Snouck Hurgronje in Mekka. Foto Universiteitsbibliotheek Leiden |
Voor een man wiens levensverhaal ruim driehonderd pagina's beslaat, blijft de avonturier en islamkenner Christiaan Snouck Hurgronje (1857-1936) een nogal raadselachtige figuur. Dit valt biograaf Philip Dröge, auteur van de bestsellers De schaduw van Tambora en Moresnet, niet te verwijten. Want Dröge weet de exotische werelden op te roepen die Snouck Hurgronje heeft bereisd - van de indringend stille woestijn die zich uitstrekt tussen Jeddah en Mekka tot de groene weelde van Sumatra - en hij kent de geest van andere tijden en culturen dan de onze. Maar op zijn hoofdpersoon krijgt hij geen greep. Die lijkt zich er zijn hele leven voor te hebben ingespannen om ongrijpbaar te blijven - voor zijn tijdgenoten en voor het nageslacht.
Er viel dan ook heel wat af te dekken. Zijn islamitische relaties mochten niet twijfelen aan de oprechtheid van zijn keuze voor hun geloof. Tezelfdertijd moesten zijn Nederlandse opdrachtgevers ervan worden overtuigd dat hij zich slechts had bekeerd om participerend onderzoek naar de islam te kunnen verrichten. Het feit dat hij in Mekka een Abessijnse slavin 'voor de seks' aanschafte omdat de plaatselijke norm dat min of meer voorschreef, moest uiteraard worden verheimelijkt. Net als het feit dat hij later in Indië tweemaal trouwde. Zijn levensweg was geplaveid met verzwegen gebeurtenissen en leugentjes om bestwil. In die zin trad hij in de voetsporen van zijn vader, een Zeeuwse predikant die er gelijktijdig twee vrouwen op nahield.
De fascinatie die Snouck Hurgronje oproept, is daardoor wel verklaarbaar. Te meer omdat zijn vergrijpen tegen de normen van de tijd waarin hij leefde zijn loopbaan en maatschappelijke statuur niet noemenswaardig hebben geschaad. Hij was rector magnificus van de Leidse universiteit en voorzitter van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen (de huidige KNAW). En hij genoot internationaal gezag als intermediair tussen het Westen en de islamitische wereld.
De fascinatie die Snouck Hurgronje oproept, is daardoor wel verklaarbaar. Te meer omdat zijn vergrijpen tegen de normen van de tijd waarin hij leefde zijn loopbaan en maatschappelijke statuur niet noemenswaardig hebben geschaad. Hij was rector magnificus van de Leidse universiteit en voorzitter van de Koninklijke Akademie van Wetenschappen (de huidige KNAW). En hij genoot internationaal gezag als intermediair tussen het Westen en de islamitische wereld.
Uiterst links: Snouck Hurgronje, zittend achter tafel Van Heutsz. Pedir expeditie, 1898. (Foto uit Paul van ’t Veer: De Atjeh-oorlog). |
Andere interessante recensies zijn:
De ‘witte hadji’ Snouck als avonturier - Dirk Vlasblom, NRC, 1-2-2018
Aanvulling 16 maart 2019
Op Twitter plaatste @OttomanArchive
vandaag deze poster met de tekst:
vandaag deze poster met de tekst:
A Poster for Indonesian Pilgrims to go to Hajj, 1910s
Dit was de achtergrond van de reis van Snouck Hurgronje naar Mekka. De Nederlandse regering was bang dat de Indische moslims in Mekka onder extremistische invloed zouden komen. Snouck was bereid om als spion het avontuur aan te gaan. Hij ging als moslim, echt of geveinsd, kijken wat er gebeurde tijdens de Hajj. Deze poster is wel iets na de tijd van zijn verblijf in Mekka.
In de FaceBookgroep "Langs Leidse Straten" heeft Sjoep de Jong op 17 mei het volgende bericht geplaatst:
Met een link naar het AD-artikel:
Aanvulling 19 mei 2019
Zicht op Mekka met op de voorgrond de Kaäba. © Christaan Snouck Hurgronje/Sotheby’s |
In de FaceBookgroep "Langs Leidse Straten" heeft Sjoep de Jong op 17 mei het volgende bericht geplaatst:
Een boek van de Leidse arabist C. Snouck Hurgronje (idd van het Snouck Hurgronje huis aan het Rapenburg) brengt bij een veiling 250.000 euro op. Het boek uit 1888-1889 bevat foto's van Mekka en pelgrims op bedevaart in Mekka. Snouck Hurgronje (1857-1936) werd moslim om als onderzoeker, dan wel spion, in Mekka te kunnen rondlopen.
De koper had ook gewoon het boek online bij de Leidse Universiteit kunnen raadplegen: Mekka Digital Collections
Met een link naar het AD-artikel: