A Voice of Their Own - 4


 de vrouwelijke kant van het katharisme

De kathaarse kerk kende aanvankelijk geen ambtelijke hiërarchie, maar wel een onderscheid tussen de zuivere elite en het gewone volk. De leden van de elite werden aangeduid als de Volmaakten (Perfecti in het Latijn) of Goede Mensen (Boni Homines of Bonhommes); de gewone katharen werden Gelovigen (Credentes) genoemd. Later toen de aanhang groeide, ontstond een kerkelijke hiërarchie met eigen bisschoppen, diakens en diaconessen.

Ziel
De mens was naar kathaarse opvatting een tweeledig wezen: zijn ziel zat gevangen in een door Satan geschapen lichaam. Verlossing wordt verkregen door te gehoorzamen aan Jezus Christus, Gods voornaamste schepsel. De kathaarse Jezus was een leraar met een schijnlichaam, die de zielen de weg naar een zuiver geestelijke bestaan had gewezen. Deze weg is er een van ascese en verachting van het stoffelijke. De zielen van onverloste wezens kunnen na hun dood weer terugkomen in andere lichamen, bijvoorbeeld die van dieren.

Zuiver leven
Aan een perfectus werden hoge eisen gesteld. Omdat hij geacht werd het Goede te dienen, dat wil zeggen zuiver te zijn, moest hij in armoede leven en afzien van iedere vorm van afhankelijkheid van het door Satan gecreëerde 'vlees'. Dat hield in dat hij geen enkel levend wezen (behalve vissen) mocht doden en geen vlees, eieren en melk mocht consumeren. Ook moest hij afzien van seks.

Seksualiteit
Seksualiteit was volgens de kathaarse opvatting de wijze waarop Satan de zielen in zijn greep hield. In dat opzicht was het sluiten van een huwelijk een doodzonde, omdat daarmee de duivelse voortplanting werd geïnstitutionaliseerd. Prostitutie en verkrachting waren ook zwaar zondig, maar lang niet zo erg als het huwelijk. Het uitsterven van de mens was dus een kathaars ideaal. 

Vrouwen
De vrouw was naar kathaarse opvatting een instrument van de duivel. Door haar begeerlijkheid kon ze mannen naar de verdoemenis helpen. Desondanks konden vrouwen het consolamentum ontvangen. Zij werden dan perfectae genoemd. Bij het inwijdingsritueel mochten de kandidaten niet aangeraakt worden en moesten zij geheel en al gesluierd zijn. De zuivering die de vrouwen ondergingen betekende dat zij geslachtsloos geworden waren. Na hun dood keerden hun zielen naar de oorspronkelijke, mannelijke staat terug. Zwangere vrouwen kwamen niet voor het consolamentum in aanmerking, omdat de vrucht als een duivels wezen beschouwd werd.

De rol van vrouwen onder de armen van Lyon

Waldenzische ‘bon hom’ deelt voedsel uit aan de armen. Miniatuur uit de dertiende eeuw.

De Waldenzen, ook armen van Lyon genoemd, waren een Middeleeuwse religieuze beweging. Zij wilden dicht bij de bijbel blijven, welke zij beschouwden als de enige geloofsautoriteit. Mannen en vrouwen dienden hun leven op de bijbel te baseren. Ze beleden geen dualisme zoals de albigenzen.

* De groep ontstond in 1175 ten oosten van de Franse stad Albi. De Lyonese koopman, Petrus Waldo (of Waldus, ook Valdez) wordt als stichter genoemd.

* Het evangelie liet hij vertalen in het Occitaans, de streektaal van Zuid-Frankrijk, waardoor het ook voor de gewone mensen goed te begrijpen was. Daarmee toonde hij zich een vertegenwoordiger van de pre-reformatie

* Petrus en zijn volgelingen trokken rond om hun kennis van de bijbel te verspreiden. In het begin greep de kerk niet in, maar in 1184 werd de beweging door paus Lucius III veroordeeld en werden de volgelingen geëxcommuniceerd. Toch nam hun aantal toe in Zuid-Frankrijk en Noord-Italië. Ze werden gesteund door de Zuid-Franse adel, die zich op deze wijze los wilde maken van de koning van Frankrijk. Maar de koning sloot zich aan bij de paus en de Waldenzen werden hevig vervolgd.

* De Waldenzen verwierpen de eed, de wapendracht en allerlei kathaarse theorieën, later verwierpen ze ook kerkelijke gewoonten zoals aflaatpraktijken en het opdragen van missen voor de overledenen.
Gulgimieten

The Guglielmite Heresy was a thirteenth century religious cult that preached and practiced an alternative, feminized version of Christianity in which the Milanese noblewoman Guglielma was believed to be the Holy Spirit incarnate, born to die and rise again to herald the coming of a new church led by women.

Guglielma was believed to be the daughter of Ottokar I of Bohemia, and lived in Milan. After having apparently been widowed, she lived a life of independent religious piety in her own home, a lifestyle similar to the Beguines of northern Europe. She soon began to amass disciples among not only Milanese nobles but several brothers and sisters of the Umiliati religious order, namely the nun Maifreda da Piovano, the cousin of Matteo Visconti.

Though Guglielma herself was known to publicly deny any speculation that she considered herself divine in nature, sister Maifreda and many other followers came to believe that Guglielma’s life constituted a “Third Testament,” fulfilling prophesies made by Christ, and that she was the second coming. When Guglielma died in 1287, the cult named Maifreda their “Popess,” and she performed mass over Guglielma’s grave.

By 1300, the Guglielmites had attracted the eye of the Inquisition. Thirty Guglielmites were charged with heresy and sent to the stake, including Maifreda. Guglielma’s bones were disinterred and burned.

But around 1425, a friar named Antonio Bonfadini revealed that Guglielma’s cult had not only survived the Inquisition, but had spread well beyond the confines of Milan. He published a full length Life of Saint Guglielma.

Bianca Maria Visconti-Sforza, later in the 15th century, commissioned the “Popess” playing card (among several decks known collectively as the Visconti Tarot), believed to represent Maifreda of the Guglielmites. She also commissioned a painting thought to depict Guglielma blessing Maifreda, in the church of San Andrea in Brunate.

De begijnen van de Languedoc

De Begijnen van de Languedoc waren voor het grootste deel leden van de Franciscaanse Derde Orde , geïnspireerd door spirituele franciscanen, waaronder Pierre de Jean Olivi . Door de Apocalyps op een radicale manier te interpreteren, en ervan overtuigd het einde der tijden te leven, werden ze vanaf 1318 als ketters vervolgd door de kerk van de paus van Avignon Johannes XXII (1316-1334).