijn voorbeeld. Dit aantal lijkt echter meer geïnspireerd door het Bijbelboek Handelingen2:41, waar ook ongeveer drieduizend bekeerlingen genoemd worden. Een leger van bisschoppen en priesters zou hen allen hebben gedoopt. Een christen werd koning Clovis uit het geslacht van de Merovingers allerminst. Zijn wreedheid bleef onveranderd groot, iedereen die hij beschouwde als een potentiële belager van zijn macht, werd vermoord. En zijn opvolgers zouden wat dat betreft weinig voor hem onderdoen. De geschiedenis van de Merovingers werd een aaneenschakeling van moorden en wreedheden.