1. De Noord-Nederlandse schilderkunst in de tijd van Rembrandt (1.6 - 1.7)


1.6 Genreschilderkunst

  • bekend zijn met de belangrijkste schilders van genrestukken in Holland in de Gouden Eeuw en deze globaal in chronologische volgorde kunnen zetten.
Definitie genreschilderijen: 
  • composities met een of meerdere figuren 
  • niet gebaseerd op een passage uit religieuze of profane literatuur
  • geen weergave van een historische gebeurtenis.
De term 'genreschilderkunst' komen we in de zeventiende-eeuwse kunstliteratuur niet tegen. Wel is er ongetwijfeld een besef geweest, dat er een grote groep schilderijen was, waarin een of meer figuren samen een scène vormen, die niet verwijst naar een onderwerp dat bekend was uit de historieschilderkunst. Of die scènes, zoals tenminste vanaf de negentiende eeuw het geval was, als momenten uit het dagelijks leven van onze voorouders in de Gouden Eeuw werden beschouwd, is echter twijfelachtig. Door de veelheid aan schilders, stijlen en onderwerpen is het lastig om één lijn te ontwaren in de ontwikkeling van de zogenaamde genreschilderkunst, maar goeddeels is de trend dezelfde als binnen de andere specialismen in de schilderkunst van de zeventiende eeuw.  
  1. composities met vele elegant en kleurrijk geklede figuren (eerste decennia)
  2. een versobering qua kleur en compositie (in de loop van de jaren 20)
  3. meer kleur en vollere schilderijen. (later in de eeuw)
Echter, de Italianisanten en de fijnschilders, die een groot aandeel in de productie van genrestukken hadden, onttrokken zich veelal aan de geschetste ontwikkeling.


De buitenpartij, David Vinckboons (I), ca. 1610
olieverf op paneel, h 28,5cm × b 43,7cm

Hendrik Pot, Jongedame aan haar toilet in een interieur, ca. 1635
olieverf op paneel, 58 x 73 cm

Jan Miense Molenaar, De reuk, ca. 1637
olieverf op paneel, 19,5 x 24,3 cm


Meisje met olielamp voor een venster, Gerard Dou, 1645 - 1675
olieverf op paneel, h 18,5cm × b 17,1cm × d 0,7cm


Het zieke kind, Gabriël Metsu, ca. 1664 - ca. 1666
olieverf op doek, h 32,2cm × b 27,2cm


Een vrouw met een kind in een kelderkamer, Pieter de Hooch, ca. 1656 - ca. 1660
olieverf op doek, h 65cm × b 60,5cm


Het melkmeisje, Johannes Vermeer, ca. 1660
olieverf op doek, h 45,5cm × b 41cm


Het vrolijke huisgezin, Jan Havicksz. Steen, 1668
olieverf op doek, h 110,5cm × b 141cm









Rembrandt schilderde alleen in zijn Leidse periode genrestukken waarin hij vooral experimenteerde met de weergave van het licht. Na zijn verhuizing naar Amsterdam in 1631 hield hij zich niet meer bezig met genreschilderkunst, misschien omdat hij zich vanwege hogere ambities toelegde op het historiestuk.

1.7  Stilleven

  • bekend zijn met de belangrijkste schilders van stillevens in Holland in de Gouden Eeuw en deze globaal in chronologische volgorde kunnen zetten.
De ontwikkeling in de stillevenschilderkunst in de zeventiende eeuw kent verschillende fases, die in grote lijnen overeenkomen met fases in de andere genres. Daarbij spelen schilderstijl, kleurgebruik, onderwerpkeuze en manier van afbeelden of compositie een belangrijke rol.


Floris van Dijck (circa 1615, Rijksmuseum, SK-A-4821)

Dit werk vertegenwoordigt de fase aan het begin van de zestiende eeuw, kleurrijke schilderijen en volle, uitbundige composities.

Willem Claesz. Heda (1634, Rijksmuseum, SK-A-137)

Een zogenaamd monochroom banketje, waarin de versobering van het palet en een vereenvoudiging van het onderwerp te zien is.

Abraham Mignon (circa 1670, Rijksmuseum, SK-A-2329)

Met dit voorbeeld uit circa 1670 was de compositie weer zeer gevuld, uitbundig, kleurrijk, met kostbaar vaatwerk, een zogenaamd pronkstilleven.

Jan Weenix (1697, Rijksmuseum, SK-A-464)

Een jachtstilleven, een specialisme, dat eigenlijk pas in de loop van de tweede helft van de zeventiende eeuw in Holland tot ontwikkeling kwam.
Maria van Oosterwyck, Bloemen in een versierde vaas (ca. 1670-75)

Mauritshuis viert 200ste verjaardag met bloemen

200 jaar Mauritshuis Wie jarig is krijgt bloemen. Het Mauritshuis toont op de expositie ‘In Volle Bloei’ zeventiende-eeuwse bloemstillevens. Vaak virtuoos, soms onmogelijk, met veel tulpen en altijd vol vergankelijkheid. Een bloemist en drie recensenten gingen kijken. NRC 9 februari 2022

Conclusie

  • Rembrandts leven en werk in grote lijnen kunnen relateren aan het hier geschetste kader van de ontwikkeling van de schilderkunst in de zeventiende eeuw.
De Hollandse schilderkunst van de Gouden Eeuw kent globaal een duidelijke ontwikkeling, die in grote lijnen overeenkomt binnen de verschillende specialismen: het historiestuk, het landschap, het portret, het genrestuk en het stilleven. Uiteraard zijn er schilders en zelfs groepen van schilders die zich niet laten vangen binnen het geschetste raamwerk, maar te veel op de uitzonderingen ingaan, zou hier veel te ver voeren. 

Binnen de geschetste ontwikkeling moet Rembrandt een belangrijke rol hebben gespeeld, vooral in de historie- en de portretschilderkunst van de jaren 30. Hij moet toen à la mode geweest zijn en hij had dan ook verschillende navolgers, zelfs kunstenaars die niet tot zijn directe invloedsfeer behoorden. Echter, de mode veranderde snel en omdat hij niet meeging met de modes moest zijn prominente plaats weer afstaan en anderen namen de voortrekkersrol over. De ontwikkeling van de zeventiende-eeuwse Hollandse schilderkunst overziend was Rembrandt één van de velen die daarop een duidelijke stempel drukte en het lijkt dan ook overdreven om hem tot spil daarvan te maken.

Een korte biografische lijst:

  • geboren 1606/07 in Leiden, over het precieze geboortedatum wordt gestreden.
  • tussen 1623 en 1625 circa zes maanden in de leer bij Lastman, daarvoor had hij al bij Isaacsz van Swanenburgh in Leiden training gekregen.
  • 1625-1633 zelfstandig atelier in Leiden
  • ca. 1631/33 verhuizing naar Amsterdam, in eerste instantie bij Hendrick Uylenburgh
  • 1634 huwelijk met Saskia van Uylenburgh
  • 1639 eigen huis in Sint Anthoniesbreestraat
  • 1641 dood Saskia
  • 1656 aanvraag faillissement en verhuizing naar Rozengracht
  • overleden 1669