zondag 12 augustus 2018

Inktvis en chimpansee

"Zijn we slim genoeg om te weten hoe slim dieren zijn" een geweldig boek van Frans de Waal. Het is een samenkomst van al zijn eerdere boeken lijkt het wel.

Chimpansee in Mahale National Park, Tanzania


Experimenten en gebeurtenissen waaruit blijkt dat dieren ook intelligent zijn, empathie voelen, een zogenaamd 'theorie of mind' hebben worden meeslepend beschreven. En van daaruit een pleidooi dat mensen van hun kant moeten begrijpen dat de intelligentie van dieren anders is. En ook bij hun experimenten meer uitgaan van het dier en niet er als een alleswetende 'witte jas' boven staan.


In NRC van 10 augustus schrijft Hannah van Wieringen in het artikel "Wees onverschillig als een inktvis" over het nieuwe boek, 'Ecologisch wezen' van de Britse filosoof Timothy Morton. Het boek stond al op mijn verlanglijstje, maar nu wil ik het zeker lezen. Het sluit volgens mij aan op de zienswijze van Frans de Waal. Uit het artikel:

Ernst Haeckel - Octopus
Een van die ideeën: dat alles wat wij mensen doen en maken slechter is dan wat de natuur doet en maakt. Dus: robots zijn eng, genetica is gevaarlijk. Maar weiden zijn lieflijk en de zee is vreedzaam. En deze romantische opvatting over wat natuur is, stelt Timothy Morton, is een van de zienswijzen die de mens in een houdgreep heeft. Want wat nu als we zouden zien dat we niet buiten de natuur staan als een soort alwetend oog, maar dat wijzelf onderdeel uitmaken van de natuur en de natuur zijn?

Dat onderscheid en de hiërarchie die we aanbrengen tussen onszelf en dat wat buiten ons ligt visualiseert hij in een begrip dat hij leent uit de robotica: de uncanny valley, vertaald als de ‘Enge Vallei’. Wat ons angst inboezemt, juist omdat het op ons lijkt, zoals daar zijn: dieren, vreemdelingen, robots, al dan niet humanoïde. Wij staan op een bergtop en in de vallei beneden houden we dat wat we vrezen. Morton vraagt: hoe steil zijn de wanden van jouw ‘Enge Vallei?’ En zouden we van die Vallei geen vlakte kunnen maken? Hij pleit voor een ‘Spookachtige Vlakte,’ waar we ons niet laten definiëren door de angst voor het herkenbare vreemde. Alle vormen van andersheid kunnen we naast elkaar laten bestaan op gelijke hoogte.